Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Laagspanningsmotoren
SIMOTICS GP, SD, DP
1LA5/7/9, 1LE1, 1FP1/3, 1LG4/6, 1LP5, 1PC3, 1PP5/6
Ashoogte 63 ... 355
Uitgave
12/2018
www.siemens.com/drives

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS 1LA5

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding Laagspanningsmotoren SIMOTICS GP, SD, DP 1LA5/7/9, 1LE1, 1FP1/3, 1LG4/6, 1LP5, 1PC3, 1PP5/6 Ashoogte 63 ... 355 Uitgave 12/2018 www.siemens.com/drives...
  • Pagina 3 Inleiding Veiligheidsinstructies Omschrijving SIMOTICS GP, SD, DP Voorbereiding voor gebruik Laagspanningsmotoren Standaardmotoren AH 63 ... 355 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfname Bedrijf Onderhoud Reserveonderdelen Verwijdering Service & Support Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten 12/2018 A5E45254877A...
  • Pagina 4 De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding ................................9 Over deze bedieningshandleiding....................9 Persoonlijke documenten samenstellen...................9 Veiligheidsinstructies ..........................11 Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie ............11 De 5 veiligheidsregels ......................11 Gekwalificeerd personeel.......................12 Veilig gebruik van elektrische machines ................12 Elektrostatisch bedreigde modules ..................14 Storingsbestendigheid......................15 Beïnvloeding van het stroomnet bij sterk ongelijkvormig draaimoment .........15 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer ............16 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten ................16 Omschrijving...............................17...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 4.5.1 Opslag............................30 4.5.2 Rotor beveiligen ........................32 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag.......................34 4.5.3.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex ..................34 4.5.3.2 Smeren van de walslagers ....................34 4.5.3.3 Nasmeren van walslagers na een opslagperiode tot twee jaar..........34 4.5.3.4 Rotorblokkering voor inbedrijfstelling ontgrendelen ...............34 Koeling waarborgen .......................35 Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming.............36 Geluidsemissies ........................37 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf...........37...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 5.4.3 Rotorvergrendeling verwijderen .....................58 5.4.4 Aangedreven elementen monteren..................59 5.4.5 Axiale en radiale krachten .....................60 Elektrische aansluiting..........................61 Aansluitdelen kunnen losraken ....................62 Machine aansluiten ........................62 6.2.1 Kabel selecteren ........................62 6.2.2 Aansluitkast..........................63 6.2.2.1 Klemaanduiding ........................63 6.2.2.2 Schakelbeeld in het deksel van de aansluitkast..............64 6.2.2.3 Draairichting ...........................64 6.2.2.4...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting................89 8.1.1.1 Veiligheidsinstructie voor externe ventilatie (optioneel) ............89 8.1.1.2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van machines met ventilatoren .........89 8.1.1.3 Machines met ventilator voor textielindustrie .................89 8.1.2 Inschakelen bij actieve stilstandverwarming ................89 Machine inschakelen......................90 Externe ventilator uitschakelen ....................90 Herinschakelen na noodstop....................90 Bedrijfsonderbrekingen ......................90 8.5.1...
  • Pagina 9 RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen ........135 11.3 Informatie conform artikel 33 van de REACH-verordening ..........135 11.4 Demontage voorbereiden.....................136 11.5 Machine demonteren ......................136 11.6 Componenten verwijderen ....................136 Service & Support.............................139 Siemens Industry Online Support ..................139 Overige documentatie ......................140 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave Technische gegevens..........................141 Aanhaalmomenten .......................141 B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen ................141 B.1.2 Klembord en aarding......................142 B.1.3 Aansluitkasten, lagerschilden, aardleiders, plaatventilatorkappen........142 B.1.4 Bijkomende aansluitklemmen voor bewakingsapparaten en stilstandverwarming ....142 Kwaliteitsdocumenten..........................143 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS ................143 Index.................................145 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 11: Inleiding

    Persoonlijke documenten samenstellen Op de internetpagina's in Industry Online Support kunt u met de functie Documentatie (https:// support.industry.siemens.com/My/ww/en/documentation) persoonlijke documenten samenstellen Met de functie “Documentatie” stelt u uit de handboeken in de Product-Support uw eigen “documentatie” samen. Ook andere content van de Product-Support zoals FAQ's of karakteristieken kunt u opnemen in deze samenvattingen.
  • Pagina 12 Inleiding 1.2 Persoonlijke documenten samenstellen Met de functie “Documentatie” stelt u op efficiënte wijze uw eigen installatiedocumentatie samen. De in een bepaalde taal samengestelde “Documentatie” kunt u automatisch ook in een andere taal laten weergeven. De volledige functionaliteit staat alleen ter beschikking voor aangemelde gebruikers. Standaardmotoren AH 63 ...
  • Pagina 13: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen.
  • Pagina 14: Gekwalificeerd Personeel

    Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gekwalificeerd personeel Alle werken aan de machine mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel gebeuren. Gekwalificeerd personeel in de zin van deze documentatie zijn personen die aan de volgende voorwaarden voldoen: ● Ze zijn op grond van hun opleiding en ervaring in staat om in het betrokken activiteitsgebied risico's te herkennen en mogelijke gevaren te vermijden.
  • Pagina 15 Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. ● Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. ● Laat de machine eerst afkoelen voordat u werkzaamheden aan de machine uitvoert. ●...
  • Pagina 16: Elektrostatisch Bedreigde Modules

    Veiligheidsinstructies 2.5 Elektrostatisch bedreigde modules Installaties van de elektrische energietechniek genereren tijdens het bedrijf elektromagnetische velden. De machine kan in zijn onmiddellijke omgeving levensgevaarlijke storingen doen ontstaan in medische implantaten zoals pacemakers. Gegevens op magnetische of elektronische gegevensdragers kunnen verloren gaan. ●...
  • Pagina 17: Storingsbestendigheid

