Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Husqvarna AUTOMOWER 105 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 105:
Inhoudsopgave

Advertenties

H U SQVARNA AUTOMOWE R
®
105
G E BRU I KSA ANWIJZI NG
1157868-36,105,NL.indd 1
2016-03-15 10.04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna AUTOMOWER 105

  • Pagina 1 H U SQVARNA AUTOMOWE R ® G E BRU I KSA ANWIJZI NG 1157868-36,105,NL.indd 1 2016-03-15 10.04...
  • Pagina 2 1157868-36,105,NL.indd 2 2016-03-15 10.04...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid ............5 1.1 Inleiding ................. 5 1.2 Symbolen op het product ............7 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding ........8 1.4 Veiligheidsinstructies ............. 9 2. Presentatie ................12 2.1 Wat is wat? ................13 2.2 Inhoud pakket ..............14 2.3 Werking ................
  • Pagina 4 Mocht de maaier worden gestolen, is het belangrijk dat u de dealer hiervan op de hoogte brengt. Meld het serienummer van de maaier zodat hij als gestolen kan worden geregistreerd in de centrale systemen van Husqvarna AB. Dit is erg belangrijk voor de diefstalpreventie, om het kopen en verkopen van gestolen maaiers te ontmoedigen.
  • Pagina 5: Introductie En Veiligheid

    1.1 Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor een product van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Om het beste uit uw Husqvarna robotmaaier te halen moet u goed weten hoe hij werkt. Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over de robotmaaier, de installatie en het gebruik van het product.
  • Pagina 6 1. IntroductIe en veIlIgheId BELANGRIJKE INFORMATIE Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij ze begeleiding bij of aanwijzingen voor het gebruik van het apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
  • Pagina 7: Symbolen Op Het Product

    1. IntroductIe en veIlIgheId 1.2 Symbolen op het product Deze symbolen staan op de robotmaaier. Bestudeer ze zorgvuldig. • Lees de gebruikershandleiding aandachtig door en zorg ervoor dat u de instructies voor het gebruik van de robotmaaier goed hebt begrepen voordat u het apparaat gebruikt.
  • Pagina 8: Symbolen In De Gebruikershandleiding

    1. IntroductIe en veIlIgheId • De laagspanningskabel mag niet worden ingekort, verlengd of gesplitst. • Gebruik geen trimmer in de buurt van de laagspanningskabel. Wees voorzichtig bij het knippen van randen waar de kabels liggen. 3012-1351 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding De volgende symbolen worden in de gebruikershandleiding gebruikt.
  • Pagina 9: Veiligheidsinstructies

    1. IntroductIe en veIlIgheId 1.4 Veiligheidsinstructies Gebruik • De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van gras op open en vlakke grondoppervlakken. Hij mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door de fabrikant aanbevolen apparatuur. Elk ander gebruik is onjuist. De instructies van 1001-003 de fabrikant over bediening, onderhoud en reparaties moeten nauwkeurig worden gevolgd.
  • Pagina 10 1. IntroductIe en veIlIgheId • Gebruik de robotmaaier niet als de maaischijf of de kap beschadigd is. De maaier mag ook niet worden gebruikt als de messen, schroeven, moeren of draden defect zijn. • Gebruik de robotmaaier niet als de hoofdschakelaar niet werkt.
  • Pagina 11: Transport

    1. IntroductIe en veIlIgheId Transport De originele verpakking moet worden gebruikt als de robotmaaier over lange afstanden wordt vervoerd. Voor het veilig verplaatsen uit of binnen het werkgebied: Druk op de STOP-knop om de robotmaaier te stoppen. Als de beveiliging is ingesteld op middelhoog of hoog niveau (zie 6.5 Veiligheid op pagina 52) moet de PIN-code worden ingevoerd.
  • Pagina 12: Presentatie

    2. PresentatIe 2. Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust moet zijn bij het plannen van de installatie. Het systeem van een Husqvarna-robotmaaier bestaat uit vier hoofdonderdelen: • Een robotmaaier die het gazon maait door in principe te bewegen in een willekeurig patroon.
  • Pagina 13: Wat Is Wat

