Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS XP 1MB 5 Series
Pagina 1
Uitgave 10/2021 BEDIENINGSHANDLEIDING SIMOTICS XP Laagspanningsmotoren 1MB..5/6Ashoogte 71 ... 355 www.siemens.com/drives...
Pagina 3
Inleiding Veiligheidsaanbevelingen Omschrijving Laagspanningsmotoren Voorbereiding van de inzet SIMOTICS XP 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfstelling Bedrijf Instandhouden Reserveonderdelen Afvalverwijdering Service en support Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten Voor gebruik in zone 1 (IEC/EN/GOST 60079-10-1) Voor gebruik in zone 21 (IEC/EN/GOST 60079-10-2) Voor gebruik in zone 22 (IEC/EN/GOST 60079-10-2) 10/2021 A5E44264501A...
Pagina 4
De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Inhoudsopgave Inleiding..............................9 Over deze bedieningshandleiding ..................9 My support .......................... 9 Veiligheidsaanbevelingen ........................11 Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie ............11 De 5 veiligheidsregels ......................11 Gekwalificeerd personeel ....................12 Veilig gebruik van elektrische machines................12 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek .........................
Pagina 6
Inhoudsopgave Voorbereiding van de inzet ......................... 33 Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie ........33 Bedrijfstype respecteren..................... 33 Machines zonder deklak..................... 33 Levering ..........................34 Transport en opslag ......................34 4.5.1 Opslag..........................37 4.5.2 Rotor beveiligen......................... 39 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag ....................
Pagina 7
Inhoudsopgave Machine monteren ......................59 5.5.1 Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop ..............59 5.5.2 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen............60 5.5.2.1 Horizontale bouwvorm met voeten ..................60 5.5.2.2 Horizontale bouwvorm met flens ..................60 5.5.2.3 Verticale bouwvorm met flens.................... 61 5.5.2.4 Bouwvorm zonder flens .....................
Pagina 8
Inhoudsopgave Bedrijf ..............................91 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf ................91 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting ................95 8.1.1.1 Externe ventilatie (optioneel): Koeltype IC 416 volgens EN / IEC 60034-6 ......95 8.1.2 Inschakelen bij actieve stilstandverwarming ............... 96 Machine inschakelen......................96 Externe ventilator uitschakelen ..................
Pagina 9
Inhoudsopgave Reserveonderdelen..........................123 10.1 Bestellen van onderdelen ....................123 10.2 Reserveonderdelen vindt u via internet................124 10.3 Vervanging van wentellagers ................... 124 10.4 Stilstandverwarming ......................125 10.5 Onderdeelgroepen......................125 10.6 Voorbeeld van een bestelling ................... 126 10.7 Machine-onderdelen......................126 10.8 Normdelen ........................
Onder volgende link vindt u een omvangrijk hulpaanbod en meer informatie. My Support Links en Tools U kunt uw persoonlijke bibliotheek, bv. voor uw documentatie op basis van de Siemens-content individueel samenstellen en aanpassen voor uw eigen machinedocumentatie. 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355...
Pagina 12
Later logt u in met uw aanmeldgegevens. Met de volgende werkwijze kunt u uw persoonlijke bibliotheek onder "mySupport" aanleggen. Voorwaarde U bent in "Siemens Industry Online Support", hierna "SIOS" genoemd, geregistreerd en ingelogd. Siemens Industry Online Support (https://support.industry.siemens.com/cs/de/en/) Werkwijze voor het aanleggen van een persoonlijke bibliotheek 1.
Veiligheidsaanbevelingen Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen.
Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines 5 veiligheidsregels 1. Vrijschakelen. Schakel ook de hulpstroomkringen vrij, zoals de stilstandverwarming. 2. Zorg voor een beveiliging die onbedoeld opnieuw inschakelen voorkomt. 3. Controleer of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is 4. Aarden en kortsluiten. 5.
Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gevaar door onder spanning staande delen Spanningvoerende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanraakbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Door het benaderen van actieve delen kunnen de minimale lucht- en kruiptrajecten mogelijk worden onderschreden. Aanraken of naderen kan de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg hebben.
Veiligheidsaanbevelingen 2.5 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek Zie ook Onderhoud (Pagina 109) Geluidsemissies De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden. • Zorg ervoor dat er zich tijdens de werking van de machine geen personen in het gebied van de verhoogde geluidsemissie bevinden.
Veiligheidsaanbevelingen 2.7 Elektrostatisch bedreigde modules Werking in explosiegevaarlijke zones Elektrische installaties in omgevingen met explosiegevaar moeten door de verantwoordelijke volgens de hiervoor geldende voorschriften en verordeningen worden gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Opmerking De basisvereisten voor elektrische installaties en hun bedrijf in omgevingen met explosiegevaar vindt u bijv.
