11. Schakeling
Stelt de snelheid van de machine in om vooruit of achteruit te rijden en
bevat de claxon.
» Wanneer u de schakeling naar versnelling " I " draait (zoals op de
afbeelding), wordt de 1e snelheid ingesteld.
» Wanneer u de schakeling naar " II " draait, wordt de 2e snelheid in-
gesteld.
» Wanneer u de schakeling naar " III " draait, wordt de 3e snelheid in-
gesteld.
(zie hoofdstuk "STANDAARD"-WERKWIJZE)
Om met de machine vooruit te rijden, brengt u de schakeling eerst om-
hoog vanuit de middelste stand (vrij "N"), verplaats daarna vooruit (A).
Om met de machine achteruit te rijden, brengt u de schakeling eerst
omhoog vanuit de middelste stand (vrij "N"), verplaats daarna achteruit
(R).
Wanneer u op "C" drukt, wordt de claxon geactiveerd.
12. Rempedaal (hydraulisch)
Stuurt het afremmen van de machine aan.
(zie ook hoofdstuk "Afremmen").
13. Parkeerrem (mechanisch) met helden met veilig-
heidsmicroschakelaar.
(TERA-modellen uitgerust met parkeerrem)
Met de hendel is het mogelijk om de machine in parkeerstand te rem-
men. De rem is voorzien van een veiligheidsmicroschakelaar die belet
dat de machine in werking wordt gesteld terwijl de parkeerrem inge-
schakeld is. (zie ook hoofdstuk "Afremmen").
Het remmen is op het display aangegeven met het parkeersymbool ge-
volg door een geluidssignalering
!
Let op!
Schakel de parkeerrem in wanneer op op een hellend vlak
parkeert.
14. Rijpedaal (elektrisch)
Stuurt het vooruit en achteruit rijden van de machine aan.
Vooraleer het pedaal te bedienen, moet u de snelheid en de rijrichting
van de machine via de schakeling pos.11 instellen.
15. Stekker voor aansluiting van accu's
(Zie hoofdstuk "elektrisch systeem")
16. Hendel om het stuur te regelen
Wanneer u de hendel deblokkeert, kunt u het stuur naar voren of naar
achteren laten hellen, of omhoog of omlaag brengen. Na de afstelling
moet u de hendel opnieuw blokkeren.
.
C
11
13
12
16
12
A
N
R R
14
15