Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Siemens SIMOTICS XP 1MB 5 Series Bedieningshandleiding
Siemens SIMOTICS XP 1MB 5 Series Bedieningshandleiding

Siemens SIMOTICS XP 1MB 5 Series Bedieningshandleiding

Laagspanningsmotoren ashoogte 71 ... 355
Verberg thumbnails Zie ook voor SIMOTICS XP 1MB 5 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgave
10/2021
BEDIENINGSHANDLEIDING
SIMOTICS XP
Laagspanningsmotoren
1MB..5/6Ashoogte 71 ... 355
www.siemens.com/drives

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS XP 1MB 5 Series

  • Pagina 1 Uitgave 10/2021 BEDIENINGSHANDLEIDING SIMOTICS XP Laagspanningsmotoren 1MB..5/6Ashoogte 71 ... 355 www.siemens.com/drives...
  • Pagina 3 Inleiding Veiligheidsaanbevelingen Omschrijving Laagspanningsmotoren Voorbereiding van de inzet SIMOTICS XP 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfstelling Bedrijf Instandhouden Reserveonderdelen Afvalverwijdering Service en support Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten Voor gebruik in zone 1 (IEC/EN/GOST 60079-10-1) Voor gebruik in zone 21 (IEC/EN/GOST 60079-10-2) Voor gebruik in zone 22 (IEC/EN/GOST 60079-10-2) 10/2021 A5E44264501A...
  • Pagina 4 De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding..............................9 Over deze bedieningshandleiding ..................9 My support .......................... 9 Veiligheidsaanbevelingen ........................11 Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie ............11 De 5 veiligheidsregels ......................11 Gekwalificeerd personeel ....................12 Veilig gebruik van elektrische machines................12 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek .........................
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Voorbereiding van de inzet ......................... 33 Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie ........33 Bedrijfstype respecteren..................... 33 Machines zonder deklak..................... 33 Levering ..........................34 Transport en opslag ......................34 4.5.1 Opslag..........................37 4.5.2 Rotor beveiligen......................... 39 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag ....................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Machine monteren ......................59 5.5.1 Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop ..............59 5.5.2 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen............60 5.5.2.1 Horizontale bouwvorm met voeten ..................60 5.5.2.2 Horizontale bouwvorm met flens ..................60 5.5.2.3 Verticale bouwvorm met flens.................... 61 5.5.2.4 Bouwvorm zonder flens .....................
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Bedrijf ..............................91 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf ................91 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting ................95 8.1.1.1 Externe ventilatie (optioneel): Koeltype IC 416 volgens EN / IEC 60034-6 ......95 8.1.2 Inschakelen bij actieve stilstandverwarming ............... 96 Machine inschakelen......................96 Externe ventilator uitschakelen ..................
  • Pagina 9 Inhoudsopgave Reserveonderdelen..........................123 10.1 Bestellen van onderdelen ....................123 10.2 Reserveonderdelen vindt u via internet................124 10.3 Vervanging van wentellagers ................... 124 10.4 Stilstandverwarming ......................125 10.5 Onderdeelgroepen......................125 10.6 Voorbeeld van een bestelling ................... 126 10.7 Machine-onderdelen......................126 10.8 Normdelen ........................
  • Pagina 10 Inhoudsopgave 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 11: Inleiding

    Onder volgende link vindt u een omvangrijk hulpaanbod en meer informatie. My Support Links en Tools U kunt uw persoonlijke bibliotheek, bv. voor uw documentatie op basis van de Siemens-content individueel samenstellen en aanpassen voor uw eigen machinedocumentatie. 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355...
  • Pagina 12 Later logt u in met uw aanmeldgegevens. Met de volgende werkwijze kunt u uw persoonlijke bibliotheek onder "mySupport" aanleggen. Voorwaarde U bent in "Siemens Industry Online Support", hierna "SIOS" genoemd, geregistreerd en ingelogd. Siemens Industry Online Support (https://support.industry.siemens.com/cs/de/en/) Werkwijze voor het aanleggen van een persoonlijke bibliotheek 1.
  • Pagina 13: Veiligheidsaanbevelingen

    Veiligheidsaanbevelingen Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen.
  • Pagina 14: Gekwalificeerd Personeel

    Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines 5 veiligheidsregels 1. Vrijschakelen. Schakel ook de hulpstroomkringen vrij, zoals de stilstandverwarming. 2. Zorg voor een beveiliging die onbedoeld opnieuw inschakelen voorkomt. 3. Controleer of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is 4. Aarden en kortsluiten. 5.
  • Pagina 15: Gevaar Voor Licht Ontvlambare En Brandbare Stoffen

    Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gevaar door onder spanning staande delen Spanningvoerende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanraakbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Door het benaderen van actieve delen kunnen de minimale lucht- en kruiptrajecten mogelijk worden onderschreden. Aanraken of naderen kan de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg hebben.
  • Pagina 16: Elektromagnetische Velden Bij Het Gebruik Van Installatie Uit De Elektrische Energietechniek

    Veiligheidsaanbevelingen 2.5 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek Zie ook Onderhoud (Pagina 109) Geluidsemissies De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden. • Zorg ervoor dat er zich tijdens de werking van de machine geen personen in het gebied van de verhoogde geluidsemissie bevinden.
  • Pagina 17: Werking In Explosiegevaarlijke Zones

    Veiligheidsaanbevelingen 2.7 Elektrostatisch bedreigde modules Werking in explosiegevaarlijke zones Elektrische installaties in omgevingen met explosiegevaar moeten door de verantwoordelijke volgens de hiervoor geldende voorschriften en verordeningen worden gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Opmerking De basisvereisten voor elektrische installaties en hun bedrijf in omgevingen met explosiegevaar vindt u bijv.
  • Pagina 18: Explosiegevaar Door Elektrostatische Ontlading

    Veiligheidsaanbevelingen 2.7 Elektrostatisch bedreigde modules • Breng elektronische modules niet in contact met elektrisch isolerend materiaal, bijv. – Plasticfolie – Kunststofdelen – Isolerende tafellagen – Kleding van synthetische vezels • Leg de modules uitsluitend neer op geleidende en geaarde ondergronden. •...
  • Pagina 19: Elektromagnetische Compatibiliteit