Veiligheidsaanbevelingen 2.12 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten Elektromagnetische compatibiliteit Elektromagnetische compatibiliteit Deze machine is volgens IEC/EN 60034 ontworpen en voldoet bij reglementair gebruik aan de vereisten van de Europese richtlijn 2014/30/EU inzake de elektromagnetische verdraagzaamheid. Storingsbestendigheid Zorg er door de keuze van geschikte signaalleidingen en evaluatie-eenheden voor dat de stoorbestendigheid van de machine niet wordt beïnvloed.
Veiligheidsaanbevelingen 2.13 Bijzondere voorwaarden voor het gebruik. 2.13 Bijzondere voorwaarden voor het gebruik. Uittreksel uit de EU-monstertestverklaringen, punt 17 of de IECEx Certificates of Conformity. • Een reparatie aan de ontstekingsdoorslagveilige spleten mag alleen conform constructieve voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd. De reparatie volgens de waarden van tabel 2 en 3 van de EN / IEC 60079-1: 2014 is niet toegestaan.
Omschrijving Toepassingsgebied De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen. Ze zijn ontwikkeld voor brede toepassingsgebieden in de aandrijftechniek, netbedrijf en in combinatie met frequentie-omvormers ontwikkeld. Ze worden gekenmerkt door een hoge vermogensdichtheid, robuuste constructie, lange levensduur en grote betrouwbaarheid.
Omschrijving 3.1 Toepassingsgebied Gebruik van explosiebeveiligde machines zonder CCC-markering Explosiebeveiligde machines met een CCC – markering zijn bestemd voor de Chinese markt. Gebruik geen explosiebeveiligde machines zonder CCC – markering binnen China. Gebruik in omgevingen met explosiegevaar Explosieveilige, elektrische machines voldoen aan de normen uit de series IEC / EN 60034 en IEC / EN 60079.
Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Ontstekingsbeveiliging Ex db eb De machine zonder aansluitkast is in de ontstekingsbeveiliging “drukvast omhulsel” Ex db volgens IEC / EN 60079-0 en IEC / EN 60079-1 uitgevoerd. De aansluitkast is in de ontstekingsbeveiliging "Verbeterde veiligheid" (Ex e) volgens EC / EN 60079-0 en IEC / EN 60079-7 uitgevoerd.
Pagina 24
Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Positie Omschrijving Positie Omschrijving Mechanische gegevens Bouwgrootte Bouwvorm Beschermingsklasse Machinegewicht kg Warmteklasse Omgevingstemperatuurbereik (optioneel) Installatiehoogte (alleen indien groter dan 1000 m) Oscillatieniveau Lagerafmetingen Nasmeergegevens/voorschriften (optioneel) Inlegspieovereenkomst Kabelinvoer Ex db aansluitkast Vermogensplaatje stroomnet(DOL) Vermogensplaatje omvormerbedrijf (VSD) 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Omschrijving 3.3 Opbouw Opbouw 3.3.1 Voorschriften Tabel 3-1 Toegepaste algemene voorschriften Kenmerk Norm Beoordeling en prestatie EN / IEC 60034-1 GOST R GB 755 BS EN IEC IEC 60034-1 60034-4-1 Methoden voor het bepalen van de verliezen en EN / GOST R GB/T 1032 BS EN 60034-2-1...
Omschrijving 3.3 Opbouw Kenmerk Norm Elektrische bedrijfsmiddelen voor gebieden met explo‐ EN / IEC GOST IEC BS EN 60079-14 siegevaar - Deel 14: Ontwerp, keuze en opstelling van 60079-14 60079-14 3836.15 elektrische installaties Elektrische bedrijfsmiddelen voor gebieden met gas‐ EN / IEC GOST 31610.15 BS EN 60079-15 explosiegevaar - Deel 15: Bescherming van het appa‐...
Omschrijving 3.3 Opbouw Externe ventilatie (optioneel): Methoden van koeling IC 416 volgens IEC / EN 60034-6 Een toerentalonafhankelijke koeling wordt gerealiseerd door een module die onafhankelijk van de bedrijfstoestand functioneert (externe ventilatie). Deze bouwgroep is extern afgesloten met een ventilatorkap. Ze beschikt over een eigen hoofdaandrijving met ventilatorwiel dat de koelluchtstroom opwekt voor de koeling van de machine.
Omschrijving 3.3 Opbouw WAARSCHUWING Lagerschade of asschade Grote aangedreven massa's waarvan het zwaartepunt buiten het asuiteinde ligt, kunnen ernstige resonanties veroorzaken. Dit kan de lagers en de assen beschadigen. In een omgeving met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Pagina 29
Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B7 (IM 1061) IM B8 (IM 1071) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B5 (IM 3001) IM V1 (IM 3011) IM V3 (IM 3031) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐...
Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave IM B34 (IM 2101) IM V17 (IM 2111) IM V37 (IM 2131) Bouwvormen/opstellingstype voor explosieveilige machines De voor de machine geldende bouwvorm is aangegeven op het vermogensplaatje. Bij explosieveilige machines met bouwvorm aseinde naar beneden IM V5, IM V1 of IM V18 is een uitvoering met beschermdak voorgeschreven.
Omschrijving 3.3 Opbouw Machines voor gebruik in zone 1 (ontstekingsbeschermingsklasse Drukvast omhulsel “db" of Verhoogde veiligheid “eb") of in zone 2 (ontstekingsbeschermingsklasse “ec") zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP55. Machines voor gebruik in zone 21 (stofexplosiebeveiliging “tb”) en groep IIIC zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP 65, machines voor gebruik in zone 22 (stofexplosiebeveiliging “tc”) en groep IIIB zijn uitgevoerd in beschermingsklasse IP 55 en kunnen worden gebruikt in stoffige omgevingen zoals molens, silo's, mouterijen en bepaalde omgevingen in de chemische...
Omschrijving 3.3 Opbouw Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Bijkomende inrichtingen Volgens de bestelling kunnen verschillende extra inrichtingen zoals bijv. temperatuursensoren worden in- of aangebouwd, bijv. voor de controle van de lagers of voor de controle van de wikkeling.
Pagina 33
Omschrijving 3.3 Opbouw **** II 2G Ex db IIB T. Gb **** II 2G Ex db IIC T. Gb 1Ex db e IIA T. Gb X 1Ex db e IIB T. Gb X 1Ex db e IIC T. Gb X 1Ex d IIA T.
Omschrijving 3.3 Opbouw II 3D Ex tc IIIC T... °C Dc II 3D Ex tc IIIA T... °C Dc II 3D Ex tc IIIB T... °C Dc II 3D Ex tc IIIC T... °C Dc Ex tc IIIA T... °C Dc X Ex tc IIIB T...
Voorbereiding van de inzet Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij het ontwerp van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Meld zichtbare gebreken/een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Gevaar door een ondeskundig vastzetten en hijsen • Zorg ervoor, dat er een geschikte hefvoorziening ter beschikking staat. • Zet de transportgoederen slechts op de betreffende aanslagelementen en/of de aangeduide plaatsen vast. De aanslagpunten zijn niet ontworpen voor extra lasten. •...
Pagina 38
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag • Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan. WAARSCHUWING Levensgevaar als gevolg van vallende machine Als het hijs- of lastopnamemiddel bezwijkt, kan de machine vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.1 Opslag Buitenopslag LET OP Beschadiging van de machine In geval van ondeskundig opslag bestaat er gevaar voor materiële schade. Zorg bij externe klimatologische omstandigheden (bijv. zoute en/of stoffige, vochtige atmosfeer) voor extra bescherming van de machine. Kies een schokvrije en droge opslagplaats die tegen overstroming beveiligd is.
Pagina 40
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Opslagtemperatuur Toegestaan temperatuurbereik: -20 °C tot +50 °C Maximaal toegestane luchtvochtigheid: 60 % Voor machines die specifiek zijn uitgevoerd voor afwijkende omgevingstemperatuur tijdens gebruik of afwijkende installatiehoogte, kunnen voor de opslagtemperatuur andere voorwaarden gelden.
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.2 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een vergrendeling voor de rotor uitgerust. Zij beschermt de rotor tegen schade door schokken bij het transport of de opslag. LET OP Motorschade door trillingen Als de vergrendeling van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen of tijdens de opslag worden beschadigd.
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling • Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. ① ② Huls Asschroef en schijf Afbeelding 4-1 Axiale bevestiging van de rotor Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment...
Voorbereiding van de inzet 4.5 Transport en opslag 4.5.3 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.3.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: •...
Voorbereiding van de inzet 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. • Hinder de ventilatie niet. •...
Pagina 45
Voorbereiding van de inzet 4.6 Koeling waarborgen Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale waarde “x” voor de afstand tussen naburige modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte [mm] 63 ... 71 80 ...
Voorbereiding van de inzet 4.10 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Thermische bescherming De machine is optioneel met NTC-weerstanden, Pt100, Pt1000 uitgerust. Als een thermisch certificaat voorhanden is en de testgegevens op het vermogensplaatje vermeld staan, is een thermische machinebeveiliging door directe temperatuurbewaking van de wikkeling toegestaan.
Voorbereiding van de inzet 4.12 Systeemeigen frequenties Elke machine beschermd moet worden tegen oververhitting. Volg daartoe volgende aanwijzingen: • Elke machine moet volgens IEC / EN 60079–14 in alle fasen met behulp van een vertraagde aardlekschakelaar met fase-uitvalbescherming volgens IEC / EN 60947 of een gelijkwaardige voorziening worden beschermd.