    2. PresentatIe 2.1 Wat is wat? 3012-564 De nummers in de afbeelding geven het volgende aan: Behuizing 17. Lusdraad voor begrenzingslus en begeleidingsdraad* Afdekking voor display, toetsenbord en maaihoogteafstelling 18. Connector voor het aansluiten van de lusdraad op het laadstation* Stopknop/vergrendelknop om de klep te openen 19.
  • Pagina 14: Inhoud Pakket

    2. PresentatIe 2.2 Inhoud pakket Uw Automower®-pakket bevat het volgende: Automower® 105 Robotmaaier √ Laadstation √ Elektrische voeding √ Laagspanningskabel √ Schroeven laadstation 3 stuks Inbussleutel √ Meter √ Kabelmarkers √ Gebruikershandleiding en beknopte handleiding √ Extra messen 9 stuks Alarmsticker √...
  • Pagina 15: Werking

    50 tot 60 minuten op. De laadtijd is afhankelijk van onder andere de omgevingstemperatuur. Maaitechniek Het maaisysteem van Husqvarna is efficiënt en energiezuinig. In tegenstelling tot veel andere standaardgrasmaaiers snijdt de robotmaaier het gras in plaats van het eraf te slaan. Wij adviseren u de robotmaaier voornamelijk bij droog weer in te schakelen om de best mogelijke resultaten te behalen.
  • Pagina 16 2. PresentatIe Werkmethode De robotmaaier maait automatisch het gazon. Hierbij wisselen maaien en laden elkaar continu af. De robotmaaier start met zoeken naar het laadstation wanneer de acculading te laag wordt. De robotmaaier maait niet wanneer hij het laadstation zoekt. Als de robotmaaier op zoek gaat naar het laadstation, zoekt hij eerst ongericht naar de begeleidingsdraad.
  • Pagina 17: Veiligheid Op Pagina 52 Voor Meer Informatie

    2. PresentatIe Alle instellingen van de maaier kunnen via het bedieningspaneel boven op de robotmaaier worden aangepast. Open de klep van het bedieningspaneel door op de STOP-knop te drukken. Wanneer de hoofdschakelaar voor het eerst op stand 1 wordt gezet, wordt er een opstartprocedure geactiveerd, waarbij de taal, de datum- en tijdnotatie en de viercijferige PIN-code kunnen worden geselecteerd en de datum en tijd kunnen worden...
  • Pagina 18: Installatie

    3. InstallatIe 3. Installatie Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de Husqvarna- robotmaaier installeert. Lees voordat u met de installatie begint eerst het vorige hoofdstuk 2. Presentatie. Lees ook het huidige hoofdstuk volledig door voordat u met de installatie begint. De wijze waarop de installatie is uitgevoerd, bepaalt tevens hoe goed de robotmaaier functioneert.
  • Pagina 19: Het Laadstation Installeren

    3. InstallatIe • Laagspanningskabel (26) • Krammen (19) • Verbinding voor aansluiting van de lusdraad op het laadstation (18) • Schroeven voor het laadstation (21) • Meetlat (26) • Koppelingen voor de lusdraad (20) Tijdens de installatie hebt u ook het volgende nodig: • Hamer/kunststof moker (om de krammen gemakkelijker in de grond te krijgen).
  • Pagina 20 3. InstallatIe Het laadstation moet zodanig worden geplaatst dat er veel vrije ruimte vóór het laadstation is (minstens 3 meter). Het laadstation moet ook centraal in het werkgebied worden geplaatst, zodat de robotmaaier het laadstation makkelijker kan vinden en snel alle gebieden in het werkgebied kan bereiken.
  • Pagina 21: Voeding Aansluiten

    3. InstallatIe Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een werkgebied met een steile helling (zoals rond een huis op een heuvel), moet het laadstation onder aan de helling in het werkgebied worden geplaatst. Dat maakt het eenvoudiger voor de robotmaaier om de begeleidingsdraad naar het laadstation te volgen.
  • Pagina 22 3. InstallatIe De laagspanningskabel mag door het werkgebied worden gelegd. De laagspanningskabel moet met krammen in de grond worden gezet of worden ingegraven en de maaihoogte moet zodanig worden ingesteld dat de messen op de maaischijf nooit in contact kunnen komen met de laagspanningskabel. Zorg dat de laagspanningskabel over de grond met krammen wordt vastgezet.
  • Pagina 23: Het Laadstation Installeren En Aansluiten

