laagste deel achteraan de romp
wanneer alle passagiers aan
boord zijn vooraleer u de motor
start. Anders kunnen onderdelen
van het aandrijfsysteem schade
oplopen.
1.
Bevestig de bindsnoerclip aan
uw reddingsvest of aan uw
pols (polsband vereist).
2.
Grijp het stuur stevig beet
met uw linkerhand en zet uw
beide voeten op de treeplan-
ken.
3.
Plaats het bindsnoer op de
motoruitschakelaar.
4.
Druk de motor-START/STOP-
knop in om de motor te star-
ten.
5.
Laat de START/STOP-knop los
zodra de motor is gestart.
WAARSCHUWING
De bindsnoerclip dient altijd aan
het reddingsvest van de bestuur-
der of aan de pols (polsband
vereist) te zijn gekoppeld bij het
starten of besturen van de wa-
terscooter.
OPMERKING
START/STOP-knop nooit langer
dan 10 seconden ingedrukt om
oververhitting van de starter te
voorkomen. Laat een pauze tus-
sen twee startpogingen zodat de
starter kan afkoelen.
De motor stilleggen
Modellen met iBR
WAARSCHUWING
Om de controle te behouden
over de vaarrichting van de
waterscooter moet de motor
blijven draaien tot de waterscoo-
ter wordt stilgelegd.
Houd de motor-
Modellen zonder iBR
WAARSCHUWING
Om de waterscooter volledig
stil te leggen, moet de motor
worden uitgezet.
Alle modellen
De motor kan met één van de twee
volgende methodes worden stilge-
legd:
-
De motor-START/STOP-knop
indrukken of.
-
Het bindsnoer uit de motoruit-
schakelaar nemen.
WAARSCHUWING
Laat het bindsnoer nooit in de
motoruitschakelaar zitten wan-
neer u van de waterscooter
stapt om diefstal, onopzettelijk
starten van de motor en gebruik
door onbevoegden, kinderen of
derden te voorkomen.
De waterscooter sturen
Door aan het stuur te draaien
zwenkt de jetstraalbuis en veran-
dert de waterscooter van richting.
Als u het stuur naar rechts draait,
zwenkt de waterscooter naar
rechts en als u het stuur naar links
draait, zwenkt de waterscooter
naar links. U moet gas geven om
de waterscooter te laten draaien.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
81