HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
6. Plaats de RIJhendel, met de giek over de rechterkant
van de machine, in ACHTERUIT en rijd de machine van
het blok en de oprit af.
7. Laat een helper controleren of het linker voorwiel of het
rechter achterwiel boven de grond blijft hangen.
8. Activeer voorzichtig de zwenkhendel en zet de giek
weer in de opbergstand (midden tussen de aangedre-
ven wielen). Wanneer de giek in de opbergstand (het
midden) staat, moeten de blokkeercilinders loslaten
zodat het wiel op de grond kan rusten; het kan nodig
zijn om RIJDEN te activeren voordat de cilinders losla-
ten.
9. Plaats een 15,2 cm (6 inch) hoog blok met een oprit
voor het rechter voorwiel.
10. Zet de rijschakelaar in de voorwaartse stand en rijd de
machine voorzichtig de oprit op totdat het rechter voor-
wiel boven op het blok staat.
3122568
11. Activeer voorzichtig de zwenkhendel en plaats de giek
boven de linkerkant van de machine.
12. Plaats de RIJhendel, met de giek over de linkerkant van
de machine, in ACHTERUIT en rijd de machine van het
blok en de oprit af.
13. Laat een helper controleren of het rechter voorwiel of het
linker achterwiel boven de grond blijft hangen.
14. Activeer voorzichtig de zwenkhendel en zet de giek
weer in de opbergstand (midden tussen de aangedre-
ven wielen). Wanneer de giek in de opbergstand (het
midden) staat, moeten de blokkeercilinders loslaten
zodat het wiel op de grond kan rusten; het kan nodig
zijn om RIJDEN te activeren voordat de cilinders losla-
ten.
15. Als de blokkeercilinders niet goed werken, moet de sto-
ring door bevoegd personeel worden hersteld voordat
de machine verder gebruikt wordt.
– JLG Hoogwerker –
2-19