    3. InstallatIe Het laadstation installeren en aansluiten Zet het laadstation op een geschikte plek. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation. Sluit de voedingskabel van de voeding aan op een stopcontact van 100-240 V. Als het stopcontact zich buiten bevindt, is het van belang om de voeding af te schermen tegen direct zonlicht.
  • Pagina 24: Installatie Van De Begrenzingsdraad

    3. InstallatIe 3.4 Installatie van de begrenzingsdraad De begrenzingsdraad kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd: De draad in de grond vastzetten met krammen. U kunt de begrenzingsdraad het beste met krammen vastzetten als u de plaatsing tijdens de eerste paar weken van het gebruik wilt kunnen bijstellen.
  • Pagina 25 3. InstallatIe Grenzen van het werkgebied Als het werkgebied wordt begrensd door bijvoorbeeld een muur of hek (5 cm of hoger) moet de begrenzingsdraad op 30 cm vanaf het obstakel worden gelegd. Dat voorkomt dat de robotmaaier op een obstakel botst en beperkt slijtage aan de kap. Ongeveer 20 cm rond het vaste obstakel zal niet worden gemaaid.
  • Pagina 26 3. InstallatIe Grenzen binnen het werkgebied Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen het werkgebied af te zetten door eilanden te creëren rond obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals bloembedden, struiken en fonteinen. Leg de draad tot en rond het gebied dat moet worden afgezet en keer dan terug langs dezelfde route. Als er krammen worden gebruikt, moet de draad op de terugweg onder dezelfde kram worden gelegd.
  • Pagina 27 3. InstallatIe Hellingen De begrenzingsdraad kan over een helling met een 0-15% hellingsgraad van minder dan 15% worden gelegd. 0-15 cm 100 cm 3012-946 De begrenzingsdraad mag niet op een helling van meer dan 15% worden gelegd. De kans bestaat dat de robotmaaier daar moeilijk kan draaien. De robotmaaier stopt dan en de foutmelding Buiten maaigebied wordt weergegeven.
  • Pagina 28 3. InstallatIe De begrenzingsdraad leggen Als u de begrenzingsdraad met krammen gaat vastzetten: • Maai het gras op de plek waar u de draad gaat leggen heel kort met een gewone gazonmaaier of trimmer. U kunt de draad dan dicht bij de grond leggen, waardoor de kans kleiner wordt dat de robotmaaier de draad doorsnijdt of de isolatie van de draad beschadigt.
  • Pagina 29 3. InstallatIe De begrenzingsdraad richting het laadstation leggen Rechts en links van het laadstation moet op één lijn met de achterkant van het laadstation een recht stuk begrenzingsdraad van minimaal 1,5 meter lang liggen. Zie de afbeelding. Als de begrenzingsdraad anders Min.
  • Pagina 30: De Begrenzingsdraad Aansluiten

    3. InstallatIe 3.5 De begrenzingsdraad aansluiten Om de begrenzingsdraad aan te sluiten op het laadstation: BELANGRIJKE INFORMATIE De begrenzingsdraad mag zichzelf niet kruisen wanneer deze wordt aangesloten op het laadstation. Sluit het rechteruiteinde van de draad aan op de pen rechts op het laadstation en het linkeruiteinde op de pen links.
  • Pagina 31: De Begeleidingsdraad Installeren

    3. InstallatIe 3.6 De begeleidingsdraad installeren De begeleidingsdraad is een kabel die vanaf het laadstation bijvoorbeeld richting een afgelegen deel van het werkgebied of door een smalle doorgang wordt gelegd, om vervolgens te worden aangesloten op de begeleidingsdraad. Voor de begrenzingslus en de begeleidingsdraad wordt dezelfde kabelhaspel gebruikt.
  • Pagina 32: De Begeleidingsdraad Leggen En Aansluiten

    3. InstallatIe De begeleidingsdraad leggen en aansluiten Trek de draad door de sleuf onderaan de laderplaat. 3012-997 Bevestig een connector op de begeleidingsdraad, op dezelfde wijze als bij de begrenzingsdraad in 3.5 De begrenzingsdraad aansluiten. Sluit deze aan op de aansluitpen, gemarkeerd met Guide, op het laadstation.
  • Pagina 33 3. InstallatIe • In de doorgang moet de begeleidingsdraad daarom zodanig worden geplaatst dat de robotmaaier zo veel mogelijk ruimte heeft om te Maximale werken. De afstand tussen de begrenzingslus en afstand de begeleidingsdraad moet echter minimaal 30 Minimaal 30 cm cm bedragen.
  • Pagina 34: De Installatie Controleren

