Montage
5.2 Montage voorbereiden
5.2
Montage voorbereiden
5.2.1
Voorwaarden voor de montage
Voor het begin van de montagewerkzaamheden moeten de volgende voorwaarden vervuld
zijn:
● Deze bedieningshandleiding en montagehandleiding zijn beschikbaar voor het personeel.
● De machine staat uitgepakt klaar voor de montage op de plaats van de montage.
Opmerking
Isolatieweerstand van de wikkeling bij het begin van de montagewerkzaamheden meten
Meet de isolatieweerstand van de wikkeling voor het begin van de
montagewerkzaamheden. Als de isolatieweerstand onder de voorgeschreven waarde ligt,
leid dan overeenkomstige correctiemaatregelen in. Voor de correctiemaatregelen moet de
machine mogelijk terug worden gedemonteerd en getransporteerd.
5.2.2
Isolatieweerstand en polarisatieindex
Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie
verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen
de isolatieweerstand en de polarisatieindex:
● Voordat de machine de eerste keer gestart wordt
● Na langdurige opslag of een periode van stilstand
● In het kader van onderhoudswerkzaamheden
Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie
van de wikkelingen:
● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal?
● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen?
Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele
maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling.
● Kan de machine in bedrijf worden genomen?
● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen?
Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden:
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" (Pagina 41)
40
1LE5 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 10/2018