    Veiligheidsaanbevelingen 2.12 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten Elektromagnetische compatibiliteit Elektromagnetische compatibiliteit Deze machine is volgens IEC/EN 60034 ontworpen en voldoet bij reglementair gebruik aan de vereisten van de Europese richtlijn 2014/30/EU inzake de elektromagnetische verdraagzaamheid. Storingsbestendigheid Zorg er door de keuze van geschikte signaalleidingen en evaluatie-eenheden voor dat de stoorbestendigheid van de machine niet wordt beïnvloed.
  • Pagina 20: Bijzondere Voorwaarden Voor Het Gebruik

    Veiligheidsaanbevelingen 2.13 Bijzondere voorwaarden voor het gebruik. 2.13 Bijzondere voorwaarden voor het gebruik. Uittreksel uit de EU-monstertestverklaringen, punt 17 of de IECEx Certificates of Conformity. • Een reparatie aan de ontstekingsdoorslagveilige spleten mag alleen conform constructieve voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd. De reparatie volgens de waarden van tabel 2 en 3 van de EN / IEC 60079-1: 2014 is niet toegestaan.
  • Pagina 21: Omschrijving

    Omschrijving Toepassingsgebied De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen. Ze zijn ontwikkeld voor brede toepassingsgebieden in de aandrijftechniek, netbedrijf en in combinatie met frequentie-omvormers ontwikkeld. Ze worden gekenmerkt door een hoge vermogensdichtheid, robuuste constructie, lange levensduur en grote betrouwbaarheid.
  • Pagina 22: Gebruik In Omgevingen Met Explosiegevaar

    Omschrijving 3.1 Toepassingsgebied Gebruik van explosiebeveiligde machines zonder CCC-markering Explosiebeveiligde machines met een CCC – markering zijn bestemd voor de Chinese markt. Gebruik geen explosiebeveiligde machines zonder CCC – markering binnen China. Gebruik in omgevingen met explosiegevaar Explosieveilige, elektrische machines voldoen aan de normen uit de series IEC / EN 60034 en IEC / EN 60079.
  • Pagina 23: Vermogensplaatjes

    Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Ontstekingsbeveiliging Ex db eb De machine zonder aansluitkast is in de ontstekingsbeveiliging “drukvast omhulsel” Ex db volgens IEC / EN 60079-0 en IEC / EN 60079-1 uitgevoerd. De aansluitkast is in de ontstekingsbeveiliging "Verbeterde veiligheid" (Ex e) volgens EC / EN 60079-0 en IEC / EN 60079-7 uitgevoerd.
  • Pagina 24 Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Positie Omschrijving Positie Omschrijving Mechanische gegevens Bouwgrootte Bouwvorm Beschermingsklasse Machinegewicht kg Warmteklasse Omgevingstemperatuurbereik (optioneel) Installatiehoogte (alleen indien groter dan 1000 m) Oscillatieniveau Lagerafmetingen Nasmeergegevens/voorschriften (optioneel) Inlegspieovereenkomst Kabelinvoer Ex db aansluitkast Vermogensplaatje stroomnet(DOL) Vermogensplaatje omvormerbedrijf (VSD) 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 25: Opbouw

    Omschrijving 3.3 Opbouw Opbouw 3.3.1 Voorschriften Tabel 3-1 Toegepaste algemene voorschriften Kenmerk Norm Beoordeling en prestatie EN / IEC 60034-1 GOST R GB 755 BS EN IEC IEC 60034-1 60034-4-1 Methoden voor het bepalen van de verliezen en EN / GOST R GB/T 1032 BS EN 60034-2-1...
  • Pagina 26: Koeling, Ventilatie

    Omschrijving 3.3 Opbouw Kenmerk Norm Elektrische bedrijfsmiddelen voor gebieden met explo‐ EN / IEC GOST IEC BS EN 60079-14 siegevaar - Deel 14: Ontwerp, keuze en opstelling van 60079-14 60079-14 3836.15 elektrische installaties Elektrische bedrijfsmiddelen voor gebieden met gas‐ EN / IEC GOST 31610.15 BS EN 60079-15 explosiegevaar - Deel 15: Bescherming van het appa‐...
  • Pagina 27: Lagers

    Omschrijving 3.3 Opbouw Externe ventilatie (optioneel): Methoden van koeling IC 416 volgens IEC / EN 60034-6 Een toerentalonafhankelijke koeling wordt gerealiseerd door een module die onafhankelijk van de bedrijfstoestand functioneert (externe ventilatie). Deze bouwgroep is extern afgesloten met een ventilatorkap. Ze beschikt over een eigen hoofdaandrijving met ventilatorwiel dat de koelluchtstroom opwekt voor de koeling van de machine.
  • Pagina 28: Uitbalancering

    Omschrijving 3.3 Opbouw WAARSCHUWING Lagerschade of asschade Grote aangedreven massa's waarvan het zwaartepunt buiten het asuiteinde ligt, kunnen ernstige resonanties veroorzaken. Dit kan de lagers en de assen beschadigen. In een omgeving met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 29 Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B7 (IM 1061) IM B8 (IM 1071) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B5 (IM 3001) IM V1 (IM 3011) IM V3 (IM 3031) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐...
  • Pagina 30: Bouwvormen/Opstellingstype Voor Explosieveilige Machines

    Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave IM B34 (IM 2101) IM V17 (IM 2111) IM V37 (IM 2131) Bouwvormen/opstellingstype voor explosieveilige machines De voor de machine geldende bouwvorm is aangegeven op het vermogensplaatje. Bij explosieveilige machines met bouwvorm aseinde naar beneden IM V5, IM V1 of IM V18 is een uitvoering met beschermdak voorgeschreven.
  • Pagina 31: Omgevingsomstandigheden

