Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider Pro 15
Pagina 1
Rider Pro 15 Gebruiksaanwijzing Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen. 101 91 34-36...
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider Pro 15 Controle en afstellen van chokekabel .... 21 Inleiding ............... 2 Vervangen van brandstoffilter ......22 Rijden en transport op de openbare weg ..2 Controle van luchtfilter brandstofpomp ..22 Slepen .............. 2 Vervangen van luchtfilter ........ 23 Gebruik ............
INTRODUCTIE Beste klant, Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn volgens een uniek concept gebouwd. Ze zijn voorzien van een frontgemonteerd maaiaggregaat en een gepatenteerde sturing op de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De regelaars en de hydrostatische transmissie die met de pedalen worden geregeld, dragen ook bij aan het prestatievermogen van de machine.
INTRODUCTIE Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Dit gebeurt alleen via de serviceverlenende vakhandel, zodat we de klant de best mogelijke ondersteuning en service kunnen bieden. Voordat het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld door uw wederverkoper gecontroleerd en afgesteld.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Gebruik een Hydrostatische free-wheell Handrem...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. Dit ingevoegde symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier. Algemeen gebruik: •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Gebruik de zitmaaier nooit als u onder invloed • Vermijd het starten en stoppen op een helling. bent van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen. Als de banden beginnen te slippen, de messen afzetten en langzaam de helling afrijden. •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN gereden worden. Kinderen Tragische ongevallen kunnen gebeuren als de chauffeur niet opmerkzaam op kinderen is in de buurt van de zitmaaier. Kinderen worden vaak aangetrokken door de zitmaaier en het maaien. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst zag.
Pagina 9
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN worden vervangen. • Wees zeer voorzichtig bij het omgaan met accuzuur. Zuur op de huid kan ernstige wonden door invreting veroorzaken. Bij knoeien op de huid onmiddellijk spoelen met water. Zuur in de ogen kan blindheid veroorzaken, raadpleeg een arts. •...
Rider Pro 15. die een traploze variatie van de snelheid met de voetpedalen mogelijk maakt. De Rider Pro 15 is uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Kawasaki van 15 pk. Er is een pedaal voor het vooruit en een pedaal voor het achteruit rijden.
PRESENTATIE Gasbediening De gasbediening regelt het toerental van de motor en daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of verlagen wordt de bediening vooruit resp. achteruit gebracht. Chokebediening De chokebediening wordt gebruikt voor de koude start om de motor een vetter brandstofmengsel te geven.
PRESENTATIE Maai-element De Rider Pro 15 kunnen worden uitgerust met een aantal verschillende elementen. Een BioClip-element dat het gras fijnmaakt door het een aantal malen te maaien voordat het als meststof weer terug het gras in gaat. Maai-element met zij- of achteruitworp, d.w.z. het maaisel wordt aan de zijkant van of achter het dek uitgeworpen.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 9 verschillende standen. Element met zij/achteruitworp, 40-90 mm. BioClipelement, 45-95 mm. Handrem De handrem wordt op de volgende wijze aangezet: 1. Druk het rempedaal in (1). 2.
RIJDEN Voor de start • Lees de veiligheidsvoorschriften en de presenta- tie van de zitmaaier voor de start door (zie de bladzijden 5–12). • Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start (zie het onderhoudsschema op bladzijde 17-18). • Stel de zitplaats af in de gewenste stand. Starten van de motor 1.
RIJDEN 5. Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 15 seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
RIJDEN 3. Druk de blokkeerknop op de hendel in en laat de maaikast zakken. 4. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de hendel voor het instellen van de maaihoogte. Maaitips • De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak •...
RIJDEN WAARSCHUWING! Rijd nooit met de zitmaaier over een terrein met een helling van meer dan 15°. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsverand- eringen. MAX 15 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan. Onderhoudsinterval Onderhoud Pagina Dagelijks Wekelijks Minimaal in uren onderhoud onderhoud...
Pagina 19
ONDERHOUD Onderhoudsinterval Onderhoud Pagina Dagelijks Wekelijks Minimaal in uren onderhoud onderhoud elk jaar 50 100 voor Smeer het pedaalmechanisme in de frametunnel Smeer de versnellingshendel Smeer de parkeerremkabel Smeer de gasregelaar Smeer de chokeregelaar Smeer de stuurketting in de frametunnel Controleer de stuurkabels in de frametunnel Reinig de koelluchtinlaat van de motor Maak de voorreiniger van de luchtreiniger...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap Maak de rubber lus aan de voorzijde van de motor- kap los en klap de kap omhoog. De frontkap Maak de snelsluiting van de frontkap los en til de kap van zijn plaats. Rechter vleugelkap Demonteer de voetplaat (1), de bouten (2 en 3) en til de vleugel van zijn plaats.