    Veiligheidsinstructies 2.7 Beïnvloeding van het stroomnet bij sterk ongelijkvormig draaimoment De noodzakelijke ESD-beschermingsmaatregelen voor elektrostatisch bedreigde onderdelen zijn in de onderstaande tekeningen nog eens duidelijk weergegeven: a = geleidende vloer b = ESD-tafel c = ESD-schoenen d = ESD-mantel e = ESD-armband f = aardaansluiting van de kasten Elektromagnetische compatibiliteit Deze machine is volgens IEC/EN 60034 ontworpen en voldoet bij reglementair gebruik aan de...
  • Pagina 18: Stoorspanningen Bij Bedrijf Aan De Frequentieomvormer

    Veiligheidsinstructies 2.9 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Stoorspanningen bij bedrijf aan de omvormer Bij bediening op de omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op. Bij motoren met geïntegreerde sensoren (bijv.
  • Pagina 19: Omschrijving

    Omschrijving Toepassingsgebied De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen. Ze zijn ontwikkeld voor brede toepassingsgebieden in de aandrijftechniek, netbedrijf en in combinatie met frequentie-omvormers ontwikkeld. Ze worden gekenmerkt door een hoge vermogensdichtheid, robuuste constructie, lange levensduur en grote betrouwbaarheid.
  • Pagina 20: Vermogensplaatjes

    Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Gebruik van machines zonder EAC-markering EAC-machines zijn op het kenplaatje gekentekend en zijn bedoelod voor gebruik binnen de douaneunie van Eurazië. Gebruik binnen de douaneunie Eurazië geen machines zonder EAC-markering. WAARSCHUWING Explosiegevaar Deze machine is niet ontworpen voor het gebruik in omgevingen met explosiegevaar. Als ze in deze omgevingen wordt gebruikt, kan er een explosie ontstaan.
  • Pagina 21 Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Positie Omschrijving Positie Omschrijving Voorschriften (optioneel) Rendement Firmalogo Koppel Nm (optioneel) Scheepsvoorschrift Nominaal vermogen HP (optioneel) Machineserie-type Servicefactor (optioneel) Mechanische gegevens Aanloopstroomverhouding (optioneel) Bouwgrootte Bedrijfstype (optioneel) Bouwvorm Nemagegevens (optioneel) Beschermingsklasse Stilstandverwarming (optioneel) Machinegewicht kg CODE: Motor-Code-Nummer voor de parameterin‐ stelling (optioneel) Warmteklasse Omvormergegevens...
  • Pagina 22: Opbouw

    Omschrijving 3.3 Opbouw (4/40) (49) (4/10) (7/8) (14) (12) (11) (13) (15) (16) (31/43) (10) (31/43) (17/18/19/41/46) (44/45/48) (6/41/47) Opbouw Machine-uitvoering De voorschriften en normen die de basis vormen voor de uitleg en controle van deze machine vindt u op het typeplaatje. De uitvoering van de machine voldoet principieel aan de onderstaande normen: De versies van de geharmoniseerde normen waaraan wordt gerefereerd, vindt u in de EG- conformiteitsverklaringen.
  • Pagina 23: Koeling, Ventilatie

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.1 Koeling, ventilatie 3.3.1.1 Algemeen Bij de machines uit deze serie gaat het om machines met een gesloten primaire (interne) koelkringloop en een open secundaire koelluchtkringloop (oppervlaktekoeling). De oppervlaktekoeling is afhankelijk van de uitvoering. 3.3.1.2 Machines met ventilator Eigen ventilatie (standaard): Koelmethode IC 411 volgens EN / IEC 60034-6 Aan de NDE-zijde van de behuizing van de stator is een ventilatorkap voor de geleiding van de buitenlucht aangebracht.
  • Pagina 24: Machine Zonder Ventilatoren (Optioneel)

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.1.3 Machine zonder ventilatoren (optioneel) Oppervlaktekoeling door vrije convectie: Koelmethode IC 410 volgens EN / IEC 60034-6 Afbeelding 3-1 IC410 Oppervlaktekoeling door relatieve beweging van de koellucht: Koelmethode IC 418 volgens EN / IEC 60034-6 Afbeelding 3-2 IC418 Standaardmotoren AH 63 ...
  • Pagina 25: Lagers

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.2 Lagers Voor de ondersteuning en positiegeleiding van de machine-as in het vaststaande machinedeel worden slechts 2 walslagers gebruikt. Een walslager heeft hierbij de functie van het vaste lager, dat axiale en radiale krachten van de draaibare machine-as overdraagt op de vaststaande machinecomponent.
  • Pagina 26: Veiligheidsklasse

    Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B7 (IM 1061) IM B8 (IM 1071) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B5 (IM 3001) IM V1 (IM 3011) IM V3 (IM 3031) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐...
  • Pagina 27: Omgevingsomstandigheden

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.6 Omgevingsomstandigheden Grenswaarden voor standaarduitvoering Relatieve luchtvochtigheid bij omgevingstempera‐ max. 55 % tuur 40 °C Omgevingstemperatuur -20 °C tot +40 °C Installatiehoogte ≤ 1000 m V / V ) Lucht met normaal zuurstofgehalte, algemeen 21 % ( In de standaarduitvoering is de machine niet geschikt voor gebruik in zouthoudende of agressieve atmosferen of voor gebruik in de buitenlucht.
  • Pagina 28: Aansluitkast

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.8 Aansluitkast Optioneel zijn in de aansluitkast extra aansluitklemmen voorzien voor bewakingsvoorzieningen. Bij de grotere machines kan optioneel een bijkomende aansluitkast aangebouwd zijn. Het aantal aanwezige klemmen kan worden afgeleid uit de schakelschema's. 3.3.9 Lakkering Laklaag De machine is op basis van uw bestelling gelakt. Standaardmotoren AH 63 ...
  • Pagina 29: Voorbereiding Voor Gebruik

    Voorbereiding voor gebruik Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij de projectering van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
  • Pagina 30: Levering

    De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. ● Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. ● Meld zichtbare gebreken / onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
  • Pagina 31 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag WAARSCHUWING Kantelen of verschuiven van de machine Als de machine niet op de juiste wijze wordt getransporteerd of opgehesen, kan de machine kantelen of verschuiven. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 32: Opslag