    Omschrijving 3.3 Opbouw Machines voor gebruik in zone 1 (ontstekingsbeschermingsklasse Drukvast omhulsel “db" of Verhoogde veiligheid “eb") of in zone 2 (ontstekingsbeschermingsklasse “ec") zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP55. Machines voor gebruik in zone 21 (stofexplosiebeveiliging “tb”) en groep IIIC zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP 65, machines voor gebruik in zone 22 (stofexplosiebeveiliging “tc”) en groep IIIB zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP 55 en kunnen worden gebruikt in stoffige omgevingen zoals molens, silo's, mouterijen en bepaalde omgevingen in de chemische...
  • Pagina 32: Bijkomende Inrichtingen

    Omschrijving 3.3 Opbouw Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Bijkomende inrichtingen Volgens de bestelling kunnen verschillende extra inrichtingen zoals bijv. temperatuursensoren worden in- of aangebouwd, bijv. voor de controle van de lagers of voor de controle van de wikkeling.
  • Pagina 33 Omschrijving 3.3 Opbouw **** II 2G Ex db IIB T. Gb **** II 2G Ex db IIC T. Gb 1Ex db e IIA T. Gb X 1Ex db e IIB T. Gb X 1Ex db e IIC T. Gb X 1Ex d IIA T.
  • Pagina 34: Aansluitkast

    Omschrijving 3.3 Opbouw II 3D Ex tc IIIC T... °C Dc II 3D Ex tc IIIA T... °C Dc II 3D Ex tc IIIB T... °C Dc II 3D Ex tc IIIC T... °C Dc Ex tc IIIA T... °C Dc X Ex tc IIIB T...
  • Pagina 35: Voorbereiding Van De Inzet

    Voorbereiding van de inzet Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij het ontwerp van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
  • Pagina 36: Levering

    De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Meld zichtbare gebreken/een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
  • Pagina 37: Gevaar Door Beschadigde Aanslagpunten

    Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Gevaar door een ondeskundig vastzetten en hijsen • Zorg ervoor, dat er een geschikte hefvoorziening ter beschikking staat. • Zet de transportgoederen slechts op de betreffende aanslagelementen en/of de aangeduide plaatsen vast. De aanslagpunten zijn niet ontworpen voor extra lasten. •...
  • Pagina 38 Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag • Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan. WAARSCHUWING Levensgevaar als gevolg van vallende machine Als het hijs- of lastopnamemiddel bezwijkt, kan de machine vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 39: Opslag

    Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.1 Opslag Buitenopslag LET OP Beschadiging van de machine In geval van ondeskundig opslag bestaat er gevaar voor materiële schade. Zorg bij externe klimatologische omstandigheden (bijv. zoute en/of stoffige, vochtige atmosfeer) voor extra bescherming van de machine. Kies een schokvrije en droge opslagplaats die tegen overstroming beveiligd is.
  • Pagina 40 Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Opslagtemperatuur Toegestaan temperatuurbereik: -20 °C tot +50 °C Maximaal toegestane luchtvochtigheid: 60 % Voor machines die specifiek zijn uitgevoerd voor afwijkende omgevingstemperatuur tijdens gebruik of afwijkende installatiehoogte, kunnen voor de opslagtemperatuur andere voorwaarden gelden.
  • Pagina 41: Rotor Beveiligen

    Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.2 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een vergrendeling voor de rotor uitgerust. Zij beschermt de rotor tegen schade door schokken bij het transport of de opslag. LET OP Motorschade door trillingen Als de vergrendeling van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen of tijdens de opslag worden beschadigd.
  • Pagina 42: Alternatieve Rotorvergrendeling

    Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling • Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. ① ② Huls Asschroef en schijf Afbeelding 4-1 Axiale bevestiging van de rotor Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment...
  • Pagina 43: Inbedrijfstelling Na Opslag

    Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.3.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: •...
  • Pagina 44: Koeling Waarborgen

    Voorbereiding van de inzet 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. • Hinder de ventilatie niet. •...
  • Pagina 45 Voorbereiding van de inzet 4.6 Koeling waarborgen Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale waarde “x” voor de afstand tussen naburige modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte [mm] 63 ... 71 80 ...
  • Pagina 46: Thermische Bescherming

    Voorbereiding van de inzet 4.10 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Thermische bescherming De machine is optioneel met NTC-weerstanden, Pt100, Pt1000 uitgerust. Als een thermisch certificaat voorhanden is en de testgegevens op het vermogensplaatje vermeld staan, is een thermische machinebeveiliging door directe temperatuurbewaking van de wikkeling toegestaan.
  • Pagina 47: Grenswaarden Voor Het Toerental

    Voorbereiding van de inzet 4.12 Systeemeigen frequenties Elke machine beschermd moet worden tegen oververhitting. Volg daartoe volgende aanwijzingen: • Elke machine moet volgens IEC / EN 60079–14 in alle fasen met behulp van een vertraagde aardlekschakelaar met fase-uitvalbescherming volgens IEC / EN 60947 of een gelijkwaardige voorziening worden beschermd.
  • Pagina 48: Elektromagnetische Compatibiliteit

    Voorbereiding van de inzet 4.13 Elektromagnetische compatibiliteit 4.13 Elektromagnetische compatibiliteit Opmerking Bij sterk verschillende draaimomenten (bijv. aandrijving van een zuigercompressor) wordt een niet sinusvormige machinestroom afgedwongen, waarvan de harmonische trillingen een ontoelaatbare netbeïnvloeding en daardoor een ontoelaatbare storingsemissie kunnen veroorzaken. Opmerking Omvormer •...
  • Pagina 49: Bedrijf Aan De Omvormer

    Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.1 Omvormer van parameters voorzien • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, dienen de betrokken bijkomende gegevens op het vermogensplaatje te worden vermeld. •...
  • Pagina 50: Lagerstromen Verminderen Bij Bedrijf Aan De Omvormer

    Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.3 Lagerstromen verminderen bij bedrijf aan de omvormer Met de volgende maatregelen kunt u lagerstromen reduceren: • Voer de contactering uit op een plaats met voldoende ruimte. Massieve koperen leidingen zijn vanwege het stroomverdringingseffect voor de HF-aarding niet geschikt. •...
  • Pagina 51: Maatregelen Ter Reducering Van Lagerstromen

    • Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. • Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van Siemens. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
  • Pagina 52: Tandemaandrijving

    Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer ① ④ Werkmachine Geïsoleerd lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ ⑥ Koppeling Geïsoleerde koppeling Afbeelding 4-3 Principiële weergave tandemaandrijving LET OP Lagerschade Als tussen de motoren van de tandemaandrijving geen geïsoleerde koppeling wordt gebruikt, kunnen lagerstromen optreden.
  • Pagina 53: Montage

    Montage Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 54: Verlies Van Conformiteit Met Europese Richtlijnen

    Montage 5.2 Montage voorbereiden Verlies van conformiteit met Europese richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de Europese richtlijnen. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met Europese richtlijnen. Hierdoor komt de garantie te vervallen. Explosiegevaar bij wijzigingen aan de machine Wijzigingen aan de machine zoals boringen of andere mechanische bewerkingen zijn niet toegestaan resp.
  • Pagina 55: Schade Aan Gemonteerde Onderdelen Door Hoge Temperaturen

    Montage 5.2 Montage voorbereiden Schade aan gemonteerde onderdelen door hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen bij de klant, bijvoorbeeld leidingen uit niet hittebestendig materiaal, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. • Temperatuurgevoelige onderdelen mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
  • Pagina 56: Isolatieweerstand En Polarisatie-Index Van De Wikkeling Controleren

    Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na de meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index van de...
  • Pagina 57: Grenswaarden Voor De Isolatieweerstand Van De Wikkeling

    Montage 5.2 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C / MΩ...
  • Pagina 58: De Polarisatie-Index Meten

    Montage 5.2 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger.
  • Pagina 59: Machine Plaatsen

    Montage 5.3 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.3.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geëigende montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2.
  • Pagina 60: Uitlijnen En Bevestigen

    Montage 5.4 Uitlijnen en bevestigen Uitlijnen en bevestigen Let bij het uitlijnen en de bevestiging op het volgende: • Let bij het monteren van de voeten en flenzen op een gelijkmatige uitlijning. • Bij wandmontage dient u de machine aan de onderzijde te stutten door bijvoorbeeld een steunlijst, of u zet de machine met een pen- en gatverbinding vast.
  • Pagina 61: Vlakheid Van De Aanligvlakken Voor Voetmotoren

    Montage 5.5 Machine monteren • Looprust Voorwaarden voor een rustige, trillingsarme loop zijn: – Stabiele trillingsvrije vormgeving van de fundering. – Nauwkeurig uitlijnen van de koppeling – Een goed gebalanceerd aandrijfelement (koppeling, riemschijf, ventilator, ...) Neem de max. toegestane trillingswaarden tijdens bedrijf volgens ISO 10816-3 in acht. Vermijd in het hele toerentalbereik niet toegestane trillingen als gevolg van bijv.
  • Pagina 62: Machine Op De Werkmachine Uitrichten En Bevestigen

    Montage 5.5 Machine monteren 5.5.2 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen 5.5.2.1 Horizontale bouwvorm met voeten 1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en van de fabrikant van de koppeling. 2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen parallel en zonder verspringing verlopen.
  • Pagina 63: Verticale Bouwvorm Met Flens

    Montage 5.5 Machine monteren 3. Positioneer de machine met gelijke assen tegenover de werkmachine, zodat ze nog net geen contact maakt. Zet de machine langzaam aan, anders kan de centrering worden beschadigd. 4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden boven de schroefdraadboringen liggen.
  • Pagina 64: Rotorvergrendeling Verwijderen

    Montage 5.5 Machine monteren 5.5.3 Rotorvergrendeling verwijderen Als een rotorkleminrichting op de machine aanwezig is, verwijder deze dan zo laat mogelijk; bijvoorbeeld pas voor het ophijsen van het aangedreven element of het aandrijfelement. Opslag rotorkleminrichting Bewaar de rotorkleminrichting. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend transport van de machine weer worden gemonteerd.
  • Pagina 65: Aanbrengen En Lostrekken Van De Afdrijfelementen

    Montage 5.5 Machine monteren WAARSCHUWING Letselgevaar door ondeskundige montage of demontage Bij bedrijf zonder opgetrokken afdrijfelementen, zoals koppelingen etc. kan de inlegspie eruit worden geslingerd. Volg de noodzakelijke maatregelen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Volg de algemeen noodzakelijke maatregelen voor de contactbescherming van de afdrijfelementen.
  • Pagina 66: Weergave Van Het Aanbrengen En Lostrekken Van De Afdrijfelementen

    Montage 5.5 Machine monteren 5.5.5.2 Weergave van het aanbrengen en lostrekken van de afdrijfelementen Lostrekken van de aandrijfelementen Aanbrengen van de aandrijfelementen Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center (Pagina 145) of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
  • Pagina 67 Montage 5.5 Machine monteren kortere of langere afdrijfelement voor zorgen dat de spieverbindingen tussen naaf en machine- as elkaar aanvullen: • Als het afdrijfelement bij uitbalancering “H” korter is dan de inlegspie, moet u het uit de ascontour en het afdrijfelement stekende deel van de inlegspie afwerken of de uitbalancering moet worden behouden.
  • Pagina 68 Montage 5.5 Machine monteren 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 69: Elektrische Aansluiting

    Elektrische aansluiting Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 70: Explosiegevaar Door Loskomende Aansluitdelen

    Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Explosiegevaar door loskomende aansluitdelen Als u bevestigingselementen uit verkeerd materiaal gebruikt of met het verkeerde aanhaalmoment bevestigt, dan kan de stroomovergang belemmerd worden of kunnen aansluitdelen loskomen. Bevestigingselementen kunnen draaien. daardoor kan het zijn dat de minimum luchttrajecten niet worden bereikt.
  • Pagina 71: Klemaanduiding

    Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten LET OP Beschadiging van de aansluitkast Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de aansluitkast kunnen materiële schade tot gevolg hebben. Om materiële schade aan de aansluitkast te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: • Let erop, dat de onderdelen in de aansluitkast niet beschadigd raken. •...
  • Pagina 72: Bijkomende Boorgaten In De Aansluitkast

    Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Sluit de nettoevoerleidingen bij vast gedefinieerde draairichtingen (draairichtingpijl) op de juiste wijze aan. • Als de netleidingen met fasevolgorde L1, L2, L3 aan U, V, W worden aangesloten, dan resulteert dit in een rotatie in uurwijzerzin (rechtsom). •...
  • Pagina 73: Schroefdraadgrootten Op De Aansluitkast

    Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 3. Controleer bij het invoeren van de kabels in de aansluitkasten dat de kabels niet onderhevig zijn aan trekontlasting. 4. Sluit de kabels zorgvuldig aan en zorg voor een goede aardverbinding. 5. Trek de schroefverbindingen en de delen van de trekontlasting met het overeenkomstige draaimoment volgens de gegevens van de fabrikant aan.
  • Pagina 74: Interne Potentiaalvereffening Tussen De Hoofdaansluitkast En De Machinebehuizing

    Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten 6.1.4 Interne potentiaalvereffening tussen de hoofdaansluitkast en de machinebehuizing De interne potentiaalvereffening tussen de aardingsklem in de aansluitkast, de aansluitkastdelen en de machinebehuizing wordt ofwel via een metalen contact, via een koperen vlechtband of een geslagen leider gewaarborgd. Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 147) in acht.
  • Pagina 75: Aansluittype Aardgeleider

    Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten 6.3.1 Aansluittype aardgeleider Ashoogte Soort aarding van de behuizing 71 ... 112 Kabelaansluiting met vrije geleider Kabelaansluiting met kabelschoen (DIN 46234; JB/T2436.1) 132 ... 355 Kabelaansluiting met vrije geleider Kabelaansluiting met aardingsband Kabelaansluiting met kabelschoen (DIN 46234;...
  • Pagina 76: Binnenste Aardaansluiting

    Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten Binnenste aardaansluiting Neem bij het aansluiten het volgende in acht: • Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline; • Plaats de veerring en het onderlegplaatje onder de schroefkop. •...
  • Pagina 77: Aansluiting Temperatuursensor / Stilstandverwarming

    Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding.
  • Pagina 78: Kabelaansluiting

    Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting 6.5.1 Kabelaansluiting Aansluittype Aansluitbout Kabeldoorsnede mm² Aansluiting met kabelschoen DIN 46234 1 ... 4 1 ... 6 (ashoogte 132) 1 ... 16 4 ... 35 Aansluiting van een afzonderlijke geleider 1 ... 4 1 ... 6 (ashoogte 132) 1 ...
  • Pagina 79 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluitwijze Aansluitbout Kabeldoorsnede Aansluitkast Ex db mm² Aansluiting van een afzonderlijke geleider 1 ... 6 1 ... 10 4 ... 16 Aansluiting van 2 even dikke aders met klem‐ Niet toegestaan beugel Niet toegestaan 4 ... 16 Aansluitbout Klemdikte Klemdikte...
  • Pagina 80 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluittype Aansluitbout Kabelpositie met klem Kabeldoorsnede mm² 2,5 … 25 16 ... 50 10 … 16 10 ... 95 25 … 185 50 … 300 50 … 120 95 … 240 120 … 300 16 … 35 16 …...
  • Pagina 81: Kabeleinde Met Draadeindhuls

    Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting 6.5.2 Kabeleinde met draadeindhuls 1. Gebruik voor de kabeleinden bij voorkeur draadeindhulzen in plaats van solderen. 2. Bevestig de adereindhulzen vóór het aansluiten door een vakkundige, stroombestendige persverbinding op het uiteinde van de geleider. WAARSCHUWING Explosiegevaar als gevolg van oververhitting Als het geleideruiteinde niet juist door de draadeindhuls wordt omvat en daarmee verklemd is, kan oververhitting ontstaan.
  • Pagina 82: Omvormer Aansluiten

    Elektrische aansluiting 6.6 Omvormer aansluiten Omvormer aansluiten LET OP Materiële schade door te hoge aansluitspanning Als de aansluitspanning voor het isolatiesysteem te hoog is, kan dit materiële schade veroorzaken. • Neem de waarden in de volgende tabellen in acht. Het bedrijf van SIMOTICS-machines is bij inachtneming van de toelaatbare spanningspieken op SINAMICS G frequentieomvormers en SINAMICS S frequentieomvormers (ongeregelde en geregelde voeding) mogelijk.
  • Pagina 83: Afsluitende Maatregelen

    Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen WAARSCHUWING Oververhitting van de machine Het gebruik van machines met explosiebeveiliging op de omvormer zonder veiligheidsinrichting kan dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Als u machines met explosiebeveiliging op de omvormer gebruikt, maak dan altijd gebruik van een PTC-bewaking.
  • Pagina 84 Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 147) 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 85: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 86 Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 147) Tweede asuiteinde Als het tweede asuiteinde niet wordt gebruikt: • Beveilig de pasveer tegen wegslingeren en let erop dat de rotorbalancering “H” (normale uitvoering) tot ca 60% van de massa is gereduceerd. •...
  • Pagina 87: Isolatieweerstand En Polarisatieindex

    Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. • Zorg ervoor dat de omvormer correct is ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering vindt u bepaalde parametreringsgegevens op het vermogensplaatje van de machine.
  • Pagina 88: Externe Ventilator In Bedrijf Nemen

    Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Voorbereiding van de inzet (Pagina 33) 7.1.3 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine. De vreemde ventilator is slechts voor een draairichting geschikt. Controles voor de eerste testrun Voer voor de eerste testrun de volgende controles uit: •...
  • Pagina 89: Richtwaarden Voor De Controle Van De Opslagtemperatuur

    Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.4 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in. Tabel 7-1 Richtwaarden voor de instelling van de opslagtemperatuur voor de ingebruikneming Instelwaarde Temperatuur...
  • Pagina 90: Inschakelen

    Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen Inschakelen Maatregelen bij de inbedrijfstelling Na montage of revisie worden voor de normale inbedrijfname van machines de volgende maatregelen aanbevolen: • Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze niet voortijdig uit. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 91: Testrun

    Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 7.2.1 Testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moeten absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 92 Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. –...
  • Pagina 93: Bedrijf

    Bedrijf Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 94: Storingen Tijdens Bedrijf

