Benzinevoertuigen
• Gaspedaal bij pedal-startvoertuig: Als het contactslot in de stand AAN staat, de hendel Vooruit/Achteruit in de
stand VOORUIT en u het gaspedaal indrukt, moet de motor starten en het voertuig soepel tot de volle snelheid
versnellen. Wanneer het pedaal wordt losgelaten, hoort dit naar de oorspronkelijke stand terug te keren en moet
de motor stilvallen.
• Gaspedaal voor key-startvoertuigen: Nadat u de motor met behulp van het contactslot hebt gestart en de
hendel Vooruit/Achteruit in de stand VOORUIT hebt geplaatst, behoort het voertuig soepel tot volle rijsnelheid te
accelereren wanneer het gaspedaal wordt ingedrukt. Wanneer het gaspedaal wordt losgelaten, hoort dit naar de
oorspronkelijke stand terug te keren en moet de motor stilvallen.
• Toerentalregelaar: Controleer de maximumsnelheid van het voertuig op vlak terrein. Raadpleeg de
voertuigspecificaties vanaf pagina 75 voor de nominale snelheid van het voertuig.
RIJVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING
• Uitsluitend bestuurders met een geldig rijbewijs mogen het voertuig besturen.
• Voordat iemand het voertuig mag besturen, moet worden vastgesteld of de bestuurder bekend is
met alle bedienings- en gebruiksaanwijzingen.
• Het is niet toegestaan meer dan twee personen tegelijk in het voertuig te vervoeren.
• Het is verboden personen op het laadplatform te vervoeren.
• Het voertuig is niet speciaal uitgerust voor het vervoer van gehandicapten. Voordat u mensen
toestemming geeft het voertuig te besturen, moet u controleren of zij het voertuig goed kunnen
bedienen.
• Zorg dat alle passagiers de beschikking hebben over een veilige plaats in het Club Car-voertuig
voordat u ze laat meerijden.
• Voor gebruik 's nachts moet het voertuig voorzien zijn van koplampen, achterlichten en reflectoren.
• Breng het voertuig tot stilstand voordat u de hendel Vooruit/Achteruit verplaatst. Indien deze
aanwijzingen niet worden opgevolgd, kunnen onoplettende passagiers letsel oplopen en/of kan het
voertuig beschadiging oplopen.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht achter in het voertuig.
• Voorkom dat u wordt aangereden door nooit voor of achter het voertuig te gaan staan.
• Bestuur het voertuig uitsluitend vanaf de bestuurdersplaats.
• Om te voorkomen dat mensen uit het voertuig vallen, dient iedereen te allen tijde te blijven zitten en
zich aan de handgrepen of leuning vast te houden. Wanneer het voertuig in beweging is, moet de
bestuurder beide handen aan het stuur houden.
• Om ernstig letsel te voorkomen, dient men het gehele lichaam binnen het voertuig te houden.
• Om te voorkomen dat het voertuig kantelt, dient u langzaam te rijden in de bochten.
• Om te voorkomen dat het voertuig kantelt, dient u hellingen in een rechte lijn op en af te rijden. Vermijd
gebruik van het voertuig op hellingen met een hellingspercentage van meer dan 20%.
WAARSCHUWING VERVOLG OP DE VOLGENDE PAGINA
CARRYALL 500/550/700 Gebruikershandleiding
Rijvoorschriften
Pagina 33