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.1 Opslag Buitenopslag LET OP Beschadiging van de machine In geval van ondeskundig opslag bestaat er gevaar voor materiële schade. Zorg bij externe klimatologische omstandigheden (bijv. zoute en/of stoffige, vochtige atmosfeer) voor extra bescherming van de machine. Kies een schokvrije en droge opslagplaats die tegen overstroming beveiligd is.
  • Pagina 33 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Opslagtijd Draai de as eenmaal per jaar, zodat permanente stilstandsmarkeringen worden voorkomen. Bij langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur (veroudering) van de lagers. Open lagers ● Controleer bij open lagers (bijv. 1Z) de vettoestand bij een opslag langer dan 12 maanden. ●...
  • Pagina 34: Rotor Beveiligen

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.2 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een vergrendeling voor de rotor uitgerust. Zij beschermt de rotor tegen schade door schokken bij het transport of de opslag. LET OP Motorschade door trillingen Als de vergrendeling van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen of tijdens de opslag worden beschadigd.
  • Pagina 35: Alternatieve Rotorvergrendeling

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling ● Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. ① ② Huls Asschroef en schijf Afbeelding 4-1 Axiale bevestiging van de rotor Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment 40 Nm...
  • Pagina 36: Inbedrijfstelling Na Opslag

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.3.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ●...
  • Pagina 37: Koeling Waarborgen

    Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. ● Hinder de ventilatie niet. ●...
  • Pagina 38: Vergrendelingsschakelaar Voor Stilstandverwarming

    Voorbereiding voor gebruik 4.7 Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale waarde “X” voor de afstand tussen de naburige modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte [mm] 63 ...
  • Pagina 39: Geluidsemissies

    Voorbereiding voor gebruik 4.10 Grenswaarden voor het toerental Zie ook Inschakelen bij actieve stilstandverwarming (Pagina 89) Geluidsemissies Vermijden van gehoorschade Het overschrijden van de maximale geluidsdruk tijdens het gebruik van de draaistroommachines met nominaal vermogen kan gehoorschade tot gevolg hebben. Neem het toelaatbare geluidsdrukniveau conform ISO 1680 in acht.
  • Pagina 40: Systeemeigen Frequenties

    Voorbereiding voor gebruik 4.12 Elektromagnetische compatibiliteit Schade aan de machine door te hoge toerentallen Te hoge toerentallen kunnen tot vernieling van de machine leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Stel de besturing zodanig in, dat te hoge toerentallen worden vermeden. ●...
  • Pagina 41: Bedrijf Aan De Omvormer

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer Storingsbestendigheid De machines voldoen in principe aan de vereisten inzake de storingsbestendigheid conform EN / IEC 61000-6-2. Bij machines met geïntegreerde sensoren (bijv. PTC-weerstanden) moet de exploitant door de juiste keuze van de sensorsignaalkabels (evt. met afscherming, aansluiting zoals bij machinevoedingskabels) en analyse-apparatuur zelf voor een toereikende storingsbestendigheid zorgen.
  • Pagina 42: Ingangsspanning Omvormer

    Het isolatiesysteem van de SIMOTICS-machines overtreft duidelijk de specificaties van de belastingscategorie C (IVIC C = sterk). Als zich hogere spanningspieken volgens IVIC C kunnen voordoen, neem dan contact op met uw Siemens-partner. ● Bij netspanning (omvormeringangsspanning) tot max. 480 V en bedrijf aan een SINAMICS G / SINAMICS S-omvormer met ongeregelde / geregelde voeding: Leef de richtlijnen voor de projectering van de motor en de omvormer na.
  • Pagina 43 ● Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. ● Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van Siemens. ● Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
  • Pagina 44: Geïsoleerde Lager Bij Bedrijf Aan De Omvormer

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer 4.13.4 Geïsoleerde lager bij bedrijf aan de omvormer Als de machine op een laagspanningsomvormer wordt gebruikt, dan wordt op de NDE-zijde een geïsoleerde lager en een geïsoleerde tachometer met geïsoleerde lager (optie) aangebouwd.
  • Pagina 45: Tandemaandrijving

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer LET OP Lagerschade Als tussen de motoren van de tandemaandrijving geen geïsoleerde koppeling wordt gebruikt, kunnen lagerstromen optreden. Dit kan tot schade aan de DE-zijdige lagers van beide motoren leiden. ● Gebruik een geïsoleerde koppeling om de motoren te verbinden. 4.13.5 Tandemaandrijving Als u twee motoren als zogenaamde "tandemaandrijving"...
  • Pagina 46 Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 47: Montage

    Montage Let bij alle werken aan de machine op het volgende: ● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11) ● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. ● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 48: Isolatieweerstand

    Montage 5.1 Montage voorbereiden Schade aan gemonteerde onderdelen door hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen bij de klant, bijvoorbeeld leidingen uit niet hittebestendig materiaal, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. ● Temperatuurgevoelige onderdelen mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
  • Pagina 49: Isolatieweerstand En Polarisatieindex Controleren

    Montage 5.1 Montage voorbereiden 5.1.2.2 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index (PI) van de statorwikkeling staat op de klemmen gedeeltelijk gevaarlijk hoge spanning. Bij aanraking kan dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 50: Grenswaarden Voor De Isolatieweerstand Van De Statorwikkeling

    Montage 5.1 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de statorwikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEEE 43‑2000. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de statorwikkeling bij 40 ℃ meet MΩ...
  • Pagina 51 Montage 5.1 Montage voorbereiden Bij een wikkelingstemperatuur van circa 25 °C bedragen de minimale isolatieweerstanden dus 20 MΩ (U ≤ 1000 V) resp. 300 MΩ (U > 1000 V). De waarden gelden voor de hele wikkeling tegen aarde. Bij het meten van afzonderlijke strengen gelden de dubbele minimale waarden. ●...
  • Pagina 52: Machine Plaatsen

    Montage 5.2 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.2.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geëigende montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2.
  • Pagina 53: Machine Op De Inzetplaats Hijsen En Positioneren