    3. InstallatIe Sluit de begeleidingsdraad met behulp van een koppeling aan op de begrenzingsdraad: Steek de begrenzingsdraad in elk van de openingen in de koppeling. Steek de begeleidingsdraad in de middelste opening in de koppeling. Controleer of de draden volledig in de koppeling zijn gestoken, zodat de uiteinden zichtbaar zijn door het doorzichtige deel aan de andere zijde van de koppeling.
  • Pagina 35: Ingebruikname En Kalibratie

    3. InstallatIe 3.8 Ingebruikname en kalibratie Voordat de robotmaaier in gebruik wordt genomen, moet er via het menu van de robotmaaier een opstartprocedure worden uitgevoerd. Er wordt ook een automatische kalibratie van het begeleidingssignaal uitgevoerd. De kalibratie is ook een goede test om te controleren of de begeleidingsdraad zodanig is geïnstalleerd dat de robotmaaier de begeleidingsdraad vanaf het laadstation zonder problemen kan volgen.
  • Pagina 36: Het Dokken In Het Laadstation Testen

    3. InstallatIe 3.9 Het dokken in het laadstation testen Controleer voordat u de robotmaaier gebruikt of deze de begeleidingsdraad helemaal kan volgen tot aan het laadstation en zonder problemen in het laadstation kan dokken. Voer de onderstaande test uit. Open de klep van het bedieningspaneel door op de STOP-knop te drukken.
  • Pagina 37: Gebruik

    4. gebruIk 4. Gebruik 4.1 Een lege accu laden Wanneer de robotmaaier nieuw is of langere tijd is opgeslagen, is de accu leeg en moet die voor gebruik worden geladen. Het laden duurt ongeveer 80 tot 100 minuten. Zet de hoofdschakelaar in stand 1. 3012-939 Parkeer de robotmaaier in het laadstation.
  • Pagina 38: De Timer Gebruiken

    4. gebruIk 4.2 De timer gebruiken Voor het beste maairesultaat mag u het gazon niet te vaak laten maaien. Gebruik de timerfunctie (zie 6.3 Timer op pagina 46) om een al te platgetreden gazon te vermijden. Ga er bij het instellen van de timer vanuit dat de robotmaaier circa 43 m per uur en dag maait.
  • Pagina 39: Opnieuw Starten

    4. gebruIk Voorbeeld 2 24 uur Werkuren 1: 08:00 - 16:00 Werkuren 2: 20:00 - 23:00 Werkdagen: alle dagen Stand-by De robotmaaier werkt op de tijden die in de Bediening werkuren zijn gespecificeerd, aangezien de totale rijtijd hierbij 11 uur bedraagt en het maximum van 14 uur dus niet wordt overschreden.
  • Pagina 40: Uitschakelen

    4. gebruIk 4.5 Uitschakelen Druk op de STOP-knop. Zet de hoofdschakelaar in stand 0. Schakel de robotmaaier altijd uit met de hoofdschakelaar als de maaier moet worden onderhouden of buiten het werkgebied moet worden gebracht. 4.6 De maaihoogte aanpassen 3012-1023 De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (5 cm).
  • Pagina 41: Bedieningspaneel

    5. bedIenIngsPaneel 5. Bedieningspaneel Alle bedieningen en instellingen voor de Husqvarna- robotmaaier gebeuren via het bedieningspaneel. Alle functies zijn toegankelijk via een aantal menu's. 3012-929 Het bedieningspaneel bestaat uit een display en een toetsenbord. Alle informatie wordt op het display weergegeven en alles wordt met de knoppen ingevoerd.
  • Pagina 42: Selectie Bedieningsmodus

    5. bedIenIngsPaneel 5.1 Selectie bedieningsmodus De bedieningsselectieknop is voorzien van een huispictogram. Wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt de geselecteerde bedieningsmodus weergegeven in het display. Door meerdere malen op de knop te drukken kunt u kiezen tussen drie verschillende bedieningsmodi. HOME: Stuurt de robotmaaier naar het laadstation.
  • Pagina 43: Meerkeuzeknoppen

