Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider Pro 15
Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Rider Pro 15 Pro 18 Pro 18 AWD Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider Pro 15, Pro 18 en Pro 18 AWD Inleiding ............... 2 Vervangen van luchtfilter Pro 15 ....29 Rijden en transport op de openbare weg ..2 Vervangen van luchtfilter Pro 18 ....30 Slepen .............. 2 Controle van de koelluchtinlaat van de motor ..
INLEIDING Beste klant, Hartelijk dank voor het feit dat u hebt gekozen voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider is gemaakt voor de hoogste efficiency op zelfs kleine en nauwe oppervlakken.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht en alleen maar in de vakhandel die ook service biedt. Dit om ervoor te zorgen dat u als klant de beste ondersteuning en service krijgt. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer, zie het bewijs in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing.
VERKLARING VAN SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Neutraal Snel Langzaam Motor uit Banden- Choke Brandstof spanning Oliepeil Maaihoogte Naar achteren Naar voren Ontsteking Gebruik gehoor- Hydrostatisch vrijwiel...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start.
Pagina 8
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het ronden van een vast WAARSCHUWING! voorwerp, zodat de messen er niet tegenaan De uitlaatgassen van de motor van komen. Rijd nooit over vreemde voorwerpen de machine, inclusief bepaalde heen. stoffen daarin, en sommige • Gebruik de machine alleen bij daglicht of tijdens machineonderdelen bevatten of andere goed verlichte omstandigheden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Rijden op hellingen Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine omvalt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan veroorzaken. Alle hellingen vragen om extra voorzichtigheid. Wanneer u op de helling niet naar achteren kunt rijden of u voelt zich onzeker, maai de helling dan niet.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak door de machine en de maaiwerkzaamheden aangetrokken. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst zag. •...
Pagina 11
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BELANGRIJKE INFORMATIE Voorkom vonkvorming en de consequen- WAARSCHUWING! ties door: De motor en het uitlaatsysteem worden zeer warm tijdens gebruik. Een veiligheidsbril te gebruiken. Risico voor brandwonden bij Zorg ervoor dat het deksel op de tank zit en dat aanraking.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wijzig de regulatorinstelling niet en voorkom dat de motor wordt gereden met een te hoog toerental. Wanneer u met een te hoog toerental rijdt, bestaat het risico van machinebeschadiging. • Let op het risico dat u wordt verwond door beweeglijke of warme onderdelen wanneer u de motor start met open motorkap of verwijderde beschermingskappen.
PRESENTATIE Presentatie Gefeliciteerd met de keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft Rider Pro 15, Pro 18 en Pro 18 AWD. De machines zijn uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Kawasaki. De getallen geven het aantal paardenkrachten aan.
PRESENTATIE Maaielement De machines kunnen worden uitgerust met een aantal verschillende elementen. Het BioClip-element dat het gras heel fijn maakt door het meerdere keren te maaien voordat het als meststof weer naar het gazon terugkeert. Een Combimaai-element dat werkt als een BioClip- element wanneer een BioClip-plug is aangebracht, maar dat omgezet kan worden naar achteruitworp door de BioClip-plug te verwijderen.
PRESENTATIE Gashendel De gashendel regelt het toerental van de motor en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of te verlagen wordt de hendel naar voren respectievelijk naar achteren gebracht. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat.
PRESENTATIE Hefstang voor het maaielement De hefstang wordt gebruikt om het maaielement in transport- of maaistand te zetten. 1. Trek de hendel naar achteren naar vergrendelstand om transportstand te krijgen. Het element wordt dan verhoogd en de messen stoppen met draaien. 8009-486 Omhoog brengen van het maaielement 2.
PRESENTATIE Parkeerrem De parkeerrem wordt als volgt aangetrokken: 1. Druk het parkeerrempedaal (1) in. 2. Druk de vergrendelknop op de stuurkolom (2) helemaal in. 3. Laat het parkeerrempedaal opkomen terwijl u de knop ingedrukt houdt. De vergrendeling van de parkeerrem wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het rempedaal ingedrukt wordt.