    Montage 5.2 Machine plaatsen 5.2.3 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren ● Gebruik bij horizontale plaatsing alle aanwezige hijsogen en eventueel hijsbanden (DIN EN 1492-1) en / of sjortakels (DIN EN 12195-2) voor een stabiele plaatsing. ● Zorg ervoor, dat er geen vreemde voorwerpen in de ventilatorkap kunnen vallen. Breng bij verticale plaatsing van de machine met het aseinde naar beneden een beschermdak aan.
  • Pagina 54: Aanbrengen En Lostrekken Van De Aandrijfelementen

    Montage 5.2 Machine plaatsen De inlegspieverbinding tussen as en aandrijfelement moet telkens op de juiste wijze uitgebalanceerd en gemonteerd zijn. De balanceerkwaliteit voldoet voor de hele machine aan oscillatieniveau "A", oscillatieniveau "B" is optioneel mogelijk, d.w.z. voor een juiste balanceerkwaliteit zorgt u er bij het kortere of langere aandrijfelement voor, dat de spieverbindingen tussen naaf en machine-as elkaar aanvullen.
  • Pagina 55: Machine In De Bouwvormen Im B15, Im B9, Im V8 En Im V9

    Montage 5.2 Machine plaatsen ● Gebruik voor het aanbrengen van aandrijfelementen (koppeling, tandwiel, riemschijf etc.) de schroefdraad aan het uiteinde van de as. Indien mogelijk – verwarm de aandrijfelementen indien nodig. ● Gebruik voor het verwijderen geschikt gereedschap. ● Bij het aanbrengen of verwijderen met een hamer of vergelijkbaar gereedschap niet op de te monteren/demonteren onderdelen slaan.
  • Pagina 56: Voetmontage

    Montage 5.3 Machine uitlijnen en bevestigen 5.2.6 Voetmontage Opmerking De aangeschroefde voetsteunen op de machinebehuizing mogen uitsluitend door geautoriseerde partners worden verplaatst. Neem na het monteren van de voetsteunen het volgende in acht om spanning op de machine te voorkomen, ●...
  • Pagina 57: Maatregelen Voor Het Uitlijnen En Bevestigen

    Montage 5.3 Machine uitlijnen en bevestigen 5.3.1 Maatregelen voor het uitlijnen en bevestigen De volgende maatregelen zijn nodig om de onnauwkeurige radiale uitlijning van de beide koppelingshelften te compenseren en om de elektrische machine tegenover de arbeidsmachine horizontaal te justeren: ●...
  • Pagina 58: Behuizingvoetsteunen (Speciale Uitvoering)

    Montage 5.4 Machine monteren 5.3.3 Behuizingvoetsteunen (speciale uitvoering) Let op dat de maat C bij de positie van de aansluitkast aan NDE-zijde (optie H08) van de EN 50347 kan afwijken. Om de maat C volgens EN 50347 na te leven, moet u bij machines met dubbele of drievoudige gaten aan de NDE-zijde het overeenkomstige aanschroefboorgat gebruiken.
  • Pagina 59: Horizontale Bouwvorm Met Flens

    Montage 5.4 Machine monteren 3. Voor de verticale positionering (x→0) plaatst u dunne platen onder de machinevoeten. Gebruik zo weinig mogelijk platen. Dit betekent dat er zo weinig mogelijk hulpstukken op elkaar mogen worden gestapeld. Daarmee wordt het vastzetten van de machines vermeden.
  • Pagina 60: Rotorvergrendeling Verwijderen

    Montage 5.4 Machine monteren Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine uit. Handelwijze De machineas moet bij het optillen horizontaal zijn, de flens moet parallel met de tegenfles uitgericht zijn, zodat klemmen en vastzetten worden vermeden. Anders kan dit de centrering schaden.
  • Pagina 61: Aangedreven Elementen Monteren

    Montage 5.4 Machine monteren 5.4.4 Aangedreven elementen monteren Balanceerkwaliteit De rotor is statisch uitgebalanceerd. Bij aseinden met inlegspieën wordt het soort balancering aangegeven door middel van een markering op het vermogensplaatje: ● Kenteken “H” betekent uitbalancering met halve inlegspie. ● Kenteken “F” betekent uitbalancering met een hele inlegspie. ●...
  • Pagina 62: Axiale En Radiale Krachten

    “H” tot circa de helft van de lengte in. 5.4.5 Axiale en radiale krachten De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Siemens Service Center of opzoeken in de machinecatalogus. Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 63: Elektrische Aansluiting

    Elektrische aansluiting Let bij alle werken aan de machine op het volgende: ● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11) ● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. ● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 64: Aansluitdelen Kunnen Losraken

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten Aansluitdelen kunnen losraken Materiële schade door loskomende aansluitdelen Als u bevestigingselementen uit verkeerd materiaal gebruikt of met het verkeerde aanhaalmoment bevestigt, dan kan de stroomovergang belemmerd worden of kunnen aansluitdelen loskomen. Dit kan materiële schade aan de machine of het uitvallen van de machine tot gevolg hebben of kan ook materiële schade aan de installatie veroorzaken als gevolg van het uitvallen van de machine.
  • Pagina 65: Aansluitkast

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten In de technische gegevens moeten de volgende noodzakelijke gegevens voor de aansluiting worden vastgelegd: ● Draairichting ● Aantal en volgorde van de aansluitkasten ● Schakeling en aansluiting van de machinewikkeling 6.2.2 Aansluitkast GEVAAR Gevaarlijke spanning Bij elektrische machines zijn hoge spanningen aanwezig.
  • Pagina 66: Schakelbeeld In Het Deksel Van De Aansluitkast

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 1 Benaming Kencijfer voor schroefdraadbegin (1) of schroefdraadeinde (2) resp. bij meer dan een aansluiting per schroefdraad x Bijkomend kengetal indien bij meerdere klemmen met verder een gelijke benaming een aansluiting van parallelle nettoevoerleidingen verplicht is 6.2.2.2 Schakelbeeld in het deksel van de aansluitkast De gegevens over de schakeling en de aansluiting van de machinewikkeling vindt u in het...
  • Pagina 67: Uitvoeringen

