Inhoudsopgave
Advertenties
Zowel het periodieke onderhoudsschema als het periodieke smeerschema moeten worden gevolgd om
het voertuig in optimale bedrijfsconditie te houden.
_
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA – ELEKTRISCHE VOERTUIGEN
REGELMATIG
Dagelijks onderhoud door de eigenaar
Wekelijks onderhoud door de eigenaar
Maandelijks onderhoud door eigenaar of
geschoolde monteur
Eerste (eenmalige) inspectie door de
eigenaar of geschoolde monteur na zes
weken gebruik.
Halfjaarlijks onderhoud uitsluitend door
een geschoolde monteur (of iedere 50
gebruiksuren, afhankelijk van welke
situatie zich het eerst voordoet)
TAFEL VERVOLG OP DE VOLGENDE PAGINA
ONDERHOUD
Veiligheidscontroles vóór elk gebruik en
dagelijkse controles
Functietest
Accu's
Accu's (voor voertuigen die NIET zijn
voorzien van een centraal bijvulsysteem)
Accu's (voor voertuigen die zijn voorzien
van een centraal bijvulsysteem). Het
bijvullen hoort maandelijks te gebeuren
of volgens een vastgesteld bijvulschema.
Accu's
Banden
Voertuig algemeen
Accu's (voor voertuigen die onlangs zijn
voorzien van het centrale bijvulsysteem)
Remsysteem
Elektrische bedrading en aansluitingen
Voorwieluitlijning en wielvlucht
Motor Controller Output Regulator
(MCOR)
CARRYALL 500/550/700 Gebruikershandleiding
Periodiek onderhoudsschema
Zie Veiligheidscontroles vóór elk gebruik en
dagelijkse controles op pagina 31.
Zie Functietest op pagina 32.
Accu's opladen (uitsluitend dagelijks na gebruik).
Peil accuvloeistof controleren. Indien nodig water
bijvullen. Zie pagina 54.
De accu's bijvullen. Controleer of er inderdaad
water in de accu komt en dit niet uit de accucellen
overloopt. Zie Onderhoud accu's – Voertuigen
die zijn voorzien van een centraal bijvulsysteem
op pagina 52.
Reinig de bovenkant van de accu's en de accupolen
met een oplossing van natriumbicarbonaat/water.
Controleer op juiste bandenspanning en pas
deze zo nodig aan. Zie Voertuigspecificaties –
Elektrische voertuigen op pagina 71.
Reinig het accucompartiment en de onderzijde van
het voertuig.
Voor voertuigen die onlangs zijn voorzien van
een centraal bijvulsysteem, moet het peil van de
accuvloeistof in alle accucellen handmatig worden
gecontroleerd om na te gaan of de kleppen naar
behoren functioneren. Zie pagina 53.
Controleer de remblokken en vervang deze of stel
ze bij als dit nodig is.
Controleer de remkabels op schade; indien nodig
vervangen.
Controleer de afstelling van de vereffenaar voor de
remkabel en pas de instelling indien nodig aan.
Controleer of deze goed vastzitten en eventueel
beschadigd zijn.
Controleren en zo nodig bijstellen. Raadpleeg het
gedeelte Stuurinrichting en voorwielophanging
in de desbetreffende onderhouds- en
servicehandleiding.
Kijk of er sprake is van losse hardware, barsten of
andere schade.
Pagina 45
Advertenties
Inhoudsopgave
