Elektrische aansluiting
6.6 Kabelaansluiting
4. Let aan de hand van het formaat van de geleider op de juiste volgorde van de klembeugels
③
Afbeelding 6-6
5. Wanneer u klemschroef
aanhaalmoment:
6.6.4
Kabels installeren
● Installeer de kabels volgens IEC / EN 60364-5-52.
● Gebruik EMC- kabelschroefverbindingen voor vast geïnstalleerde leidingen. EMC-
kabelschroefverbindingen bevestigt u in de schroefdraden van de afschroefbare
invoerplaat.
● Gebruik geïsoleerde leidingen waarvan de isolatie via EMC-kabelschroefverbindingen
volledig geleidend verbonden is met de aansluitkast van de machine.
● Indien contactrails uit aluminium worden gebruikt, moet u tussen kabelschoen en contactrail
een onderlegring uit staal aanbrengen. Hiermee wordt contactcorrosie voorkomen.
● Breng vrijliggende aansluitleidingen zodanig in de aansluitkast aan, dat de aardleiding met
extra lengte is aangebracht en de isolatie van de aders niet kan worden beschadigd.
● Sluit niet gebruikte windingen af met een metalen afsluitschroef. Op deze wijze ontstaat
een afdichting tegen hoge frequenties.
De aandraaimomenten voor de elektrische aansluitingen van het klemmenbord en de aarding
vindt u in de tabel (Pagina 143) onder geval A.
72
④
,
. Leg de kabels in de klembeugels. Draai de klemmoeren
Aansluiten met klembeugels (principeweergave)
Aansluitkast
TB3R61 / 1XB1631
1XB7750
②
heeft los gedraaid, draait u deze weer aan met het volgende
Aanhaalmoment
40 Nm
20 Nm
⑤
aan met 8 Nm.
1LE5 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 10/2018