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten Montage en installatie Schroefkoppeling in de behuizing schroeven of met contramoer bevestigen. Opmerking De schroefkoppelingen moeten geschikt zijn voor de gebruikte aansluitkabels (diameter, wapening, vlechtwerk, afscherming). Let er bij de schroefkoppelingen op dat deze voldoen aan de vereisten inzake IP- beschermingsklasse (water en stof) en het bereik van de werktemperatuur volgens het vermogensplaatje of beter zijn.
  • Pagina 68: Aansluiten Van Los Naar Buiten Geleide Kabels

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten VOORZICHTIG Beschadigingen aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen Om materiële schade aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: ● In de aansluitsokkel van de machinebehuizing mogen geen vreemde objecten, vuil en vocht voorkomen.
  • Pagina 69: Minimum Luchtafstanden

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 6.2.2.9 Minimum luchtafstanden Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden. Tabel 6-2 Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning Effectieve waarde van de wisselspanning Minimale luchtafstand ≤...
  • Pagina 70: Inbouwpositie Van De Plaatmoer Bij Schroefkoppelingen

    Elektrische aansluiting 6.4 Aardingsgeleider aansluiten 6.2.3.1 Inbouwpositie van de plaatmoer bij schroefkoppelingen ② O-ring ③ Inbouwpositie van de plaatmoer Schroefverbindingen met aansluitschroefdraad in de aansluitkast (EN 50262) ② O-ring Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 141) in acht. 6.3.1 Kabelinvoeren, afsluitstoppen en schroefdraadadapter Let bij de montage op de volgende aanwijzingen:...
  • Pagina 71: Minimaal Doorsnedeoppervlak Van De Aardleider

    Elektrische aansluiting 6.4 Aardingsgeleider aansluiten Neem bovendien de installatievoorschriften in acht, bijv. volgens EN / IEC 60204-1. Een aardleiding kan in principe op twee manieren op de machine worden aangesloten: ● Interne aarding met aansluiting in de aansluitkast op het hiervoor aangewezen en gemarkeerde punt.
  • Pagina 72: Aansluiting Temperatuursensor/Stilstandverwarming

    Elektrische aansluiting 6.5 Aansluiting temperatuursensor/stilstandverwarming Binnenste aardaansluiting Neem bij het aansluiten het volgende in acht: ● Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline; ● Plaats de veerring en het onderlegplaatje onder de schroefkop. ●...
  • Pagina 73: Kabelaansluiting

    Elektrische aansluiting 6.6 Kabelaansluiting Sluit de hulpstroomkringen volgens de uitvoering van de aansluitkast aan de klemmenrail of op het klemmenbord aan. Aansluiting klemmenrail Aansluiting klemmenbord Kabelaansluiting Aansluitbare doorsneden afhankelijk van de klemgrootte evt. gereduceerd door de grootte van de kabelwartels. Tabel 6-4 Max.
  • Pagina 74: Type Aderaansluiting

    Elektrische aansluiting 6.6 Kabelaansluiting 6.6.1 Type aderaansluiting Klembord Ader- door- snede mm² Aansluiting met kabelschoen DIN 46 234 Bij aansluiting van de kabelschoen ... 25 moet deze naar beneden worden afgeschuind. Aansluiting van een afzonderlijke ader met klembeugel ... 10 Aansluiting van twee ongeveer even dikke aders met klembeugel ...
  • Pagina 75: Aluminiumleider Aansluiten

    Elektrische aansluiting 6.7 Omvormer aansluiten 6.6.2 Aluminiumleider aansluiten Als u aluminium geleiders gebruikt, let dan ook het volgende: ● Gebruik alleen voor de aansluiting van aluminium geleiders geschikte kabelschoenen. ● Verwijder de oxidelaag aan de contactpunten op de geleider en/of op het tegenstuk vlak voor het aanbrengen van de aluminiumgeleider.
  • Pagina 76: Afsluitende Maatregelen

    Elektrische aansluiting 6.8 Afsluitende maatregelen ≤ 500 V 1500 1100 Tabel 6-6 Maximale spanningspieken op de motorklemmen voor machines speciaal voor omvormerbedrijf (bijv. VSD 10) Nominale motorspanning Maximale spanningspieken op de motorklemmen Û afhankelijk van de stijgingstijd t Û Û Stijgingstijd t Tussenkring U Leider-leider...
  • Pagina 77: Inbedrijfname

    Inbedrijfname Let bij alle werken aan de machine op het volgende: ● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11) ● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. ● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 78: Mechanische Controles

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling ● Beweeglijke delen, bijv. de koppeling, moeten vlot lopen. ● Alle maatregelen ter bescherming tegen aanraking voor bewegende een spanningsvoerende onderdelen zijn toegepast. ● Ingeschroefde hefogen zijn na het opstellen verwijderen of geborgd tegen loskomen. ●...
  • Pagina 79: Isolatieweerstand En Polarisatieindex

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Bedrijf aan de omvormer ● Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. ● Zorg ervoor dat de omvormer correct is ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering vindt u bepaalde parametreringsgegevens op het vermogensplaatje van de machine.
  • Pagina 80: Isolatieweerstand En Polarisatieindex Controleren

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.4 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index (PI) van de statorwikkeling staat op de klemmen gedeeltelijk gevaarlijk hoge spanning. Bij aanraking kan dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 81 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de statorwikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEEE 43‑2000. Tabel 7-1 Isolatieweerstand van de statorwikkeling bij 40 ℃ meet MΩ...
  • Pagina 82 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Bij een wikkelingstemperatuur van circa 25 °C bedragen de minimale isolatieweerstanden dus 20 MΩ (U ≤ 1000 V) resp. 300 MΩ (U > 1000 V). De waarden gelden voor de hele wikkeling tegen aarde. Bij het meten van afzonderlijke strengen gelden de dubbele minimale waarden. ●...
  • Pagina 83: Koeling Van De Machine Controleren

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.5 Koeling van de machine controleren Koeling ● Controleer of de koeling van de machine voor de inbedrijfstelling gewaarborgd is. 7.1.6 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine.
  • Pagina 84: Overige Documentatie

