Hoofdstuk 5: Rijden
Maaitips
WAARSCHUWING:
Gebruik gehoorbescherming.
Haal stenen en andere voorwerpen die door de messen
weggeslingerd kunnen worden van het gazon.
•
Zoek planten, stenen en andere vaste
voorwerpen op en markeer ze om een aanrijding
te voorkomen.
•
Begin met een hoge maaihoogte en laat deze
kleiner worden totdat het gewenste
maairesultaat bereikt is.
•
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen draaien snel) en een
lage snelheid (de machine beweegt langzaam).
Is het gras niet al te lang en dicht, kan de
rijsnelheid worden verhoogd zonder dat het
maairesultaat merkbaar verslechtert.
WAARSCHUWING:
Gebruik de machine nooit op terrein dat meer dan 10°
helt. Maai hellingen naar boven en naar beneden, nooit
dwars. Verander niet plotseling van richting.
•
U krijgt het mooiste gazon door het vaak te
maaien. Het maaien wordt gelijkmatiger en het
gemaaide gras wordt gelijkmatiger over het
oppervlak verdeeld. De tijdsbesteding wordt niet
groter omdat u een hogere rijsnelheid kunt
kiezen zonder dat het maairesultaat slechter
wordt.
•
Vermijd maaien als het gazon nat is. Het
maairesultaat wordt dan slechter omdat het
grasmaaisel eenvoudiger aan elkaar plakt en de
ondergrond sneller beschadigt.
•
Maak het maaidek na elk gebruik aan de
onderkant schoon. Bij het schoonmaken moet
het maaidek in de servicestand gezet worden.
Klap het maaidek omlaag als u water gebruikt en
laat de messen een paar minuten draaien om
evt. water in lagers en riemen weg te krijgen.
Markeer voorwerpen indien nodig.
Max. 10° in alle richtingen
Servicestand
Rijden
8009-859
29