RIJDEN WAARSCHUWING! Gebruik de zitmaaier nooit op terrein dat meer dan 15° helt. Maai hellingen van boven naar beneden, nooit dwars. Verander niet plotseling van richting. MAX 15 6017-236 Maaitips WAARSCHUWING! • Zoek stenen en andere vaste voorwerpen op en Haal stenen en andere markeer ze om een aanrijding te voorkomen.
RIJDEN Ontkoppelingshendel Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat, moet u de ontkoppelingshendel uittrekken. Op de afbeelding staat een uitgetrokken ontkoppelingshendel. 8009-142 Pro 15, Pro 18 Pro 18 AWD heeft een hendel voor de vooras en een hendel voor de achteras.
RIJDEN Voor de start BELANGRIJKE INFORMATIE Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet worden geblokkeerd door bijv. kleding- stukken, bladeren, gras of vuil. De koeling van de motor verslechtert dan. Risico van ernstige motorbeschadiging. 8009-489 • Lees voor de start de veiligheidsinstructies en de presentatie van de zitmaaier.
Pagina 21
RIJDEN 4. Wanneer de motor koud is moet de chokehendel naar achteren naar de eindstand getrokken worden. 8009-569 5. Draai de ontstekingssleutel naar startstand. 8009-494 6. Wanneer de motor start, moet u de ontstekingssleutel gelijk weer naar neutraalstand laten gaan. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca.
RIJDEN Rijden met de zitmaaier 1. Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in te drukken en daarna het rempedaal op te laten komen. 6007-208 2. Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de gewenste snelheid verkregen is. Voor vooruit rijden, drukt u pedaal (1) in en voor achteruit rijden pedaal (2).
RIJDEN De motor stoppen Laat de motor een minuut stationair lopen om weer normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat. 1.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de zitmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die gemarkeerd zijn met voetnoot 4, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. = Staat in deze gebruiksaanwijzing beschreven. = Staat niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Onderhoudsinterval Blad- Dagelijks...
Pagina 25
ONDERHOUD Onderhoudsinterval Blad- Onderhoud Dagelijks Week in uren minste zijde onderhoud onder- ieder 100 300 voor na houd jaar Smeer het lager van de rechter achteras Pro 18 AWD Maak de koelluchtinlaat van de motor schoon Maak de voorreiniger (schuimplastic) van de luchtreiniger schoon 29+30 Vervang motorolie...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motor wordt bereikbaar voor service wanneer de motorkap opgeklapt wordt. Motorkap 1. Trek de zitting naar de voorste stand. 2. Klap de zitting omhoog. 3. Draai het slot op de bovenkant van de motorkap 1/4 slag tegen de klok in.
ONDERHOUD Linker vleugelkap Maak de bouten (2 st) los en til de kap eraf. 8009-501 Controle en afstellen van stuurkabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen na een tijdje gebruik oprekken, wat betekent dat de instelling van de besturing kan wijzigen.
ONDERHOUD 3. Indien nodig kunnen de kabels gespannen worden door de stelmoeren aan te draaien aan iedere kant van de stuurkrans. Span de kabels niet te hard aan, ze moeten alleen tegen de stuurkrans getrokken worden. Hou de kabel tegen opdat hij niet ineen draait. Als men slechts een kant spant, kan de middenstand van het stuur wijzigen.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gaskabel Controleer of de motor reageert op gas geven en of een goed motortoerental wordt bereikt bij volgas. Bezoek een servicewerkplaats bij twijfel. Indien afstellen nodig is kan dit als volgt gedaan worden bij de onderste kabel: 1.
ONDERHOUD Brandstoffilter vervangen Vervang het in de leiding gemonteerde brandstoffilter om de 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Vervang het filter als volgt: 1. Klap de motorkap omhoog. 2. Haal de slangklemmen van het filter. Gebruik een kniptang.
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter Pro 15 Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Door gebruik met een vies luchtfilter kan de bougie een aanslag krijgen waardoor storingen in de werking optreden. Het is daarom van belang het luchtfilter regelmatig te vervangen (zie onder ”Onderhoud\ Onderhoudsschema”...
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter Pro 18 Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Door gebruik met een vies luchtfilter kan de bougie een aanslag krijgen waardoor storingen in de werking optreden. Het is daarom van belang het luchtfilter regelmatig te vervangen (zie onder ”Onderhoud\ Onderhoudsschema”...
