6.5.1
Aardingsleider aansluiten
De doorsnede van de aardgeleider van de machine moet overeenkomen met de
installatievoorschriften, bijv. in overeenstemming met IEC 60034-1.
De behuizing van de stator is op de gemarkeerde aansluitposities voor de aardingskabels
voorzien van een zeskantige schroef met veerring en onderlegplaatje. U kunt de aardgeleider
op de volgende manieren aansluiten:
● Met meeraderige kabels met kabelschoenen
● Met platte kabels met bijbehorende uitgevoerde kabeleinde
Als alternatief kunt u de aardgeleider zonder kabelschoenen met behulp van een klemplaatje
op de gemarkeerde aansluitpositie aansluiten.
Aardingsleider aansluiten
● In de aansluitkast dienen de gekenmerkte aansluitklemmen voor de aardgeleider te worden
gebruikt.
● Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is
beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline;
● Plaats de veerring en het onderlegplaatje onder de schroefkop.
1LE5 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 10/2018
Doorsnede buitengeleider S
mm²
35
50
70
95
120
150
185
240
300
400
Elektrische aansluiting
6.5 Aardingsleider aansluiten
Doorsnede van de aardgeleider
mm²
25
25
35
50
70
70
95
120
150
185
67