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.7 Overige documentatie Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. 7.1.8 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in.
  • Pagina 85: Inschakelen

    Inbedrijfname 7.2 Inschakelen Inschakelen 7.2.1 Maatregelen bij de inbedrijfstelling en testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moeten absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 86 Inbedrijfname 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. –...
  • Pagina 87: Bedrijf

    Bedrijf Let bij alle werken aan de machine op het volgende: ● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11) ● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. ● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 88 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Storingen tijdens bedrijf Aan volgende veranderingen tegenover de normale toestand erkent u dat de functie van de machine negatief werd beïnvloed. ● Hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen. ● Ongewone geluiden of geuren. ● Aanspreken van de bewakingsinrichtingen. Deze veranderingen kunnen storingen veroorzaken die direct of indirect de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade als gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 89 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. ● Let op de aanwijzingen in de bedieningshandleiding en de productinformatie van de fabrikant.
  • Pagina 90 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf WAARSCHUWING Storingen tijdens bedrijf Veranderingen ten opzichte van het normale bedrijf geven aan dat de functie nadelig wordt beïnvloed. Er kunnen storingen optreden, die direct of indirect dodelijk of ernstig lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg kunnen hebben. Let daarbij bijv.
  • Pagina 91: Veiligheidsaanwijzing Voor De Verluchting

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting 8.1.1.1 Veiligheidsinstructie voor externe ventilatie (optioneel) Externe ventilatie (optioneel): Methoden van koeling IC 416 volgens IEC / EN 60034-6 WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden Het gebruik van de machine zonder externe ventilatoren leidt tot oververhitting. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 92: Machine Inschakelen

    Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Machine inschakelen 1. Rijd de machine indien mogelijk zonder last aan en controleer de looprust. 2. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten. LET OP Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende traagheidsmoment.
  • Pagina 93: Stilstandverwarming Inschakelen

    Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Langdurige stilstandtijden Opmerking ● Neem bij langere bedrijfspauzen (> 1 maand) de machine geregeld in gebruik, bijvoorbeeld een keer per maand of draai minimaal de rotor rond. ● Neem het hoofdstuk "Inschakelen" in acht voordat u de machine opnieuw in bedrijf stelt. ●...
  • Pagina 94: Stilstandschade Aan De Wentellager Vermijden

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.5.1 Stilstandschade aan de wentellager vermijden Bij langere bedrijfspauzes kan dezelfde of nagenoeg dezelfde rustpositie van de rotor in de walslagers tot stilstandschade resp. standmarkeringen of corrosievorming leiden. ● Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf. Draai minstens meerdere keren de rotor door.
  • Pagina 95: Elektrische Storingen

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.2 Elektrische storingen Opmerking Wanneer u de motor aan een omvormer hebt gekoppeld, raadpleegt u bij het optreden van een elektrische storing de bedieningshandleiding van de omvormer. Tabel 8-1 Elektrische storingen ↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ↓...
  • Pagina 96: Mechanische Storingen

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.3 Mechanische storingen Tabel 8-2 Mechanische storingen ↓ Slepend geluid ↓ Radiale schommelingen ↓ Axiale schommelingen Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen Omlopende delen slijpen Stel de oorzaak vast en stel de delen bij. Onevenwicht van de rotor of van de kop‐ Ontkoppel de rotor of de koppeling en stel ze bij.
  • Pagina 97: Storingen Aan De Externe Ventilator

    Bedrijf 8.7 Uitschakelen Lagerspeling te groot Neem contact op met het Servicecenter. Lager is gecorrodeerd Vervang de lager. Controleer de afdichtingen. Te veel vet in de lager Verwijder overtollig vet. Verkeerd vet in de lager Gebruik het juiste vet. Afbladderpunten in de loopbaan Vervang de lager.
  • Pagina 98 Bedrijf 8.7 Uitschakelen Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 99: Onderhoud

    Onderhoud Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
  • Pagina 100: Lakschade Verbeteren

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.1.2 Lakschade verbeteren Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd. Opmerking Lakopbouw Neem contact op met het Service Center voor u de lakschade bijwerkt. Daar verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de lakschade.
  • Pagina 101: Inspectie Bij Storingen

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud LET OP Beschadiging van de isolatie Als tijdens het reinigen met perslucht metalen spanen de wikkelkop binnendringen, kan de isolatie worden beschadigd. Lucht- en kruiptrajecten kunnen wellicht niet worden aangehouden. Dit kan schade en zelfs een volledige uitval van de machine veroorzaken. Let bij het reinigen per perslucht op de geschikte afzuiging.
  • Pagina 102: Eerste Inspectie Na Montage Of Reparatie

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.3 Eerste inspectie na montage of reparatie Voer na ca. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na 6 maanden na inbedrijfstelling de volgende controles uit: Tabel 9-1 Controle na montage of reparatie Controle Tijdens be‐ Bij stil‐ drijf stand of de elektrische parameters in acht worden genomen.
  • Pagina 103: Beoordeling Van De Walslagering

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Controle Tijdens be‐ Bij stil‐ drijf stand Een eventueel aanwezige lagerisolatie is volgens de beschrijving uitgevoerd. Leidingen en isolatie-elementen bevinden zich in goede toestand en verto‐ nen geen verkleuringen. (*) Deze controles kunt u bij stilstand of eventueel bij bedrijf uitvoeren. LET OP Schade aan de machine Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk.
  • Pagina 104: Nasmering

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud De machines zijn voorzien van walslagers met continue vetsmering. Het is mogelijk dat een nasmeerinrichting aanwezig is. VOORZICHTIG Irritatie en ontstekingen van de ogen Een groot aantal vetten kunnen irritaties en ontstekingen van de ogen veroorzaken. ●...
  • Pagina 105: Reiniging

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Procedure Bij het nasmeren van de walslagers gaat u als volgt te werk: 1. Reinig de smeernippels aan de DE- en de NDE-zijde. 2. Pers het voorgeschreven vet in de voorgeschreven hoeveelheid in (conform typeplaatje). –...
  • Pagina 106: Condenswater Aftappen

