Onderhoud
9.3 Reparatie
9.3
Reparatie
Let bij alle werken aan de machine op het volgende:
● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11)
● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht.
● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1
voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
9.3.1
Basisprincipes
De montage van de machine moet indien mogelijk op een uitlijnplaat plaatsvinden. Hierdoor
is gewaarborgd, dat de voetoppervlakken op een enkel niveau liggen.
Opmerking
Markeer voor aanvang van de demontage de bevestigingselementen en de rangschikking van
de interne verbindingen. Dit maakt de latere montage eenvoudiger.
Let bij het inbouwen en tijdens de montage absoluut op een zo groot mogelijke zorgvuldigheid
en zuiverheid.
● Reinig alle blankliggende deelvoegen, bijv. tussen behuizingen, lagerplaten en
lagerinzetstukkenen etc. en verwijder alle oude afdichtingsmiddel.
● Bestrijk blankliggende deelvoegen met niet uithardend, duurzaam plastisch afdichtmiddel,
bijv. "Hylomar M". Let daarbij op de gebruiks- en veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant.
● Controleer alle afdichtelementen, bijv. op de klemmenkasten op hun elasticiteit,
veroudering en beschadigingen, en vernieuw deze wanneer zij niet meer effectief zijn.
9.3.1.1
Schroeven met preCOTE-coating
De motor kan gedeeltelijk met schroeven met preCOTE-coating uitgerust zijn. Om de
schroefborging te waarborgen, gebruikt u bij de montage / service nieuwe schroeven met
preCOTE-coating. Alternatief gebruikt u normale schroeven met een schroefborgmiddel zoals
Loctite.
9.3.1.2
Boutborgingen
Bouten of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn
gemonteerd (bijv. veiligheidsplaten, veerringen, etc.), moeten bij de assemblage weer van
dezelfde functionele elementen zijn voorzien.
Veiligheids- en afdichtelementen moeten principieel worden vervangen.
108
1LE5 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 10/2018