6.6.5
Minimum luchtafstanden
Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde
delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden.
Tabel 6-4
Effectieve waarde van de wisselspanning U
De waarden gelden voor een installatiehoogte tot 2000 m.
Bij vaststelling van de benodigde minimale luchtafstand mag de spanningswaarde in de tabel met de
factor 1,1 worden verhoogd, zodat het huidige nominale spanningsbereik bij algemeen gebruik in acht
wordt genomen.
6.6.6
Gebruik van eenaderige kabels
LET OP
Hoge temperaturen door geïnduceerde wervelstromen
Bij hoge stromen en bij gebruik van meerdere eenaderige in plaats van meeraderige kabels
kunnen in het bereik van de kabelinvoeringen hoge temperaturen door geïnduceerde
wervelstromen ontstaan. Het gevolg kan materiële schade en machine-uitval zijn.
● Na de inbedrijfstelling moet bijgevolg worden gecontroleerd of de temperatuurgrenzen
● Gebruik een kabelinvoerplaat uit nonferrometaal.
1LE5 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 10/2018
Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning U
≤ 500 V
≤ 630 V
≤ 800 V
≤ 1000 V
≤ 1250 V
van de aangesloten netleidingen tijdens de werking niet worden overschreden. Door
gewijzigde inbrengvoorwaarden resp. gewijzigde kabelinvoerplaten na overleg met de
fabrikant kan dit temperatuureffect worden verminderd.
Minimale luchtafstand
eff
Elektrische aansluiting
6.6 Kabelaansluiting
eff
8 mm
10 mm
12 mm
14 mm
18 mm
73