Voorbereiding van de inzet 4.13 Elektromagnetische compatibiliteit 4.13 Elektromagnetische compatibiliteit Opmerking Bij sterk verschillende draaimomenten (bijv. aandrijving van een zuigercompressor) wordt een niet sinusvormige machinestroom afgedwongen, waarvan de harmonische trillingen een ontoelaatbare netbeïnvloeding en daardoor een ontoelaatbare storingsemissie kunnen veroorzaken. Opmerking Omvormer •...
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.1 Omvormer van parameters voorzien • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, dienen de betrokken bijkomende gegevens op het vermogensplaatje te worden vermeld. •...
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.3 Lagerstromen verminderen bij bedrijf aan de omvormer Met de volgende maatregelen kunt u lagerstromen reduceren: • Voer de contactering uit op een plaats met voldoende ruimte. Massieve koperen leidingen zijn vanwege het stroomverdringingseffect voor de HF-aarding niet geschikt. •...
• Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. • Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van Siemens. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer ① ④ Werkmachine Geïsoleerd lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ ⑥ Koppeling Geïsoleerde koppeling Afbeelding 4-3 Principiële weergave tandemaandrijving LET OP Lagerschade Als tussen de motoren van de tandemaandrijving geen geïsoleerde koppeling wordt gebruikt, kunnen lagerstromen optreden.
Montage Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Montage 5.2 Montage voorbereiden Verlies van conformiteit met Europese richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de Europese richtlijnen. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met Europese richtlijnen. Hierdoor komt de garantie te vervallen. Explosiegevaar bij wijzigingen aan de machine Wijzigingen aan de machine zoals boringen of andere mechanische bewerkingen zijn niet toegestaan resp.
Montage 5.2 Montage voorbereiden Schade aan gemonteerde onderdelen door hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen bij de klant, bijvoorbeeld leidingen uit niet hittebestendig materiaal, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. • Temperatuurgevoelige onderdelen mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na de meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index van de...
Montage 5.2 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C / MΩ...
Montage 5.2 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger.
Montage 5.3 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.3.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geëigende montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2.
Montage 5.4 Uitlijnen en bevestigen Uitlijnen en bevestigen Let bij het uitlijnen en de bevestiging op het volgende: • Let bij het monteren van de voeten en flenzen op een gelijkmatige uitlijning. • Bij wandmontage dient u de machine aan de onderzijde te stutten door bijvoorbeeld een steunlijst, of u zet de machine met een pen- en gatverbinding vast.
Montage 5.5 Machine monteren • Looprust Voorwaarden voor een rustige, trillingsarme loop zijn: – Stabiele trillingsvrije vormgeving van de fundering. – Nauwkeurig uitlijnen van de koppeling – Een goed gebalanceerd aandrijfelement (koppeling, riemschijf, ventilator, ...) Neem de max. toegestane trillingswaarden tijdens bedrijf volgens ISO 10816-3 in acht. Vermijd in het hele toerentalbereik niet toegestane trillingen als gevolg van bijv.
Montage 5.5 Machine monteren 5.5.2 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen 5.5.2.1 Horizontale bouwvorm met voeten 1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en van de fabrikant van de koppeling. 2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen parallel en zonder verspringing verlopen.
Montage 5.5 Machine monteren 3. Positioneer de machine met gelijke assen tegenover de werkmachine, zodat ze nog net geen contact maakt. Zet de machine langzaam aan, anders kan de centrering worden beschadigd. 4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden boven de schroefdraadboringen liggen.
Montage 5.5 Machine monteren 5.5.3 Rotorvergrendeling verwijderen Als een rotorkleminrichting op de machine aanwezig is, verwijder deze dan zo laat mogelijk; bijvoorbeeld pas voor het ophijsen van het aangedreven element of het aandrijfelement. Opslag rotorkleminrichting Bewaar de rotorkleminrichting. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend transport van de machine weer worden gemonteerd.
Montage 5.5 Machine monteren WAARSCHUWING Letselgevaar door ondeskundige montage of demontage Bij bedrijf zonder opgetrokken afdrijfelementen, zoals koppelingen etc. kan de inlegspie eruit worden geslingerd. Volg de noodzakelijke maatregelen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Volg de algemeen noodzakelijke maatregelen voor de contactbescherming van de afdrijfelementen.