    5. bedIenIngsPaneel 5.2 Meerkeuzeknoppen De drie meerkeuzeknoppen bieden diverse functies, onder andere afhankelijk van waar in de menustructuur u zich bevindt. De knopfunctie wordt helemaal onderaan in het display weergegeven. Voorbeeld: als u zich in het hoofdmenu bevindt, kunt u met de linkerknop teruggaan, met de middelste knop eventuele selecties bevestigen en met de rechterknop het menu doorlopen.
  • Pagina 44: Menufuncties

    6. MenufunctIes 6. Menufuncties 6.1 Hoofdmenu Het hoofdmenu bestaat uit vier opties: • Timer • Installatie • Veiligheid • Instellingen Elke optie heeft een aantal submenu's. Alle functies voor de instellingen van de robotmaaier zijn via deze 3012-987 submenu's toegankelijk. Tussen menu's bladeren Doorloop het hoofdmenu en de submenu's met de meerkeuzeknoppen.
  • Pagina 45: Menustructuur

    6. MenufunctIes 6.2 Menustructuur Dutch - 45 1157868-36,105,NL.indd 45 2016-03-15 10.05...
  • Pagina 46: Timer

    6. MenufunctIes 6.3 Timer Voor het beste maairesultaat mag u het gazon niet te vaak laten maaien. Daarom is het belangrijk om de rijtijd via de timerfunctie te beperken als het werkgebied kleiner is dan de werkcapaciteit van de robotmaaier. Als de robotmaaier te veel mag maaien kan het gazon er erg plat uitzien.
  • Pagina 47 6. MenufunctIes • Werkuren 1 Werkuren 1 voor het instellen van start- en stoptijden voor werkuren 1. Voer de vereiste tijden in uren en minuten in en druk op OK om de ingevoerde tijd te Werkuren 2 Timer bevestigen. • Werkuren 2 Weektimer Installatie voor het instellen van start- en stoptijden voor...
  • Pagina 48: Installatie

    6. MenufunctIes 6.4 Installatie De volgende bedieningsinstellingen zijn toegankelijk Timer Begeleidingsbreedte via deze selectie in het hoofdmenu. • Begeleidingsbreedte Installatie Op afstand starten 1 de afstand vanaf de begeleidingsdraad selecteren die de maaier mag afwijken als de maaier de draad van en naar het laadstation volgt. Veiligheid Op afstand starten 2 •...
  • Pagina 49: Op Afstand Starten

    6. MenufunctIes Breedste In een brede corridor varieert de afstand tussen de robotmaaier en de begeleidingsdraad tijdens het maaien. Voor een open tuin zonder nauwe doorgangen kan het best een brede corridor worden gebruikt, om het risico van spoorvorming tot een minimum te beperken. Midden In een middelbrede passage rijdt de robotmaaier zowel dichtbij als veraf van de begeleidingsdraad, maar niet...
  • Pagina 50: Test Instellingen

    6. MenufunctIes • De volgende vijf opties kunnen worden geselecteerd: - Nooit (0%) - Zelden (circa 20%) - Middel (circa 50%) - Vaak (circa 80%) - Altijd (100%) Selecteer het percentage dat overeenkomt met de omvang van de afgelegen zone ten opzichte van het totale werkoppervlak. Wanneer de afgelegen zone bijvoorbeeld minder dan de helft van het totale werkoppervlak bestrijkt, selecteert u Zelden.
  • Pagina 51: Test Volg Draad Uit

    6. MenufunctIes Test volg draad UIT De functie dient voor het testen van uitrij-instellingen en het berekenen van de afstand tussen het laadstation Test volg draad IN en een afgelegen zone. Op afstand starten 1 Om de instellingen te testen in Op afstand starten 1: Test volg draad UIT Plaats de robotmaaier in het laadstation en selecteer Op afstand Test UIT.
  • Pagina 52: Rijd Over Draad