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Storingen tijdens bedrijf Aan volgende veranderingen tegenover de normale toestand erkent u dat de functie van de machine negatief werd beïnvloed. • Hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen. • Ongewone geluiden of geuren. • Aanspreken van de bewakingsinrichtingen. Deze veranderingen kunnen storingen veroorzaken die direct of indirect de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade als gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 95: Explosiegevaar Door Overschrijding Van De Toegelaten Axiale En Radiale Krachten

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. • Let op de aanwijzingen in de bedieningshandleiding en de productinformatie van de fabrikant.
  • Pagina 96: Explosiegevaar Door Oververhitting Van De Machine Door Stoflaag

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar door hybride mengsels Hybride mengsels zijn mengsels van brandbare stoffen met explosieve gas-luchtmengsels die bij gelijktijdig uittreden samen een gevaarlijke explosieve atmosfeer kunnen vormen. Daarbij kunnen veranderingen van de veiligheidstechnische kenwaarden optreden, zoals bv. wijziging van de zone-indeling, toename van de explosiedruk, vermindering van de minimale ontstekingsenergie en een vermindering van de te respecteren maximale temperaturen.
  • Pagina 97: Explosiegevaar Door Statische Oplading

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar door statische oplading Tijdens het reinigen kunnen de kunststofdelen statisch worden opgeladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. •...
  • Pagina 98: Inschakelen Bij Actieve Stilstandverwarming

    Bedrijf 8.2 Machine inschakelen 8.1.2 Inschakelen bij actieve stilstandverwarming Verhoogde machinetemperatuur door ingeschakelde verwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. Dit kan tot materiële schade leiden. • Zorg ervoor dat de stilstandverwarming uitgeschakeld is voor u de motor inschakelt. •...
  • Pagina 99: Externe Ventilator Uitschakelen

    Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Externe ventilator uitschakelen Schakel de externe ventilator na het uitschakelen van de machine niet meteen uit. Wacht tot de machine is afgekoeld. Daarmee vermijdt u "restwarmteophoping". Herinschakelen na noodstop • Controleer na een noodstop de machine voordat u de werkmachine opnieuw inschakelt. •...
  • Pagina 100: Stilstandschade Aan De Wentellager Vermijden

    Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Smeren voor het opnieuw in bedrijf nemen LET OP Drooglopen van de lagers Als de lagers onvoldoende vet bevatten, kunnen deze beschadigd raken. • Smeer de lagers na bij een bedrijfspauze van meer dan één jaar. Hierbij moet de as draaien om het vet in de lagers te verdelen.
  • Pagina 101: Machine Terug In Bedrijf Nemen

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.5.3 Machine terug in bedrijf nemen Als u de machine weer in bedrijf neemt, ga dan als volgt te werk: • Kijk het protocol voor de buitenbedrijfstelling in en maak de maatregelen voor de conservering en de opslag terug ongedaan. •...
  • Pagina 102: Mechanische Storingen

    Bedrijf 8.6 Storingen ↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ↓ Brommend geluid bij het starten ↓ Brommend geluid tijdens het bedrijf ↓ Grote verhitting bij onbelast draaien ↓ Grote verhitting bij belasting ↓ Sterke opwarming van enkele wikkelingsdelen Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen Netspanning te hoog, frequentie te laag...
  • Pagina 103: Storingen Aan De Wentellager

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.4 Storingen aan de wentellager Beschadigingen aan de wentellagers zijn gedeeltelijk moeilijk te herkennen. Vervang het walslager in geval van twijfel. Pas alleen andere lageruitvoeringen toe na overleg met de fabrikant. Tabel 8-3 Storingen aan de wentellager ↓...
  • Pagina 104 Bedrijf 8.6 Storingen 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 105: Instandhouden

    Instandhouden Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
  • Pagina 106: Inspectie En Onderhoud

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Inspectie en onderhoud 9.1.1 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie en onderhoud Let bij alle inspectie- en onderhoudswerken aan de machine op de norm IEC / EN 60079‑17 of de overeenkomstige nationale voorschriften. Explosiegevaar door oververhitting van de machine door stoflaag Stofafzettingen kunnen door hun warmte-isolerende werking tot oververhitting van de machine leiden.
  • Pagina 107 Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Explosiegevaar door statische oplading Tijdens het reinigen kunnen de kunststofdelen statisch worden opgeladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. •...
  • Pagina 108: Inspectie Bij Storingen

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Schade door vreemde voorwerpen in de machine Bij servicewerken kunnen vreemde voorwerpen zoals vuil, werktuigen of losse onderdelen zoals schroeven enz. in de machine blijven. Het gevolg daarvan kan kortsluiting, een verminderd koelvermogen, of meer lawaai bij de werking zijn. De machine kan worden beschadigd. •...
  • Pagina 109: Hoofdinspectie

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen nodig zijn. LET OP Schade aan de machine Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden. 9.1.4 Hoofdinspectie Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan.
  • Pagina 110: Beoordeling Van De Walslagering

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.5 Beoordeling van de walslagering Voor de beoordeling van de walslagers is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machine te demonteren. De machine moet voor de eerste keer worden gedemonteerd, wanneer de lagers worden vernieuwd. De toestand van een walslager kan met behulp van een lagertrillingsanalyse worden beoordeeld.
  • Pagina 111: Boutkwaliteit

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.7 Boutkwaliteit Controleer of alle bevestigingsbouten van de lagerschilden, lagerdeksels, doorvoerplaten en aansluitkasten aanwezig en correct aangetrokken zijn. Beschadigde bouten vervangen met gelijkwaardige bouten in onberispelijke toestand. Ashoogte Schroefkwaliteit voor omgevingstemperatuur T ≥ -40 °C ... ≤ 60 °C ≥...
  • Pagina 112: Explosiegevaar Door Verhoogde Oppervlaktetemperatuur

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.2 Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing. In een explosieve stofatmosfeer kan het tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 113: Nasmeerintervallen En Vettypes Voor Het Gebruik Van Walslagers

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.4 Nasmeerintervallen en vettypes voor het gebruik van walslagers Nasmeerintervallen De nasmeerintervallen voor de walslagers in bedrijfsuren en de vetsoort staan vermeld op het smeerplaatje van de machine. Onafhankelijk van de bedrijfsuren moet de machine minstens eenmaal per jaar worden nagesmeerd.
  • Pagina 114: Soorten Smeermiddel