ONDERHOUD Controle van de koelluchtinlaat van de motor Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting schoon. Klap de motorkap omhoog. WAARSCHUWING! De koelluchtinlaat draait wanneer de motor loopt. Pas op uw vingers. 8009-489 Luchtinlaatrooster Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is van bladeren, gras en vuil.
ONDERHOUD Controle van het peil van het accuzuur Controleer of het peil van het accuzuur tussen de markeringen ligt. Bij vullen mag er alleen gedestilleerd water in de cellen worden gedaan. WAARSCHUWING! Maatregelen bij contact met het zuur Uitwendig: Rijkelijk spoelen met water. Inwendig: Drink grote hoeveelheden water of melk.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de parkeerrem ingeschakeld is. Startmotor Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Lampen vervangen Voor informatie over het soort lampen, zie ”Technische Gegevens”. Schroef de twee schroeven vast waarmee de kap op het stuurbekrachtiginghuis zit. Til de kap op en draai hem rond de stuurstang. 8009-511 Schroef de twee schroeven vast, waarmee de lampinzet vastzit.
ONDERHOUD Zekeringen De zekering zit in een losse houder onder het deksel van de accubak, voor de accu. Type: Platte stift, 15 A. De zekering van de elektrische uitgang zit onder het ontstekingsslot, achter de zijplaat van het bedieningspaneel.Type: Platte stift, 7,5 A Gebruik geen andere zekering bij vervangen.
ONDERHOUD Vervangen van achterste aandrijfriem Pro 15 en Pro 18 Verwijderen 1. Verwijder de kap op de transmissie. 6008-209 2. Haak de veer los van de riemspanner (A). 6020-005 3. Verwijder de slanghouder in het middenstuk en de riemgeleider voor de tussenriem. 8009-364 4.
ONDERHOUD 7. Wrik de pompriem van de poelie van de motor en breng deze onder de motorpoelies. 8. Trek de pompriem door de opening onder het taatslager en voorbij de poelie van de riemspanner. 8009-640 Montage 1. Trek de pompriem door de opening onder het taatslager en aan de buitenkant voorbij de poelie van de riemspanner.
ONDERHOUD Vervangen van aandrijfriem van de hydraulische pomp Pro 18AWD Verwijderen 1. Verwijder de kap op de transmissie. 8009-603 2. Haak de veer los van de riemspanner. 8009-637 3. Verwijder de riemgeleider van de tussenriem. 8009-727 4. Wrik de tussenriem van de poelie van de motor en trek het achterste deel eruit.
Pagina 41
ONDERHOUD 6. Verwijder de klem van de hydraulische leidingen, die onder de ventilator liggen. Maak de leidingaansluitingen bij de pomp wat losser, buig de hydraulische leidingen naar beneden en trek de koelventilator er naar achteren uit. 7. Wrik de riem van de poelie van de pomp. 8009-641 8.
ONDERHOUD 17. Plaats de riemgeleider voor de tussenriem. 8009-727 18. Haak de veer op de riemspanner. 8009-637 Vervangen van tussenriem 1. Verwijder de slanghouder in het middenstuk (Pro 15, Pro 18) en de achterste riemgeleider voor de tussenriem (alle machinetypes). 2.
ONDERHOUD Vervangen van voorste riem Pro 15, Pro 18 Demontage De complete riem wordt volgens het onderstaande verwijderd, wanneer een sneeuwschuif op de machine gemonteerd moet worden. 1. Verwijder het maaielement. 2. Maak de riemgeleider en steunpoelie los. 3. Maak het wiel op de riemspanner los. 8009-227 4.
Pagina 44
ONDERHOUD 2. Leg de tussenriem op zijn plaats op het tussenwiel. 8009-695 3. Zet het maaielement terug in maaistand. Let erop dat de tong (3) in de beugel aan de onderkant van de machine loopt. 8009-595 4. De riem wordt op het aandrijfwiel van het maaielement gemonteerd nadat het element terug is gedrukt in de achterste stand.
ONDERHOUD Monteren van maaielement WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement monteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond en 6017-159 activeer de parkeerrem. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat.