ONDERHOUD Transmissiekap Maak de beide bouten (een aan iedere kant) los en til de transmissiekap vervolgens weg. Controleren en afstellen van de besturingskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn.
ONDERHOUD Afstelling van de rem De rem wordt op de volgende manier afgesteld: 1. Verwijder de transmissiekap. Maak de beide schroeven (één aan elke kant) los en verwijder vervolgens de transmissiekap. 2. Haak de veer (A) van de schroef (B) los. 3.
ONDERHOUD Vervangen van het brandstoffilter Vervang het op de leiding gemonteerde brand- stoffilter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Vervang het filter op de volgende wijze: 1. Maak de rubber lus onder de stoel los en klap de motorkap omhoog.
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het onderhoudsschema op bladzijde 17-18 voor de juiste onderhoudsintervallen).
ONDERHOUD Controleren van de luchtinlaat van de transmissie Controleer of de luchtinlaat van de transmissie niet is verstopt. Controleren van de koelluchtinlaat van de motor Maak de rubber lus onder de stoel los en klap de motorkap omhoog. Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is van gebladerte, gras en vuil.
ONDERHOUD Controleren van het zuurniveau van de accu Controleer of het zuurniveau van de accu ligt tussen de markeringen. Bij bijvullen mag alleen gedestilleerd water worden gedaan in de cellen. WAARSCHUWING! Maatregelen bij contact met het zuur Uitwendig: Spoel rijkelijk met water. Inwendig: Drink grote hoeveelheden water of melk.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de hydrostaatpedalen in neutraalstand staan. Startmotor Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet zijn 60 kPa (0,6 kg/cm ) voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden vermind- erd tot 40 kPa (0,4 kg/cm Hoogste toegestane spanning is 80 kPa (0,8 kg/cm BELANGRIJKE INFORMATIE Een verschillende spanning in de...
ONDERHOUD Monteren van het maai-element 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond en activeer de parkeerrem, zie blz. 12. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat. Zorg ervoor dat er steunwielen op het maai- element (1) zijn gemonteerd.
ONDERHOUD Monteren van BioClip 90 Wanneer de BioClip 90 gemonteerd moet worden, moeten het steunwiel van de aandrijfriem gedemonteerd worden. 1. Maak de veer van het spanwiel los. 2. Verwijder de borgspie (1) die naast het steunwiel is geplaatst. 3. Schroef de moer en de ring (2) onder het midden van het steunwiel eraf.
ONDERHOUD Controleren van de parallelliteit van de maaikast Controleer de parallelliteit van de maaikast op de volgende wijze: 1. Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 2. Meet de afstand tussen de grond en de rand van het element, aan de voor- en de achterkant van de kap.
ONDERHOUD Demonteren van het maai-element WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril bij het demonteren van de maaikast. De veer die de riem spant kan eraf springen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Voer de punten 1-9 uit om het maai-element in servicestand te zetten, zie "Servicestand voor maaielement"...
ONDERHOUD Vervangen van de riemen van het maai- element Riemen vervangen op een BioClip-103 De BioClip 103 is in twee versies verkrijgbaar. Versie 1 heeft één tandriem en versie 2 heeft er twee. De tandriemen drijven de messen aan en synchroniseren de rotatie van de messen.
ONDERHOUD 5. Versie 2: Montage: Zet eerst de onderste riem en vervolgens de bovenste er weer op. Controleer of de messen net als op de afbeelding in een hoek van 90° ten opzichte van elkaar staan, anders moeten de riemen afgesteld worden.
ONDERHOUD Servicestand voor maai-element Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en vergrendeld in verticale positie. In servicestand zetten 1.
Pagina 36
ONDERHOUD 4. Monteer de twee steunwielen aan beide kanten van het achterdeel van het element. WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril bij het demonteren van de maaikast. De veer die de riem spant kan eraf springen en persoonlijk letsel veroorzaken. 5. Maak de veer van de spanrol van de aandrijfriem los.
ONDERHOUD 8. Til de aandrijfriem eraf (1). Trek vervolgens de borgspie (2) eruit. Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet klem komt te zitten. 9. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. 10. Pak de voorkant van het element beet, trek het uit en breng het omhoog naar de servicestand.
ONDERHOUD Controle van de messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en dat zij goed zijn geslepen. BELANGRIJKE INFORMATIE Controleer of de bevestigingsbouten van de De bioclipmaaikast moet de messen altijd messen zijn vastgedraaid.
ONDERHOUD Vervangen van breekpen (BioClip) Om het BioClipelement en de aandrijving daarvan te beschermen wanneer op een hindernis wordt gebotst moeten de messen voorzien zijn van een breekpen. Op iedere mesbout zit een gebogen verende glijring. Deze ring moet altijd door een nieuwe worden vervangen wanneer de mesbout losgemaakt wordt.
