BEDIENINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Om de richting van de water-
scooter te veranderen moet u
gas geven en aan het stuur
draaien. De bestuurbaarheid
hangt af van hoeveel gas wordt
gegeven, het aantal passagiers,
de lading, de omstandigheden
op het water en omgevingsfac-
toren zoals de wind.
In tegenstelling tot bij een auto
moet u bij een waterscooter gas
geven om te kunnen draaien. Oe-
fen gas geven en uitwijken voor
een ingebeeld object op een veilige
plek. Dit is een goede techniek om
aanvaringen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Als u de gashendel loslaat hebt
u minder controle over de
vaarrichting en wanneer u de
motor stilligt ontbreekt die con-
trole helemaal.
De waterscooter gedraagt zich an-
ders met een passagier en vergt
dan een grotere stuurvaardigheid.
De passagiers moeten zich steeds
vasthouden aan de zadelriem, de
gevormde handgrepen of het mid-
del van de persoon voor hen. Matig
uw snelheid en vermijd scherpe
bochten. Vermijd woelig water
wanneer u een passagier vervoert.
Scherpe bochten en andere
speciale manoeuvres
Bij scherpe bochten of speciale
manoeuvres waarbij de openingen
van de luchtinlaat langere tijd onder
water blijven zal water in het ruim
sijpelen.
Verbrandingsmotoren hebben lucht
nodig om te kunnen werken; daar-
om kan deze waterscooter niet
volledig waterdicht zijn.
82
OPMERKING
Als de luchtinlaat-
openingen onder water worden
gehouden, bijvoorbeeld wanneer
u aanhoudend in kleine cirkels
rondvaart, met de boeg door
golven klieft of de waterscooter
kapseist kan er water in het ruim
sijpelen. Dit kan ernstige schade
aanrichten aan motoronderdelen.
Raadpleeg het hoofdstuk GARAN-
TIE in deze handleiding.
TM
O.T.A.S.
-systeem (indien
gemonteerd)
(Off-Throttle Assisted Steering)
Het O.T.A.S.-systeem (Off-Throttle
Assisted Steering) verhoogt de
manoeuvreerbaarheid
vaartuig wanneer u geen gas geeft.
Indien de bestuurder de gas ont-
spant naar stationair bij het ingaan
van een volledige draai, zal het
O.T.A.S.-systeem
worden geactiveerd en het toeren-
tal lichtjes opvoeren zodat de
draaibeweging kan worden afge-
werkt.
Zodra het stuur terugkeert naar de
middelste stand, keert de gas terug
naar stationair.
Maak gebruik van uw eerste vaart
om u vertrouwd te maken met dit
systeem.
Schakelen naar neutraal
(modellen met iBR)
WAARSCHUWING
De aandrijfas en de impeller
draaien altijd als de motor
draait, zelfs in neutraal. Blijf uit
de buurt van het stuwsysteem
van de waterscooter.
Als de waterscooter voor het eerst
wordt opgestart, stelt het iBR-sys-
teem standaard automatisch neu-
traal in.
van
uw
elektronisch