Montage 5.5 Machine monteren 5.5.5.2 Weergave van het aanbrengen en lostrekken van de afdrijfelementen Lostrekken van de aandrijfelementen Aanbrengen van de aandrijfelementen Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center (Pagina 145) of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
Pagina 67
Montage 5.5 Machine monteren kortere of langere afdrijfelement voor zorgen dat de spieverbindingen tussen naaf en machine- as elkaar aanvullen: • Als het afdrijfelement bij uitbalancering “H” korter is dan de inlegspie, moet u het uit de ascontour en het afdrijfelement stekende deel van de inlegspie afwerken of de uitbalancering moet worden behouden.
Elektrische aansluiting Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Explosiegevaar door loskomende aansluitdelen Als u bevestigingselementen uit verkeerd materiaal gebruikt of met het verkeerde aanhaalmoment bevestigt, dan kan de stroomovergang belemmerd worden of kunnen aansluitdelen loskomen. Bevestigingselementen kunnen draaien. daardoor kan het zijn dat de minimum luchttrajecten niet worden bereikt.
Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten LET OP Beschadiging van de aansluitkast Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de aansluitkast kunnen materiële schade tot gevolg hebben. Om materiële schade aan de aansluitkast te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: • Let erop, dat de onderdelen in de aansluitkast niet beschadigd raken. •...
Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Sluit de nettoevoerleidingen bij vast gedefinieerde draairichtingen (draairichtingpijl) op de juiste wijze aan. • Als de netleidingen met fasevolgorde L1, L2, L3 aan U, V, W worden aangesloten, dan resulteert dit in een rotatie in uurwijzerzin (rechtsom). •...
Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 3. Controleer bij het invoeren van de kabels in de aansluitkasten dat de kabels niet onderhevig zijn aan trekontlasting. 4. Sluit de kabels zorgvuldig aan en zorg voor een goede aardverbinding. 5. Trek de schroefverbindingen en de delen van de trekontlasting met het overeenkomstige draaimoment volgens de gegevens van de fabrikant aan.
Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten 6.1.4 Interne potentiaalvereffening tussen de hoofdaansluitkast en de machinebehuizing De interne potentiaalvereffening tussen de aardingsklem in de aansluitkast, de aansluitkastdelen en de machinebehuizing wordt ofwel via een metalen contact, via een koperen vlechtband of een geslagen leider gewaarborgd. Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 147) in acht.
Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten 6.3.1 Aansluittype aardgeleider Ashoogte Soort aarding van de behuizing 71 ... 112 Kabelaansluiting met vrije geleider Kabelaansluiting met kabelschoen (DIN 46234; JB/T2436.1) 132 ... 355 Kabelaansluiting met vrije geleider Kabelaansluiting met aardingsband Kabelaansluiting met kabelschoen (DIN 46234;...
Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten Binnenste aardaansluiting Neem bij het aansluiten het volgende in acht: • Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline; • Plaats de veerring en het onderlegplaatje onder de schroefkop. •...
Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding.
Pagina 79
Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluitwijze Aansluitbout Kabeldoorsnede Aansluitkast Ex db mm² Aansluiting van een afzonderlijke geleider 1 ... 6 1 ... 10 4 ... 16 Aansluiting van 2 even dikke aders met klem‐ Niet toegestaan beugel Niet toegestaan 4 ... 16 Aansluitbout Klemdikte Klemdikte...
Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting 6.5.2 Kabeleinde met draadeindhuls 1. Gebruik voor de kabeleinden bij voorkeur draadeindhulzen in plaats van solderen. 2. Bevestig de adereindhulzen vóór het aansluiten door een vakkundige, stroombestendige persverbinding op het uiteinde van de geleider. WAARSCHUWING Explosiegevaar als gevolg van oververhitting Als het geleideruiteinde niet juist door de draadeindhuls wordt omvat en daarmee verklemd is, kan oververhitting ontstaan.
Elektrische aansluiting 6.6 Omvormer aansluiten Omvormer aansluiten LET OP Materiële schade door te hoge aansluitspanning Als de aansluitspanning voor het isolatiesysteem te hoog is, kan dit materiële schade veroorzaken. • Neem de waarden in de volgende tabellen in acht. Het bedrijf van SIMOTICS-machines is bij inachtneming van de toelaatbare spanningspieken op SINAMICS G frequentieomvormers en SINAMICS S frequentieomvormers (ongeregelde en geregelde voeding) mogelijk.
Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen WAARSCHUWING Oververhitting van de machine Het gebruik van machines met explosiebeveiliging op de omvormer zonder veiligheidsinrichting kan dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Als u machines met explosiebeveiliging op de omvormer gebruikt, maak dan altijd gebruik van een PTC-bewaking.
Pagina 84
Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 147) 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Inbedrijfstelling Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Pagina 86
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 147) Tweede asuiteinde Als het tweede asuiteinde niet wordt gebruikt: • Beveilig de pasveer tegen wegslingeren en let erop dat de rotorbalancering “H” (normale uitvoering) tot ca 60% van de massa is gereduceerd. •...