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.10 Condenswater aftappen Open aanwezige condenswateropeningen regelmatig, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning Het inbrengen van voorwerpen in de condenswaterboringen (optie) kan leiden tot beschadiging van de wikkeling. Dit kan leiden tot dodelijk of zwaar lichamelijk letsel of materiële schade.
  • Pagina 107: Externe Ventilator Onderhouden

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.2.12 Externe ventilator onderhouden WAARSCHUWING Letsels door draaiende of spanningvoerende onderdelen Elektrische delen staan onder gevaarlijke elektrische spanning. Het aanraken ervan kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Koppel de apparaat voor het begin van de onderhoudswerken aan de externe ventilator af van het net, vooral voor het openen van de aansluitkast.
  • Pagina 108: Wentellager

    Onderhoud 9.3 Reparatie Opmerking Markeer voor aanvang van de demontage de bevestigingselementen en de rangschikking van de interne verbindingen. Dit maakt de latere montage eenvoudiger. Zorg ervoor, dat de uit de statorbehuizing stekende wikkelingen bij montage van de lagerplaat niet worden beschadigd. De montage van de machine moet indien mogelijk op een uitlijnplaat plaatsvinden.
  • Pagina 109 Onderhoud 9.3 Reparatie ● De verwijderde lagers niet opnieuw gebruiken. ● Verwijder aanwezig vervuild oud vet uit het lagerschild. ● Vervang aanwezig oud vet door nieuw vet. ● Vervang bij het wisselen van lagers de asafdichtingen. ● De contactoppervlakken van de afdichtingslippen licht invetten. Opmerking Bijzondere bedrijfsvoorwaarden Het aantal bedrijfsuren neemt af, bijv.
  • Pagina 110: Lagerinzetstukken

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.1.1 Lagerinzetstukken De lagers tegen indringend vuil en vocht beschermen. Houd bij de montage van de lagerinzetstukken de voorgeschreven aanhaalmomenten van de schroeven (Pagina 142) aan. 9.3.1.2 Wentellagers inbouwen ● Bij het inbouwen en tijdens de montage dient absoluut een zo groot mogelijke zorgvuldigheid en zuiverheid in acht te worden genomen.
  • Pagina 111: Lagerafdichting

    Onderhoud 9.3 Reparatie Zie ook Vervanging van wentellagers (Pagina 116) Lagerafdichting Neem de volgende details in acht: ● Voor het afdichten van de machines aan de rotoras worden asafdichtingsringen gebruikt. – Neem bij gebruik van V-ringen de montagematen in acht. ●...
  • Pagina 112: Ventilator

    Onderhoud 9.3 Reparatie ● Let bij het inbouwen en tijdens de montage absoluut op een zo groot mogelijke zorgvuldigheid en een correcte positonering. ● Zorg ervoor dat het afdichtvlak vrij is van vervuilingen en beschadigingen. ● Smeer de afdichtlippen lichtjes in met vet. 9.3.3 Ventilator LET OP...
  • Pagina 113: Beschermdak

    Onderhoud 9.3 Reparatie ● Vermijd hamerslagen om de rotoras, de ventilator en de lagers niet te beschadigen. ● Bij schade nieuwe onderdelen bestellen. Ventilatorkap uit kunststof Ashoogte 80 ... 160 1. Klikopeningen van de kap achter elkaar voorzichtig uit de uitsparingen tillen. 2.
  • Pagina 114: Ventilator Monteren

    Onderhoud 9.3 Reparatie Beschermdak met aangelaste steunen ● De bevestigingsschroeven op de overgang beschermdakvoet - klinkmoer aan de buitenzijde van het kaprooster losmaken. 9.3.3.2 Ventilator monteren ● Let er bij ventilatoren met klikmechanismen op, dat deze niet beschadigd raken! ● De ventilator daarvoor in de omgeving van de naaf tot een temperatuur van ca. 50 °C opwarmen.
  • Pagina 115: Boutborgingen

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.5 Boutborgingen Bouten of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd (bijv. veiligheidsplaten, veerringen, etc.), moeten bij de assemblage weer van dezelfde functionele elementen zijn voorzien. Veiligheids- en afdichtelementen moeten principieel worden vervangen. 9.3.6 Schakelverbindingen ●...
  • Pagina 116: O-Ringafdichting

    Onderhoud 9.3 Reparatie INTORQ BFK 458-6 2LM8 005-2NA10 INTORQ BFK 458-8 2LM8 010–3NA10 INTORQ BFK 458-10 2LM8 020–4NA10 INTORQ BFK 458-12 2LM8 040–5NA10 INTORQ BFK 458-14 2LM8 060–6NA10 INTORQ BFK 458-16 2LM8 100–7NA10 INTORQ BFK 458-20 2LM8 260–8NA10 INTORQ BFK 458-20 2LM8 315–0NA10 INTORQ BFK 458-25 2LM8 400–0NA10...
  • Pagina 117: Reserveonderdelen

    ● Naam en onderdeelnummer ● Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/) 10.2 Datamatrixcode op de machine Datamatrixcode Er bevindt zich evt. een datamatrixcode op de machine van Europese fabricate. De volgende informatie kunt u in de data matrix code vinden: ●...
  • Pagina 118: Reserveonderdelen Vindt U Via Internet

    Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en). Zie ook Handleiding voor Spares on Web (https://www.weblogx.siemens.de/SoWHilfe_HS/motors/en/) 10.5 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk.
  • Pagina 119: Voorbeeld Van Een Bestelling

    De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na levering van de machine. ● Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
  • Pagina 120: Machine-Onderdelen

