Een geschiedenisitem weergeven
In de geschiedenis wordt de datum, tijd,
afstand, duur van de activiteit, calorieën en
het gemiddelde en maximale tempo of de
gemiddelde en maximale snelheid weergegeven.
Bij zwemactiviteiten worden ook zwemslag-
en efficiencygegevens weergegeven. In de
geschiedenis kunnen ook hartslag, cadans, en
vermogensgegevens worden weergegeven als u
een hartslagmonitor, voetsensor, cadanssensor
of vermogensmeter (optionele accessoires)
gebruikt.
1
Selecteer MODE > geschiedenis >
activiteiten.
2
Gebruik ▲en ▼ om uw opgeslagen
activiteiten weer te geven.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer Meer weergeven om
gemiddelden en maxima weer te geven.
5
Selecteer een optie:
Selecteer Toon kaart om de activiteit op
•
een kaart weer te geven.
•
Selecteer Bekijk routedeel om
onderdelen van een multisportactiviteit
weer te geven.
Selecteer Bekijk ronden om
•
rondegegevens weer te geven.
6
Selecteer ▲of ▼ om door ronden te
bladeren.
Forerunner 910XT – snelstartgids
De geschiedenis verwijderen
1
Selecteer MODE > geschiedenis >
activiteiten > wis > Individuele
activiteiten.
2
Gebruik ▲en ▼ om een activiteit te
selecteren.
3
Selecteer activiteit verwijderen.
Indoortrainingen
Als de Forerunner geen satellieten kan vinden,
verschijnt er een bericht waarin u wordt
gevraagd of u binnen bent. U kunt de GPS ook
handmatig uitschakelen bij indoortrainingen.
Selecteer EnTEr > Ja terwijl de Forerunner
satellieten probeert te vinden.
TIP: meer informatie over indoortrainingen
en GPS-instellingen vindt u in de
gebruikershandleiding.
Fietsen met uw Forerunner
1
Houd MODE ingedrukt.
2
Selecteer Fiets > sTarT.
3
Selecteer sTOP nadat u uw fietssessie hebt
voltooid.
4
Houd rEsET ingedrukt om uw fietssessie
op te slaan en de timer opnieuw in te stellen.
7