3
Veiligheidsvoorzieningen
Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen
foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht.
De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie
hoofdstuk D, paragraaf „Checklist voor de machinebestuurder").
3.1
Noodstopknop
- op het bedieningspaneel
- op de hoekbedieningen (
$
Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing
uitgeschakeld. Eventueel noodzakelijke handelingen (uitwijken, omhoogzetten van
de balk e.d.) zijn dan niet meer mogelijk! Ongevalgevaar!
3.2
Besturing
3.3
Claxon
- op het bedieningspaneel
- op beide hoekbedieningen
3.4
Contactslot / verlichting
3.5
Veiligheidsvoorzieningen van de gasverwarmingsinstallatie
- Flesklep (1)
- Slangbreukbeveiliging (2)
- Hoofdafsluiter (3)
B 6
&
)
F0005_A1.EPS
F0069_A1.eps
Horn_Neu
Zünd_neu
2
Gas_VB340.tif
1
3