    6. MenufunctIes Rijd over draad De voorzijde van de maaier rijdt altijd een bepaalde Begeleidingsbreedte afstand voorbij de begrenzingsdraad voordat de maaier keert. Die afstand is standaard ingesteld op 25 cm, maar kan zo nodig worden gewijzigd. De minimale waarde is Op afstand starten 1 25 cm en de maximale waarde is 30 cm.
  • Pagina 53: Nieuw Lussignaal

    6. MenufunctIes Tijdsslot Deze functie houdt in dat de robotmaaier na 30 dagen niet meer kan worden gestart tenzij eerst de juiste PIN-code wordt ingevoerd. Na het verstrijken van 30 dagen blijft de robotmaaier gewoon maaien, maar als de klep wordt geopend, verschijnt het bericht Voer PIN-code in.
  • Pagina 54: Instellingen

    6. MenufunctIes 6.6 Instellingen Via deze functie kunt u wijzigingen aanbrengen in de algemene instellingen van de robotmaaier. ECO-modus Deze functie schakelt het lussignaal van de Over begrenzingslus, de begeleidingsdraden en het laadstation automatisch uit wanneer de robotmaaier ECO-modus niet maait. Bijvoorbeeld wanneer de robotmaaier wordt Tijd & datum opgeladen of niet kan worden ingeschakeld vanwege Taal...
  • Pagina 55: Reset Gebruikersinstellingen

    6. MenufunctIes Taal Met deze functie stelt u de taal in. Over Om de taal te selecteren: Zet de cursor op Taal en druk op ECO-modus OK. Zet de cursor bij de gewenste taal en druk op OK. Tijd & datum Taal Land Reset klantinstellingen Land...
  • Pagina 56: Voorbeelden Van Tuinen

    7. voorbeelden van tuInen 7. Voorbeelden van tuinen - Suggesties en instellingen voor installatie De werking van de maaier wordt in zekere mate beïnvloed door de gekozen instellingen. Door de tuininstellingen van de maaier af te stemmen op de vorm van de tuin is het voor de maaier makkelijker om alle delen van de tuin regelmatig te bereiken en een perfect maairesultaat te realiseren.
  • Pagina 57 7. voorbeelden van tuInen Suggesties en instellingen voor installatie Gebied 600 m . Een aantal eilanden en een helling van 25%. Timer 07:00-23:00 (fabrieksinstellingen) maandag-zondag Aandeel Zelden (fabrieksinstelling) Begeleidings- Midden breedte Opmerkingen Plaats het laadstation in het lagere deel van het werkgebied. Leg de 3012-977 begeleidingsdraad onder een hoek over de steile helling.
  • Pagina 58 7. voorbeelden van tuInen Suggesties en instellingen voor installatie Gebied 250 m . U-vormige tuin verbonden met een smalle doorgang. Timer 07:00 - 16:00 maandag-vrijdag Aandeel Midden Begeleidings- Midden breedte 1,5 m Opmerkingen De begeleidingsdraad moet langs 3012-980 de smalle doorgang worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de maaier het laadstation zonder problemen kan vinden vanaf de...
  • Pagina 59 7. voorbeelden van tuInen Suggesties en instellingen voor installatie Gebied 400 m . Er zijn drie gebieden en twee nauwe doorgangen. 07:00-23:00 (fabrieksinstellingen) Timer maandag-vrijdag Op afstand Zelden starten 1 Op afstand Zelden starten 2 Begeleidings- Midden 3018-064 breedte Opmerkingen Omdat het werkgebied drie gebieden en twee nauwe doorgangen heeft, moet u Op afstand starten 1 en Op afstand...
  • Pagina 60: Onderhoud

    8. onderhoud 8. Onderhoud Controleer en maak de Husqvarna-robotmaaier regelmatig schoon en vervang eventuele versleten onderdelen voor een betere betrouwbaarheid en een langere levensduur. Zie voor meer informatie over het reinigen 8.4 Reinigen op pag. 62. Na de ingebruikname van de robotmaaier moet u de maaischijf en de messen eens per week inspecteren.
  • Pagina 61: Service

    8. onderhoud BELANGRIJKE INFORMATIE De accu moet volledig worden geladen vóór winteropslag. Als de accu niet volledig is opgeladen, kan hij beschadigd raken en in sommige gevallen onbruikbaar worden. Laadstation Berg het laadstation en de voeding binnen op. De begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad kunnen in de grond blijven zitten.
  • Pagina 62: Reinigen