ONDERHOUD 7. Plaats de steunwielen weer op hun plaats terug. 8. Monteer de frontkap. 8009-439 9. Zet de veer van het spanwiel vast. Er zijn twee mogelijke uitvoeringen, zie afbeeldingen. 8009-440 8009-598 Verwijderen van maaielement WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wan- neer u het maaielement demonteert.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maaielement Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maaielement de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan beide kanten van de zitmaaier. 1.
ONDERHOUD Controle van de parallelliteit van het maaielement Controleer de parallelliteit van het maaidek als volgt: 1. Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 bar/9 PSI. 2. Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 3. Zet de hefstang in maaistand. 4.
Pagina 49
ONDERHOUD Vervangen van riem op maaielement Combi 94 en Combi 112 WAARSCHUWING! Bescherm uw handen met handschoenen wanneer u aan de messen werkt. Op deze maaielementen met ”botsbeveiligde” messen worden de messen aangedreven door één V-snaar. Ga als volgt te werk om de V-snaar te vervangen: 8009-287 1.
ONDERHOUD Servicestand voor maaielement Om ervoor te zorgen dat u bij schoonmaken, reparatie en service overal goed bij kunt, kan het maaielement in servicestand gezet worden. Servicestand betekent dat het element opgeklapt en vergrendeld is in verticale stand. In servicestand zetten 1.
Pagina 51
ONDERHOUD 4. Monteer de twee steunwielen aan elke kant van het achterdeel van het element. 6017-221 WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 5. Maak de veer van de spanpoelie van de aandrijfriem los.
Pagina 52
ONDERHOUD WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet bekneld raakt. 8. Til de aandrijfriem (1) eraf. Trek daarna de spie (2) eruit. 6017-225 9. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. 6017-226 10. Pak de voorkant van het maaielement beet, trek eraan en til het naar servicestand.
ONDERHOUD Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. BELANGRIJKE INFORMATIE Vervangen of slijpen van de messen moet door een erkende servicewerkplaats gedaan worden.
ONDERHOUD Verwijderen van BioClip-plug (Combi) Om een Combimaaielement om te zetten van BioClip-functie naar een maaielement met achteruitworp verwijdert u de BioClip-plug, die met drie bouten onder het maaielement vastzit. 1. Zet het maai-element in servicestand, zie ”In servicestand zetten”. 2.
SMEREN Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Bij smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie. Bij smeren met vet kan, waar niet anders is aangegeven, vet 503 98 96-01 of een ander chassis- of kogellagervet met een goede anti-roestbescherming gebruikt worden.
SMEREN 2. Pedaalmechanisme in frametunnel Smeer het pedaalmechanisme in de frametunnel. Verwijder het deksel van de frametunnel door de bouten los te maken, twee bouten tegen het stuurbekrachtiginghuis. 8009-505 Beweeg de pedalen en smeer beweegbare onderdelen met een oliekan. Smeer de kabels voor de rem- en rijpedalen met een oliekan.
SMEREN 4. Triangelverbinding en scharnierpunten Smeer de triangelverbinding en scharnierpunten voor de stang van de maaihoogteinstelling achter het rechter voorwiel. Smeer met een oliekan. 8009-155 5. Bestuurderszitting Klap de zitting omhoog. Smeer het mechanisme van de lengte-instelling met een oliekan. Smeer de schuifrails van de lengte-instelling met een oliekan.
Pagina 61
SMEREN 7. Riemspanner Smeer met een vetspuit, 1 smeerpunt aan de rechterkant onder de onderste poelie van de motor, tot er vet uitkomt. Gebruik molybdeendisulfidevet van goede kwaliteit. Vet van bekende merken (oliemaatschappijen enz.) is normaliter van goede kwaliteit. 6008-232 8.
SMEREN Vervangen van motorolie BELANGRIJKE INFORMATIE De motorolie moet de eerste keer vervangen Gebruikte motorolie is gevaarlijk voor de worden na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het gezondheid en mag niet op de grond of in verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij de natuur gegooid worden, maar moet gebruik met zware belasting of hoge ingeleverd worden bij de werkplaats of de...
SMEREN 10. Parkeerremkabel Pro 15, Pro 18 Verwijder de kap op de transmissie, zie ”Versnellingshendels”. Haak de veer (A) van de bout (B) indien nodig (AWD niet). Haal de rubberen bescherming van de kabel weg tijdens het smeren. Smeer de kabel met een oliekan, trap enkele keren op het rempedaal en smeer opnieuw.