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Soorten smeermiddel Voor het standaard toepassingsgebied wordt bij de eerste smering van de walslagers over het algemeen een vet voor temperaturen tot ‑20 °C gebruikt. Indien de machines voor toepassing in een uitgebreid temperatuurbereik onder ‑20 °C werden besteld, wordt het toegestane soort smeermiddel op het smeerplaatje aangegeven.
  • Pagina 115: Onderhoud En Reparatie Bij Machines Met Ontstekingsbeveiligingsklasse Voor Een Drukvast Omhulsel

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.6 Onderhoud en reparatie bij machines met ontstekingsbeveiligingsklasse voor een drukvast omhulsel Volg de bijzondere voorwaarden voor het gebruik. (Pagina 18) • Onderhoud, reparatie en wijzigingen aan machines met explosiebeveiliging alleen uitvoeren onder naleving van de overeenkomstige nationale voorschriften van de "verordening inzake bedrijfsveiligheid", de veiligheidsaanwijzingen en de beschrijvingen in de algemene onderhoudshandleiding.
  • Pagina 116: Externe Ventilatie Onderhouden

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.7 Externe ventilatie onderhouden WAARSCHUWING Roterende of spanningvoerende delen Elektrische delen staan onder gevaarlijke elektrische spanning. Het aanraken ervan kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Koppel de externe ventilator voor het begin van de onderhoudswerken af van het net, vooral voor het openen van de aansluitkast.
  • Pagina 117: Aansluitkast Controleren

    Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Aansluitkast controleren • Controleer de aansluitkast regelmatig op dichtheid, onbeschadigde isolatie en vaste aansluitverbindingen. • Als in de aansluitkast stof of vocht is binnengedrongen, reinig of droog de aansluitkast dan goed en in het bijzonder de isolatoren. Controleer de afdichtingen en de afdichtvlakken en verhelp de oorzaak van de lek.
  • Pagina 118: Reparatie

    Instandhouden 9.2 Reparatie WAARSCHUWING Explosiegevaar door verkeerde laklaag Bij een grotere laklaagdikte kan de laklaag elektrostatisch opladen. Er kan een ontlading ontstaan. Explosiegevaar is aanwezig op het moment dat ook explosieve mengsels aanwezig zijn. Dit kan de dood, zware lichamelijke letsels en materiële schade veroorzaken. Geschiktheidscontrole voor laksystemen in Ex-omgevingen De elektrostatische geschiktheid van de standaard te bestellen laksystemen is gecertificeerd voor gebruik op explosiebeveiligde machines.
  • Pagina 119: Stilstandverwarming

    Instandhouden 9.2 Reparatie De werkzaamheden moeten door een bijkomend reparatiebordje met de volgende gegevens worden gekentekend: • Datum • Uitvoerende firma • Aard van de reparatie • Referentienummer van de reparateur. De controle na de service moet gebeuren volgens de overeenkomstige EU-richtlijnen. Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing.
  • Pagina 120: Walslager

    Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.3 Walslager De specificaties over de toegepaste lagers vindt u op het typeplaatje of in de catalogus. Opmerking Lagerafdichtingen bij Ex-machines Gebruik bij Ex-machines uitsluitend originele reserve- en reparatieonderdelen. Gevaar door uitvallende rotor Bij werkzaamheden in een verticale machinepositie dient de rotor te worden ondersteund. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 121 Instandhouden 9.2 Reparatie Opmerking Verdere informatie over de montage van de wentellagers vindt u in de catalogus of de informatie van de wentalagerfabrikant. Handelwijze 1. Vervang beschadigde onderdelen. 2. Verwijder de verontreinigingen aan de onderdelen. Verwijder vetresten en restanten van afdichtmiddelen of vloeibare schroefbeveiliging.
  • Pagina 122: Asafdichting Montagemaat "L" En Uitrichting

    Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.4 Asafdichting montagemaat “L” en uitrichting Tabel 9-3 Standaard Assen-∅ Gammaring 15 ... 25 30 ... 45 50 ... 100 Ashoogte (Optioneel) 160 (Optioneel - NDE) Tabel 9-4 Alternatieven Assen-∅ V-ring met beschermkap 40 ... 65 11,5 -0,3 70 ...
  • Pagina 123: O-Ringafdichting

    Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.5 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O- ringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten. Vervang de beschadigde O- afdichtringen. O-ringafdichtringen kunnen bv. op de volgende onderdelen aanwezig zijn: •...
  • Pagina 124 Instandhouden 9.2 Reparatie 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 125: Reserveonderdelen

    • Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) Opmerking De grafische voorstellingen in dit hoofdstuk zijn principiële voorstellingen van de basisuitvoeringen. Ze dienen voor de definitie van de onderdelen. De geleverde uitvoering kan in details van deze voorstellingen afwijken.
  • Pagina 126: Reserveonderdelen Vindt U Via Internet

    10.2 Reserveonderdelen vindt u via internet Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en). 10.3 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk.
  • Pagina 127: Stilstandverwarming

    Reserveonderdelen 10.5 Onderdeelgroepen 10.4 Stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar door ondeskundige reparatie Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 128: Voorbeeld Van Een Bestelling

    De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
  • Pagina 129 Reserveonderdelen 10.7 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 1.29 Veerring 6.00 Lager NDE-zijde 1.30 Bout 6.02 Borgring 1.31 Veerring 6.03 Lagerdeksel BS, binnen 1.34 Veerring 6.10 Wentellager 1.40 Lagerplaatje 6.15 Asmoer 1.43 Asafdichtring 6.20 Lagerplaatje 1.44 Lagerdeksel DE-zijde, binnen 6.22 O-ring 1.45...
  • Pagina 130 Reserveonderdelen 10.7 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 5.20 Kabeldoorvoering 7.87 Ring 5.22 Boutdoorvoering 7.88 Bout 5.25 Veerring 7.89 Askoppeling 5.26 Moer 7.90 Ring 5.27 Klembeugel 7.91 Bout 5.29 Lage bevestigingsklem 7.92 Ventilator, compleet 5.35 Speciale moer 7.93 Ring 5.36...
  • Pagina 131: Normdelen