    8. onderhoud 8.4 Reinigen Het is belangrijk om de robotmaaier schoon te houden. Een maaier waar een grote hoeveelheid gras aan blijft plakken, werkt minder goed op hellingen. Het wordt aanbevolen om voor het reinigen een borstel te gebruiken. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik nooit een hogedrukreiniger en zelfs geen stromend water om de robotmaaier schoon te maken.
  • Pagina 63: Transport En Verwijderen

    8. onderhoud Chassis Reinig de onderkant van het chassis. Gebruik een borstel of licht vochtige doek. Wielen Reinig rondom de voorwielen en het achterwiel en ook rond de achterwielsteun. Behuizing Gebruik een vochtige, zachte spons of doek om de kap te reinigen.
  • Pagina 64: Messen

    De drie messen en schroeven moeten allemaal op hetzelfde moment worden vervangen zodat het maaisysteem uitgebalanceerd blijft. Gebruik uitsluitend originele messen van Husqvarna. De messen vervangen: Zet de hoofdschakelaar in stand 0. Draag beschermende handschoenen. Draai de robotmaaier op zijn kop.
  • Pagina 65: Accu

    8. onderhoud 8.8 Accu De accu is onderhoudsvrij, maar heeft een beperkte levensduur van 2 tot 4 jaar. De levensduur van de accu hangt af van de lengte van het seizoen en het aantal uren dat de robotmaaier dagelijks wordt gebruikt. Een lang seizoen of veel bedrijfsuren per dag betekenen dat de accu vaker moet worden vervangen.
  • Pagina 66: De Accu Vervangen

    Trek de accu naar buiten door aan de riem te trekken. Zet de hoofdschakelaar in stand 0. Draai de maaier ondersteboven. Plaats een nieuwe originele accu van Husqvarna. LET OP! Druk op de contactstrook om de accu in positie te brengen. Plaats het accudeksel. De afdichtstrook is opnieuw te gebruiken en hoeft niet te worden vervangen.
  • Pagina 67: Problemen Oplossen

    Meer suggesties voor uit te voeren stappen bij storingen of symptomen zijn te vinden op www.automower.com. 9.1 Meldingen Hieronder zijn een aantal berichten vermeld die mogelijk zullen worden weergegeven op de display van de robotmaaier van Husqvarna. Neem contact op met uw dealer als dezelfde melding vaak verschijnt. Melding Oorzaak...
  • Pagina 68 9. ProbleMen oPlossen Melding Oorzaak Actie Vastgereden De robotmaaier is ergens in Maak de robotmaaier los en neem de vastgelopen. oorzaak voor het vastlopen weg. De robotmaaier is blijven steken Ga na of er obstakels zijn die het voor achter een aantal obstakels. de robotmaaier moeilijk maken om weg te rijden van deze plek.
  • Pagina 69 9. ProbleMen oPlossen Melding Oorzaak Actie Wielmotor overbelast, De robotmaaier is ergens in Maak de robotmaaier los en los de rechts vastgelopen. oorzaak voor het gebrek aan aandrijving op. Als dit door nat gras komt, wacht dan Wielmotor overbelast, tot het gazon weer droog is voordat u de links maaier opnieuw gebruikt.
  • Pagina 70 9. ProbleMen oPlossen Melding Oorzaak Actie Het maaien voor deze De accu is bezig met de rustperiode. Dit gedrag is normaal en er hoeft geen dag is voltooid De robotmaaier moet minstens 8 uur actie te worden ondernomen. per dag in het laadstation blijven. Opgetild De optilsensor is geactiveerd, omdat Zet de maaier weer vrij neer.
  • Pagina 71: Indicatielampje In Het Laadstation

    9. ProbleMen oPlossen 9.2 Indicatielampje in het laadstation Voor een volledig werkende installatie moet het indicatielampje in het laadstation constant groen branden. Volg de foutopsporingsgids hieronder als er iets anders wordt weergegeven. Op www.automower.com vindt u nog meer informatie over het opsporen van fouten. Neem contact op met een dealer bij u in de buurt als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen.
  • Pagina 72: Symptomen

