Laden en lossen
Uitsluitend voor elektrische voertuigen: Met de schakelaar Slepen/Rijden in de stand RIJDEN (ongeacht de stand
van de hendel Vooruit/Achteruit of het contactslot) voorkomt de weglooprem dat het voertuig met meer dan 1 tot 3 mph
(1,5 tot 4,8 km/uur) kan gaan rollen, tenzij het gaspedaal is ingedrukt. Hierdoor kan een geparkeerd voertuig (met de
parkeerrem uitgeschakeld) nooit zo snel rollen dat iemand het te voet niet kan inhalen.
LADEN EN LOSSEN
WAARSCHUWING
• Trap op de parkeerrem om de wielen te blokkeren voordat u het voertuig laadt.
• Het is verboden personen op het laadplatform te vervoeren.
• Overschrijd het nominale laadvermogen van het voertuig niet. Het nominale laadvermogen geldt
alleen voor vlak terrein.
• Overbelasting kan de hanteerbaarheid van het voertuig beïnvloeden of defecten veroorzaken die het
voertuig onbestuurbaar maken en mogelijk tot ernstige persoonlijke verwondingen kunnen leiden.
• Verminder de voertuiglading en -snelheid wanneer u hellingen op- of afrijdt, evenals op oneffen terrein.
• Verminder uw snelheid en vermijd abrupt remmen bij het achteruitrijden. Indien u geen acht slaat op
deze waarschuwing, kan het voertuig kantelen of achteroverslaan.
• Stop niet op een helling met een beladen voertuig. Indien u op een helling tot stilstand moet komen,
dient u plotseling optrekken, achteruit rollen of onverhoeds remmen te voorkomen. Indien deze
waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan het voertuig kantelen en mogelijk tot ernstig persoonlijk
letsel leiden.
• Plaats geen vracht op de achterklep. Wanneer het voertuig in beweging is, moet de achterklep zich in
verticale stand bevinden en stevig zijn vergrendeld.
• Om te voorkomen dat de lading gaat schuiven en dit het voertuig mogelijk doet kantelen, dient u
plotseling optrekken, onverhoeds remmen en abrupte wendingen te voorkomen.
• Het zwaartepunt van de lading kan van invloed zijn op de wegligging, besturing en remprestaties
van het voertuig. Voorkom topzware belading. Wanneer het voertuig beladen is, dient u snelheid te
verminderen en langzaam door bochten te rijden.
• Om te voorkomen dat de lading gaat schuiven en mogelijk een passagier verwondt of de
hanteerbaarheid van het voertuig beïnvloedt, dient u ervoor te zorgen dat de lading goed is bevestigd.
• Voordat u het voertuig optilt met een hefsysteem, takel of krik, dient u het laadplatform te legen.
• De lading is inclusief het gewicht van optionele apparatuur.
Plaats en bevestig de lading zo ver mogelijk naar voren en in het midden van het laadplatform. Overlaad het voertuig
niet. Zie de volgende tabel voor de capaciteiten van het voertuig.
MAXIMAAL TOELAATBARE VOERTUIGBELASTING
Maximaal toegestaan gewicht bestuurder en passagiers
Het maximaal toegestane gewicht van bestuurder en passagiers is het maximaal toegestane gewicht (van bestuurder
en passagiers) waarmee het voertuig veilig kan worden bestuurd.
Pagina 36
CARRYALL 500/550/700 Gebruikershandleiding