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. • Zorg ervoor dat de omvormer correct is ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering vindt u bepaalde parametreringsgegevens op het vermogensplaatje van de machine.
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Voorbereiding van de inzet (Pagina 33) 7.1.3 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine. De vreemde ventilator is slechts voor een draairichting geschikt. Controles voor de eerste testrun Voer voor de eerste testrun de volgende controles uit: •...
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.4 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in. Tabel 7-1 Richtwaarden voor de instelling van de opslagtemperatuur voor de ingebruikneming Instelwaarde Temperatuur...
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen Inschakelen Maatregelen bij de inbedrijfstelling Na montage of revisie worden voor de normale inbedrijfname van machines de volgende maatregelen aanbevolen: • Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze niet voortijdig uit. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 7.2.1 Testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moeten absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
Pagina 92
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. –...
Bedrijf Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Storingen tijdens bedrijf Aan volgende veranderingen tegenover de normale toestand erkent u dat de functie van de machine negatief werd beïnvloed. • Hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen. • Ongewone geluiden of geuren. • Aanspreken van de bewakingsinrichtingen. Deze veranderingen kunnen storingen veroorzaken die direct of indirect de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade als gevolg kunnen hebben.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. • Let op de aanwijzingen in de bedieningshandleiding en de productinformatie van de fabrikant.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar door hybride mengsels Hybride mengsels zijn mengsels van brandbare stoffen met explosieve gas-luchtmengsels die bij gelijktijdig uittreden samen een gevaarlijke explosieve atmosfeer kunnen vormen. Daarbij kunnen veranderingen van de veiligheidstechnische kenwaarden optreden, zoals bv. wijziging van de zone-indeling, toename van de explosiedruk, vermindering van de minimale ontstekingsenergie en een vermindering van de te respecteren maximale temperaturen.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar door statische oplading Tijdens het reinigen kunnen de kunststofdelen statisch worden opgeladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. •...
Bedrijf 8.2 Machine inschakelen 8.1.2 Inschakelen bij actieve stilstandverwarming Verhoogde machinetemperatuur door ingeschakelde verwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. Dit kan tot materiële schade leiden. • Zorg ervoor dat de stilstandverwarming uitgeschakeld is voor u de motor inschakelt. •...
Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Externe ventilator uitschakelen Schakel de externe ventilator na het uitschakelen van de machine niet meteen uit. Wacht tot de machine is afgekoeld. Daarmee vermijdt u "restwarmteophoping". Herinschakelen na noodstop • Controleer na een noodstop de machine voordat u de werkmachine opnieuw inschakelt. •...
Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Smeren voor het opnieuw in bedrijf nemen LET OP Drooglopen van de lagers Als de lagers onvoldoende vet bevatten, kunnen deze beschadigd raken. • Smeer de lagers na bij een bedrijfspauze van meer dan één jaar. Hierbij moet de as draaien om het vet in de lagers te verdelen.
Bedrijf 8.6 Storingen 8.5.3 Machine terug in bedrijf nemen Als u de machine weer in bedrijf neemt, ga dan als volgt te werk: • Kijk het protocol voor de buitenbedrijfstelling in en maak de maatregelen voor de conservering en de opslag terug ongedaan. •...
Bedrijf 8.6 Storingen ↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ↓ Brommend geluid bij het starten ↓ Brommend geluid tijdens het bedrijf ↓ Grote verhitting bij onbelast draaien ↓ Grote verhitting bij belasting ↓ Sterke opwarming van enkele wikkelingsdelen Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen Netspanning te hoog, frequentie te laag...
Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.4 Storingen aan de wentellager Beschadigingen aan de wentellagers zijn gedeeltelijk moeilijk te herkennen. Vervang het walslager in geval van twijfel. Pas alleen andere lageruitvoeringen toe na overleg met de fabrikant. Tabel 8-3 Storingen aan de wentellager ↓...
Instandhouden Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Inspectie en onderhoud 9.1.1 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie en onderhoud Let bij alle inspectie- en onderhoudswerken aan de machine op de norm IEC / EN 60079‑17 of de overeenkomstige nationale voorschriften. Explosiegevaar door oververhitting van de machine door stoflaag Stofafzettingen kunnen door hun warmte-isolerende werking tot oververhitting van de machine leiden.
Pagina 107
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Explosiegevaar door statische oplading Tijdens het reinigen kunnen de kunststofdelen statisch worden opgeladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. •...
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Schade door vreemde voorwerpen in de machine Bij servicewerken kunnen vreemde voorwerpen zoals vuil, werktuigen of losse onderdelen zoals schroeven enz. in de machine blijven. Het gevolg daarvan kan kortsluiting, een verminderd koelvermogen, of meer lawaai bij de werking zijn. De machine kan worden beschadigd. •...
