C.Fn-09
U kunt de AEB-volgorde wijzigen wanneer u de reeksopnamefunctie
toepast voor de sluitertijd, het diafragma of de ISO-snelheid. U kunt ook de
reeksopnamevolgorde voor de witbalans wijzigen.
Als u "auto uitschakelen" instelt, wordt de reeksopnamefunctie
uitgeschakeld wanneer u een andere lens aanbrengt of het instelwiel <
2
instelt op <
1:
De eerste opname van de reeks heeft de standaardbelichting (of wordt
belicht met de standaardwitbalans). Deze opnamereeks kan worden
herhaald.
2:
Start de opnamereeks met een lagere waarde.
3:
Herhaalt de opnamereeks en start met de lagere waarde.
C.Fn-10
1:
Het AF-punt gaat niet branden. Dit is handig als u het vervelend vindt
dat het telkens gaat branden.
2:
Voorkomt de gedimde belichting van C.Fn-10-0.
3:
Dit is handig als u met C.Fn-10-0 moeilijk kunt zien of het AF-punt
brandt.
C.Fn-11
1:
Dit keert de functie van de knoppen <
¡
2:
Draai tijdens de belichtingsmeting aan het instelwiel <
selecteer een horizontaal AF-punt. (Als u C.Fn-13-3 hebt ingesteld,
selecteert u een van de uiterste AF-punten.) Dit is ook mogelijk als
u de ontspanknop half indrukt en tijdens het maken van
reeksopnamen in de modus AI Servo AF. De AF-puntselectie stopt
bij het uiterst linkse, uiterst rechtse, bovenste en onderste AF-punt.
¡
Tijdens de autofocus kunt u op de knop <
onmiddellijk overschakelen naar de modus voor automatisch
AF-puntselectie.
¡
U kunt het AF-punt (ook automatische AF-puntselectie) ook
selecteren met dezelfde bewerking als C.Fn-11-1.
¡
Als u zowel C.Fn-11-2 als C.Fn-18-1/2 (p.153) hebt ingesteld,
selecteert u een verticaal AF-punt door op de knop <
en aan het instelwiel <
3:
Dit keert de functie van de knoppen <
150
Reeksopnamen/auto uitschakelen
>.
AF-puntverlichting
AF-punt selectiemethode
5
S
> en <
> te draaien.
S
> en <
O
> om.
5
> en
S
> drukken en zo
O
> te drukken
I
> om.
4
>