SMEREN 13. Oliefilter, vervangen WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer warm zijn als deze direct na het stoppen afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst wat afkoelen. 1. Klap de motorkap omhoog. 2. Demonteer het oliefilter. Gebruik indien nodig een filtertang. 3.
SMEREN 15. Parkeerremkabel Pro 18 AWD Verwijder het deksel van de frametunnel. Smeer de beide uiteinden van de kabel. Haal de rubberen bescherming van de kabel weg tijdens het smeren. Smeer de kabel met een oliekan, trap enkele keren op het rempedaal en smeer opnieuw. Plaats het deksel weer op de frametunnel.
SCHEMA VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak De motor start niet • Er zit geen brandstof in de brandstoftank • Bougies verkeerd (choke bij warme motor) • Bougieaansluitingen verkeerd of verwisseld • Vuil in carburateur of brandstofleiding, oude brandstof De startmotor trekt de motor niet rond •...
STALLEN Winterstalling Aan het einde van het maaiseizoen moet de Volg de volgende stappen om de zitmaaier gereed zitmaaier direct klaar gemaakt worden voor stalling, te maken voor stalling: dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, vooral dagen ongebruikt blijft staan.
TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Rider Pro 15 Rider Pro 18 Rider Pro 18 AWD Lengte zonder maaielement 2 030 mm/6,65 ft 2 030 mm/6,65 ft 2.030 mm/6,65 ft Breedte zonder maaielement 900 mm/2,95 ft 900 mm/2,95 ft 900 mm/2,95 ft Hoogte...
Pagina 72
TECHNISCHE GEGEVENS Maaielement Combi 94 Combi 103 Combi 112 Maaibreedte 940 mm/93,88 cm 1.030 mm/103,02 cm 1.120 mm/111,86 cm Maaihoogtes 30 - 90 mm /1 3/16"-3 1/2" 40 - 80 mm / 0,13 - 0,26 ft 40 -100 mm /1 9/16"-3 7/8" Maaihoogteinstelling 40 mm/1 9/16"...
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat zitmaaier Husqvarna Rider Pro 15, Pro 18 en Pro 18 AWD met een serienummer uit het jaar 2005 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 ”betreffende machines”...
SERVICEJOURNAAL Maatregel Leverservice 1. Vul de accu met accuzuur en laadt hem vier uur op. 2. Monteer stuur, zitting en in voorkomende gevallen overige onderdelen. 3. Monteer het maaielement. 4. Stel het maaielement af: Stel de hefveer af (het ”gewicht” van het maaielement moet 12- 15 kg worden, moet de borstel gebruikt worden stel af op max.
Pagina 75
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening 25 uursservice 1. Maak de voorreiniger (schuimplastic) van de luchtreiniger schoon. (Kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden.) 2. Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. 3. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. (bij stoffige bedrijfsomstandigheden).
Pagina 76
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening 50 uursservice 1. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger (schuimplastic filter) schoon/vervang het. (Kleinere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden). 2. Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. 3. Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon. 4.
Pagina 77
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, hand- Maatregel tekening 100/200 uursservice 1. Ververs motorolie. Vervang het oliefilter om de 200 uur. 2. Maak de voorreiniger (schuimplastic filter) van de luchtreiniger schoon/vervang het. 3. Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon. Vervang om de 200 uur.
Pagina 78
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening 300 uursservice 1. Keur de machine. Extra werkzaamheden? 2. Ververs motorolie. Vervang het oliefilter om de 200 uur. 3. Vervang luchtfilter (schuimplastic filter). 4. Vervang luchtfilter (papieren filter). 5. Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon.
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening Ten minste een keer per seizoen 1. Vervang de motorolie (100 uur). 2. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger (schuimplastic filter) (25 uur) schoon/vervang het. (Kleinere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden). 3. Vervang/maak het papieren filter van de luchtreiniger schoon (100 uur).
Pagina 80
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening – Nederlands...
Pagina 81
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, hand- Maatregel tekening Nederlands -...
Pagina 82
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, hand- Maatregel tekening – Nederlands ´®z+RÆi¶6p¨...