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen nodig zijn. LET OP Schade aan de machine Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden. 9.1.4 Hoofdinspectie Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.5 Beoordeling van de walslagering Voor de beoordeling van de walslagers is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machine te demonteren. De machine moet voor de eerste keer worden gedemonteerd, wanneer de lagers worden vernieuwd. De toestand van een walslager kan met behulp van een lagertrillingsanalyse worden beoordeeld.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.7 Boutkwaliteit Controleer of alle bevestigingsbouten van de lagerschilden, lagerdeksels, doorvoerplaten en aansluitkasten aanwezig en correct aangetrokken zijn. Beschadigde bouten vervangen met gelijkwaardige bouten in onberispelijke toestand. Ashoogte Schroefkwaliteit voor omgevingstemperatuur T ≥ -40 °C ... ≤ 60 °C ≥...
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.2 Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing. In een explosieve stofatmosfeer kan het tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.4 Nasmeerintervallen en vettypes voor het gebruik van walslagers Nasmeerintervallen De nasmeerintervallen voor de walslagers in bedrijfsuren en de vetsoort staan vermeld op het smeerplaatje van de machine. Onafhankelijk van de bedrijfsuren moet de machine minstens eenmaal per jaar worden nagesmeerd.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Soorten smeermiddel Voor het standaard toepassingsgebied wordt bij de eerste smering van de walslagers over het algemeen een vet voor temperaturen tot ‑20 °C gebruikt. Indien de machines voor toepassing in een uitgebreid temperatuurbereik onder ‑20 °C werden besteld, wordt het toegestane soort smeermiddel op het smeerplaatje aangegeven.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.6 Onderhoud en reparatie bij machines met ontstekingsbeveiligingsklasse voor een drukvast omhulsel Volg de bijzondere voorwaarden voor het gebruik. (Pagina 18) • Onderhoud, reparatie en wijzigingen aan machines met explosiebeveiliging alleen uitvoeren onder naleving van de overeenkomstige nationale voorschriften van de "verordening inzake bedrijfsveiligheid", de veiligheidsaanwijzingen en de beschrijvingen in de algemene onderhoudshandleiding.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.8.7 Externe ventilatie onderhouden WAARSCHUWING Roterende of spanningvoerende delen Elektrische delen staan onder gevaarlijke elektrische spanning. Het aanraken ervan kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Koppel de externe ventilator voor het begin van de onderhoudswerken af van het net, vooral voor het openen van de aansluitkast.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Aansluitkast controleren • Controleer de aansluitkast regelmatig op dichtheid, onbeschadigde isolatie en vaste aansluitverbindingen. • Als in de aansluitkast stof of vocht is binnengedrongen, reinig of droog de aansluitkast dan goed en in het bijzonder de isolatoren. Controleer de afdichtingen en de afdichtvlakken en verhelp de oorzaak van de lek.
Instandhouden 9.2 Reparatie WAARSCHUWING Explosiegevaar door verkeerde laklaag Bij een grotere laklaagdikte kan de laklaag elektrostatisch opladen. Er kan een ontlading ontstaan. Explosiegevaar is aanwezig op het moment dat ook explosieve mengsels aanwezig zijn. Dit kan de dood, zware lichamelijke letsels en materiële schade veroorzaken. Geschiktheidscontrole voor laksystemen in Ex-omgevingen De elektrostatische geschiktheid van de standaard te bestellen laksystemen is gecertificeerd voor gebruik op explosiebeveiligde machines.
Instandhouden 9.2 Reparatie De werkzaamheden moeten door een bijkomend reparatiebordje met de volgende gegevens worden gekentekend: • Datum • Uitvoerende firma • Aard van de reparatie • Referentienummer van de reparateur. De controle na de service moet gebeuren volgens de overeenkomstige EU-richtlijnen. Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing.
Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.3 Walslager De specificaties over de toegepaste lagers vindt u op het typeplaatje of in de catalogus. Opmerking Lagerafdichtingen bij Ex-machines Gebruik bij Ex-machines uitsluitend originele reserve- en reparatieonderdelen. Gevaar door uitvallende rotor Bij werkzaamheden in een verticale machinepositie dient de rotor te worden ondersteund. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Pagina 121
Instandhouden 9.2 Reparatie Opmerking Verdere informatie over de montage van de wentellagers vindt u in de catalogus of de informatie van de wentalagerfabrikant. Handelwijze 1. Vervang beschadigde onderdelen. 2. Verwijder de verontreinigingen aan de onderdelen. Verwijder vetresten en restanten van afdichtmiddelen of vloeibare schroefbeveiliging.
Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.5 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O- ringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten. Vervang de beschadigde O- afdichtringen. O-ringafdichtringen kunnen bv. op de volgende onderdelen aanwezig zijn: •...
• Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) Opmerking De grafische voorstellingen in dit hoofdstuk zijn principiële voorstellingen van de basisuitvoeringen. Ze dienen voor de definitie van de onderdelen. De geleverde uitvoering kan in details van deze voorstellingen afwijken.
10.2 Reserveonderdelen vindt u via internet Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en). 10.3 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk.
Reserveonderdelen 10.5 Onderdeelgroepen 10.4 Stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar door ondeskundige reparatie Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
Pagina 129
Reserveonderdelen 10.7 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 1.29 Veerring 6.00 Lager NDE-zijde 1.30 Bout 6.02 Borgring 1.31 Veerring 6.03 Lagerdeksel BS, binnen 1.34 Veerring 6.10 Wentellager 1.40 Lagerplaatje 6.15 Asmoer 1.43 Asafdichtring 6.20 Lagerplaatje 1.44 Lagerdeksel DE-zijde, binnen 6.22 O-ring 1.45...
Pagina 130
Reserveonderdelen 10.7 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 5.20 Kabeldoorvoering 7.87 Ring 5.22 Boutdoorvoering 7.88 Bout 5.25 Veerring 7.89 Askoppeling 5.26 Moer 7.90 Ring 5.27 Klembeugel 7.91 Bout 5.29 Lage bevestigingsklem 7.92 Ventilator, compleet 5.35 Speciale moer 7.93 Ring 5.36...
Reserveonderdelen 10.8 Normdelen 10.8 Normdelen Tabel 10-2 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 3.02 DIN 471 5.26 EN ISO 4032 6.02 5.55 7.12 1.59 DIN 472 4.04 DIN 580 1.28 EN ISO 4762 1.30 1.45...
Pagina 132
Reserveonderdelen 10.8 Normdelen Norm Afbeelding Norm Afbeelding 4.39 EN ISO 4017 5.65 4.15 DIN EN ISO 5.79 8752 5.89 6.63 7.86 8.01 8.10 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Afvalverwijdering De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
Afvalverwijdering 11.5 Componenten verwijderen 11.3 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp.
Afvalverwijdering 11.5 Componenten verwijderen Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: • Olie • Vetten • Reinigings- en oplossmiddelen • Lakresten • Anticorrosiemiddel • Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
(www.siemens.com/yourcontact) Siemens-Support voor onderweg Mit de app "Siemens Industry Online Support" hebt u altijd en overal toe‐ gang tot meer dan 300.000 documenten van de Siemens Industry-Produk‐ te. De app ondersteunt u onder meer in volgende toepassingsgebieden: •...
Pagina 148
Service en support 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Technische gegevens Aanhaalmomenten B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen • Schroeven of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd, moeten bij de montage weer met dezelfde functionele elementen zijn uitgerust. Vervang daarbij principieel vormvaste veiligheidselementen. • Zeker met vloeibare kunststof gezekerde windingen bij het samenschroeven terug overeenkomstig, bv.
Technische gegevens B.1 Aanhaalmomenten B.1.2 Boutdoorvoeringen Tabel B-2 Aanhaalmomenten voor boutdoorvoeringen Schroefdraad ∅ M 10 M 12 M 16 M 20 min. max. 15,5 B.1.3 Klembord en aarding Tabel B-3 Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen aan het klembord en aarding Schroefdraad ∅ M 3,5 M 10 M 12...
Productinformatie voor uw motor volgens ErP-richtlijn 2019/1781 vindt u in de configurator voor aandrijftechniek. Als u het bestelnummer van de motor ingeeft, vindt u daar technische documentatie zoals databladen, karakteristieken en CAD-tekeningen over uw motor: www.siemens.com/dt-configurator 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Pagina 152
Technische gegevens B.2 Configurator voor aandrijftechniek 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Pagina 156
Machine Machine op de werkmachine uitrichten, 60 Mechanische storingen, 100 Schakelschema, 69 Minimale luchtafstanden, 71 Service op locatie, 145 Montage Siemens Industry Online Support Eerste inspectie, 106 App, 145 Wentellager, 118 SIMOTICS Digital Data, 123 Montage voorbereiden, 52 Smeerplaatje, 111...
Pagina 157
Index Mechanisch, 100 Wentellagering Walslager, 101 Inspectie, 108 Storingen tijdens bedrijf, 92 Storingsbestendigheid, 17 Systeemresonanties, 45 Tandemaandrijving, 49 Te hoge toerentallen, 33 Technical Support, 145 Temperatuurgrenzen, 37 Temperatuurklasse, 95, 96, 98 Testrun, 89 Thermische motorbeveiliging, 44 Toerentalsperbereiken, 45 Trillingswaarden, 45, 90 Uitlijnen, 60 Uitrichten, 61 Uitzetting van de machine, 60...
Pagina 158
Index 1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355 Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A...
Meer informatie Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...