SMEREN Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Bij het smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie. Bij het smeren met een smeerkan moet u, indien niets anders wordt aangegeven, vet 503 98 96-01 of ander chassis- of kogellagervet met goede anti-roesteigenschappen gebruiken.
SMEREN 2. Pedaalmechanisme in frametunnel Smeer het pedaalmechanisme in de frametunnel. Verwijder het deksel op de frametunnel door de bouten los te maken, twee aan iedere kant. Beweeg de pedalen en smeer de bewegende delen met een oliekan. Smeer de kabels voor de rem- en rijpedalen met een oliekan.
SMEREN 5. Bestuurderszitting Klap de zitplaats omhoog. Smeer de verbindingen van de schaarvering van de zitplaats met een oliekan, 8 smeerpunten. Smeer het mechanisme van de lengteafstelling met een oliekan. Smeer de glijrails van de lengteafstelling met een oliekan. 6. Gas- en chokekabels, hendellagers Verwijder het de rechter zijkap van de hendels (1 bout) en open de motorkap.
Pagina 44
SMEREN 8. Motorolie Controleer het oliepeil in de motor wanneer de zitmaaier horizontaal staat. Maak de rubber lus onder de stoel los en klap de motorkap omhoog. Haal de peilstok omhoog, droog hem af en plaats hem weer terug. De peilstok moet niet ingeschroefd zijn. Haal de peilstok vervolgens weer omhoog en lees het oliepeil af.
Pagina 45
SMEREN 9. Versnellingshendel Verwijder de transmissiekap, twee bouten. Smeer verbindingen en lagers aan de linkerkant met een oliekan. Haal de rubber bescherming weg en smeer de hydrostaatkabel met een oliekan. Trap enkele keren op het pedaal en smeer weer. Plaats de rubber bescherming terug. Plaats de transmissiekap terug.
SMEREN 12. Transmissie Olie verversen en filter vervangen wordt gedaan door een erkende servicewerkplaats en wordt in het servicehandboek beschreven. 13. Oliefilter, vervangen WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer warm zijn als ze direct na het stoppen afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst afkoelen.
STORINGSSCHEMA Probleem Maatregel De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougie defect • Bougie-aansluiting defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt • Accu leeg de motor niet rond • Slecht contact tussen kabel en accupool •...
STALLEN Winterstalling Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, stappen volgen: ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het worden.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Rider Pro 15 Afmetingen Rider Pro 15 Lengte zonder element 2 145 mm Breedte zonder element 1 050 mm Hoogte 1 060 mm Dienstgewicht 245 kg Asafstand 855 mm Spoorbreedte 715 mm Bandenafmeting 16 x 6,50 x 8...
Husqvarna AB, S-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaiers Husqvarna Rider Pro 15 met een serienummer uit 1998 en verder (het jaar met daaropvolgend het serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de Richtlijnen: - van 14 juni 1989 „betreffende machines”...
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, Maatregel stempel, handtekening Leverantieservice 1. Vul de accu met accuzuur en laad de accu vier uur op. 2. Monteer het stuur, de zitting en eventuele overige onderdelen. 3. Monteer het maaiaggreaat. 4. Stel het maaiaggregaat af: Stel de hefveren af (het “gewicht” van het maaiaggregaat moet 12-15 kg zijn;...
Pagina 53
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 25 uur service 1. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Oil-foam- element) (kortere intervallen bij stoffige werkomstandigheden). 2. Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. 3. Maak het luchtfilter van de brandstofpomp schoon (bij stoffige werkomstandigheden).
Pagina 54
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, Maatregel stempel, handtekening 50 uur service 1. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Oil-foam- element) en vervang hem (kortere intervallen bij stoffige werkomstandigheden). 2. Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. 3.
Pagina 55
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 100/200 uur service 1. Motorolie verversen. Vervang oliefilter om de 200 uur. 2. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Oil-foam- element) en vervang hem. 3. Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon. Vervang om de 200 uur (kortere intervallen bij stoffige werkomstandigheden).
Pagina 56
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, Maatregel stempel, handtekening 300 uur service 1. Ververs de motorolie. 2. Vervang het luchtfilter (Oil-foam-element). 3. Vervang het luchtfilter (papieren inzetstuk). 4. Maak het luchtfilter van de brandstofpomp schoon. 5. Controleer / stel de instelling van de maaihoogte. 6.
Pagina 57
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, Maatregel stempel, handtekening Minimaal één keer per seizoen 1. Ververs motorolie (100 uur). 2. Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Oil-foam- element) en vervang hem (25 uur) (kortere intervallen bij stoffige werkomstandigheden). 3. Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon of vervang het (200 uur) (kortere intervallen bij stoffige werkomstandigheden).