    Reserveonderdelen 10.8 Normdelen 10.8 Normdelen Tabel 10-2 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 3.02 DIN 471 5.26 EN ISO 4032 6.02 5.55 7.12 1.59 DIN 472 4.04 DIN 580 1.28 EN ISO 4762 1.30 1.45...
  • Pagina 132 Reserveonderdelen 10.8 Normdelen Norm Afbeelding Norm Afbeelding 4.39 EN ISO 4017 5.65 4.15 DIN EN ISO 5.79 8752 5.89 6.63 7.86 8.01 8.10 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 133: Opengewerkte Tekeningen

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.1 Ashoogte 71 ... 132 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 134: Ashoogte 160

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.2 Ashoogte 160 ... 225 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 135: Schuine Kogellager Ashoogte 160

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.3 Schuine kogellager ashoogte 160 ... 225 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 136: Ashoogte 250

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.4 Ashoogte 250 ... 355 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 137: Ex Eb Aansluitkast Ashoogte 71

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.5 Ex eb aansluitkast ashoogte 71 ... 225 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 138: Ex Eb Aansluitkast Ashoogte 250

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.6 Ex eb aansluitkast ashoogte 250 ... 355 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 139: Ex Db Aansluitkast Ashoogte 71

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.7 Ex db aansluitkast ashoogte 71 ... 225 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 140: Ex Db Aansluitkast Ashoogte 250

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.8 Ex db aansluitkast ashoogte 250 ... 355 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 141: Hulpaansluitkast Ex Eb Optioneel Ashoogte 160

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.9 Hulpaansluitkast Ex eb optioneel ashoogte 160 ... 355 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 142: Externe Ventilator Optioneel Ashoogte 225

    Reserveonderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.10 Externe ventilator optioneel Ashoogte 225 ... 355 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 143: Afvalverwijdering

    Afvalverwijdering De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
  • Pagina 144: Demontage Voorbereiden

    Afvalverwijdering 11.5 Componenten verwijderen 11.3 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp.
  • Pagina 145: Hulpstoffen En Chemicaliën

    Afvalverwijdering 11.5 Componenten verwijderen Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: • Olie • Vetten • Reinigings- en oplossmiddelen • Lakresten • Anticorrosiemiddel • Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
  • Pagina 146 Afvalverwijdering 11.5 Componenten verwijderen 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 147: Service En Support

    (www.siemens.com/yourcontact) Siemens-Support voor onderweg Mit de app "Siemens Industry Online Support" hebt u altijd en overal toe‐ gang tot meer dan 300.000 documenten van de Siemens Industry-Produk‐ te. De app ondersteunt u onder meer in volgende toepassingsgebieden: •...
  • Pagina 148 Service en support 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 149: Technische Gegevens

    Technische gegevens Aanhaalmomenten B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen • Schroeven of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd, moeten bij de montage weer met dezelfde functionele elementen zijn uitgerust. Vervang daarbij principieel vormvaste veiligheidselementen. • Zeker met vloeibare kunststof gezekerde windingen bij het samenschroeven terug overeenkomstig, bv.
  • Pagina 150: B.1.2 Boutdoorvoeringen

    Technische gegevens B.1 Aanhaalmomenten B.1.2 Boutdoorvoeringen Tabel B-2 Aanhaalmomenten voor boutdoorvoeringen Schroefdraad ∅ M 10 M 12 M 16 M 20 min. max. 15,5 B.1.3 Klembord en aarding Tabel B-3 Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen aan het klembord en aarding Schroefdraad ∅ M 3,5 M 10 M 12...
  • Pagina 151: Configurator Voor Aandrijftechniek

    Productinformatie voor uw motor volgens ErP-richtlijn 2019/1781 vindt u in de configurator voor aandrijftechniek. Als u het bestelnummer van de motor ingeeft, vindt u daar technische documentatie zoals databladen, karakteristieken en CAD-tekeningen over uw motor: www.siemens.com/dt-configurator 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 152 Technische gegevens B.2 Configurator voor aandrijftechniek 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 153: Kwaliteitsdocumenten

    Kwaliteitsdocumenten Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kwaliteitsdocumenten vindt u hier: https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/ps/13310/cert (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13310/cert) 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 154 Kwaliteitsdocumenten C.1 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 155: Index

    Afsluitdop Inbedrijfstelling, 86 bevestigd, 70 Testrun, 86 Afvalverwijdering Chemicaliën, 143 Onderdelen, 142 Aluminiumgeleider, 79 App "Siemens Industry Online Support", 145 Fijnuitlijning, 60 Axiale kracht, 25, 64 Axiale spleet, 60 Gehoorschade, 14 Geïsoleerd lager, 49 Balanceertype, 62 Geïsoleerde koppeling, 49 Bedrijfsonderbrekingen, 97 Geïsoleerde lager, 93...
  • Pagina 156 Machine Machine op de werkmachine uitrichten, 60 Mechanische storingen, 100 Schakelschema, 69 Minimale luchtafstanden, 71 Service op locatie, 145 Montage Siemens Industry Online Support Eerste inspectie, 106 App, 145 Wentellager, 118 SIMOTICS Digital Data, 123 Montage voorbereiden, 52 Smeerplaatje, 111...
  • Pagina 157 Index Mechanisch, 100 Wentellagering Walslager, 101 Inspectie, 108 Storingen tijdens bedrijf, 92 Storingsbestendigheid, 17 Systeemresonanties, 45 Tandemaandrijving, 49 Te hoge toerentallen, 33 Technical Support, 145 Temperatuurgrenzen, 37 Temperatuurklasse, 95, 96, 98 Testrun, 89 Thermische motorbeveiliging, 44 Toerentalsperbereiken, 45 Trillingswaarden, 45, 90 Uitlijnen, 60 Uitrichten, 61 Uitzetting van de machine, 60...
  • Pagina 158 Index 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
  • Pagina 160: Meer Informatie

    Meer informatie Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Simotics xp 1mb 6 series

Inhoudsopgave