    9. ProbleMen oPlossen 9.3 Symptomen Als de Automower niet naar verwachting werkt, volgt u de onderstaande probleemoplossingsgids. ® Kijk op www.automower.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op een aantal standaardvragen. Neem contact op met een dealer bij u in de buurt als u de oorzaak van de fout nog steeds niet kunt vinden.
  • Pagina 73 9. ProbleMen oPlossen Symptomen Oorzaak Actie De robotmaaier werkt De klok van de robotmaaier moet Stel de klok in. Zie 6.6 Instellingen op op het verkeerde worden ingesteld. pagina 54. tijdstip De start- en stoptijden voor het Reset de start- en stoptijdinstelling voor maaien zijn verkeerd.
  • Pagina 74: Breuken In De Lusdraad Opsporen

    9. ProbleMen oPlossen 9.4 Breuken in de lusdraad opsporen Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan onbewuste fysieke beschadigingen aan de draad, bijvoorbeeld bij het gebruik van een schop bij het tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad zelfs beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond bewegen.
  • Pagina 75 9. ProbleMen oPlossen 3. Sluit het laadstation aan op de voeding. Verwissel de aansluitingen van de begeleidingsdraad en de begrenzingsdraad in het laadstation. a) Verwissel aansluitingen AL en Guide. Als het indicatielampje geel knippert, bevindt de breuk zich ergens in de begrenzingsdraad tussen AL en het punt waar de begeleidingsdraad is aangesloten op de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de afbeelding).
  • Pagina 76 9. ProbleMen oPlossen 4. a) Ga er vanuit dat het indicatielampje geel knipperde tijdens test a) hierboven. Herstel de oorspronkelijke posities van alle aansluitingen. Koppel vervolgens AR los. Sluit een nieuwe lusdraad aan op AR. Sluit het andere uiteinde van de nieuwe lusdraad aan op een punt in het midden van de installatie.
  • Pagina 77 9. ProbleMen oPlossen 5. Wanneer de breuk is gevonden, moet het beschadigde deel worden vervangen door een nieuw stuk draad. Het beschadigde deel kan worden weggeknipt als het mogelijk is om de begrenzingsdraad in te korten. Gebruik altijd originele koppelingen. 3012-1323 Dutch - 77 1157868-36,105,NL.indd 77...
  • Pagina 78: Technische Gegevens

    10. technIsche gegevens 10. Technische gegevens Gegevens Automower ® Afmetingen Lengte 55 cm Breedte 39 cm Hoogte 25 cm Gewicht 6,7 kg Elektrisch systeem Accu Lithium-ion-accu 18 V/2,1 Ah art.nr 586 57 62-01 Elektrische voeding 100-240 V/ 28 V DC Lengte laagspanningskabel 10 m Gemiddeld energieverbruik bij maximaal gebruik...
  • Pagina 79: Garantiebepalingen

    11. garantIebePalIngen 11. Garantiebepalingen Husqvarna AB garandeert de werking van dit product gedurende een periode van twee jaar (vanaf de aankoopdatum). De garantie dekt ernstige materiaal- of productiefouten. Binnen de garantieperiode zullen wij kosteloos het product vervangen of repareren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: •...
  • Pagina 80: Informatie Over Het Milieu

    12. InforMatIe over het MIlIeu 12. Informatie over het milieu De symbolen op de robotmaaier van Husqvarna of zijn verpakking geven aan dat het product niet mag worden verwerkt als huishoudafval. In plaats daarvan moet de robotmaaier worden achtergelaten bij een geschikt recyclingcentrum om de elektronsche componenten en accu's te recyclen.
  • Pagina 81: Eu-Verklaring Van Overeenstemming

    Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, tel.: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de robotmaaiers Husqvarna Automower® 105 met serienummers van jaartal 2015 week 44 en later (het jaartal en de week staan duidelijk vermeld op het productplaatje, gevolgd door het serienummer), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: •...
  • Pagina 82 1157868-36,105,NL.indd 82 2016-03-15 10.05...
  • Pagina 83 1157868-36,105,NL.indd 83 2016-03-15 10.05...
  • Pagina 84 ORIGINELE INSTRUCTIES AUTOMOWER is een handelsmerk van Husqvarna AB. Copyright © 2016 HUSQVARNA. Alle rechten voorbehouden. www.automower.com 115 78 68-36 1157868-36,105,NL.indd 84 2016-03-15 10.05...

Inhoudsopgave