    Reserveonderdelen 10.9 Machine-onderdelen 10.9 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 1.00 Lager DE-zijde Aansluitkast, compleet 1.30 Bout 5.43 Invoerplaat 1.31 Veerring 5.44 Bovendeel van aansluitkast 1.32 Bout 5.45 Behuizing 1.33 Moer 5.46 Bout 1.40 Lagerplaat 5.47 Bout 1.43 Asafdichtingsring 5.48...
  • Pagina 121 Reserveonderdelen 10.9 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 4.20 Afdekking 5.95 Bovendeel van aansluitkast 4.30 Contacthoek 5.96 Afsluitstop 4.31 Aardingshoek 5.97 Moer 4.35 Schijf 5.98 Plaatmoer 4.37 Klemplaat 5.99 Adapterplaat 4.38 Veerring 6.00 Lager NDE-zijde 4.39 Aardschroef (zelftappende schroef) 6.02 Borgring 4.40...
  • Pagina 122: Normdelen

    Reserveonderdelen 10.10 Normdelen 10.10 Normdelen Tabel 10-1 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 3.02 DIN 471 1.32 DIN 939 6.02 7.12 1.49 EN ISO 4017 4.11 6.12 DIN 472 4.39 5.60 5.61 5.65...
  • Pagina 123: Opengewerkte Tekeningen

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.1 1LA,1LP,1PP6 AH63 ... 90 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 124 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 125: 1La,1Lp,1Pp6 Ah100

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.2 1LA,1LP,1PP6 AH100 ... 160 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 126: 1La5180

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.3 1LA5180 ... 225 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 127: 1Le1,1Fp1 Ah80

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.4 1LE1,1FP1 AH80 ... 160 Aluminium Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 128: 1Le1 Ah180

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.5 1LE1 AH180 ... 200 Aluminium Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 129: 1Le1 Ah71

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.6 1LE1 AH71 ... 90 Ruwijzer Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 130: 1Le1, 1Fp1 Ah100

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.7 1LE1, 1FP1 AH100 ... 200 Grauguss Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 131: 1Le1 Ah225

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.8 1LE1 AH225 ... 315 Ruwijzer Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 132: 1Lg4/6 Ah180

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.9 1LG4/6 AH180 ... 315 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 133: Aansluitkast Gk330, Gt320, Gk430, Gt420

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.10 Aansluitkast gk330, gt320, gk430, gt420 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 134: Aansluitkast Gk431, Gt421, Gt520, Gt540

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.11 Aansluitkast gk431, gt421, gt520, gt540 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 135: Aansluitkast 1Lg4/6, Gt620, Gt640, Gt791

    Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.12 Aansluitkast 1LG4/6, gt620, gt640, gt791 gt 620 gt 640 gt 791 gt 791 Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 136 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 137: Verwijdering

    Verwijdering De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
  • Pagina 138: Demontage Voorbereiden

    Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen 11.4 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp.
  • Pagina 139 Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen ● Kabels en leidingen ● Elektronisch schroot Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: ● Olie ● Vetten ● Reinigings- en oplossmiddelen ● Lakresten ● Anticorrosiemiddel ● Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
  • Pagina 140 Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 141: Service & Support

    (www.siemens.com/yourcontact) Siemens-Support voor onderweg Mit de app "Siemens Industry Online Support" hebt u altijd en overal toe‐ gang tot meer dan 300.000 documenten van de Siemens Industry-Produk‐ te. De app ondersteunt u onder meer in volgende toepassingsgebieden: ●...
  • Pagina 142: A.2 Overige Documentatie

    Service & Support A.2 Overige documentatie Overige documentatie Bedieningshandleidingen kunnen via de volgende internetpagina's worden opgeroepen: http://support.industry.siemens.com Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 143: Technische Gegevens

    Technische gegevens Aanhaalmomenten B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen ● Schroeven of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd, moeten bij de montage weer met dezelfde functionele elementen zijn uitgerust. Vervang daarbij principieel vormvaste veiligheidselementen. ● Zeker met vloeibare kunststof gezekerde windingen bij het samenschroeven terug overeenkomstig, bv.
  • Pagina 144: B.1.2 Klembord En Aarding

    Technische gegevens B.1 Aanhaalmomenten B.1.2 Klembord en aarding Tabel B-2 Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen aan het klembord en aarding Schroefdraad ∅ M 3,5 M 10 M 12 M 16 B.1.3 Aansluitkasten, lagerschilden, aardleiders, plaatventilatorkappen Indien er geen andere aandraaimomenten worden aangegeven, gelden de waarden in de volgende tabellen.
  • Pagina 145: Kwaliteitsdocumenten

    Kwaliteitsdocumenten Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kwaliteitsdocumenten vindt u hier: https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/ps/13310/cert (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13310/cert) Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 146 Kwaliteitsdocumenten C.1 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 147: Index

    41 Afvalverwijdering Chemicaliën, 137 Fijnuitlijning, 57 Onderdelen, 136 Frequentieschommeling, 37 Aluminiumgeleider, 73 Funderingskrachten, 56 App "Siemens Industry Online Support", 139 Axiale kracht, 60 Axiale spleet, 57 Gehoorschade, 13 Geïsoleerde koppeling, 42 Geïsoleerde lager, 42 Balanceerkwaliteit, 59 Gekwalificeerd personeel, 12...
  • Pagina 148 Machine Schakelschema, 64 bevestigen, 56 Schroefkeuze, 56 Machine op de werkmachine uitrichten, 56 Service op locatie, 139 Mechanische storingen, 94 Siemens Industry Online Support Meer informatie, 139 App, 139 Minimale luchtafstanden, 67 SIMOTICS Digital Data, 115 Montage Spanningsschommeling, 37 Eerste inspectie, 100...
  • Pagina 149 Index Tandemaandrijving, 42 Te hoge toerentallen, 27 Technical Support, 139 Testrun, 83 Toerentalsperbereiken, 37 Trillingswaarden, 38, 84 Uitlijnen, 57 Uitrichten, 57 Uitzetting van de machine, 57 Veiligheidsaanbevelingen Onderhoudswerken, 98 Veiligheidsinstructies Brandbare stoffen, 13 Roterende delen, 12 Spanningvoerende delen, 12 Stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, 13 Warme oppervlakken, 13 Vergrendelingsschakelaar Externe ventilator, 35...
  • Pagina 150 Index Standaardmotoren AH 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A...
  • Pagina 152 Siemens AG Process Industries and Drives Large Drives Postfach 48 48 90026 NÜRNBERG Duitsland...

Inhoudsopgave