Brandstoftank (22)
Altijd de brandstoftank vullen voordat
men begint met het werk; zo voorkomt u
'drooglopen' en daardoor een tijdro-
vende ontluchting.
Brandstoffilter (23)
Het systeem bestaat uit een voorfilter
(23.1) en een hoofdfilter (23.2).
Zie voor het onderhoud de gebruiksaan-
wijzing van de motor
Hydraulisch aanzuigfilter (24)
Het filter moet worden vervangen zodra
onderhoudsindicatie (24.1) de rode mar-
kering bereikt.
Bij het verversen van de hydraulische
olie moeten ook de filters worden ver-
vangen.
Deksel van het filterhuis op de tank voor
hydraulische olie afschroeven en het fil-
terinzetstuk vervangen.
$
In geen geval de filters reinigen en op-
nieuw gebruiken! Altijd nieuwe filters
aanbrengen.
Hydraulische olietank (25)
Oliepeil controleren met de pijlstaaf (25.1). Het oliepeil moet bij ingeschoven cilinders
tot de bovenste inkeping komen.
De olietankontluchting moet regelmatig worden ontdaan van stof en vuil. Oliekoeler-
oppervlakken schoonmaken (zie ook Motor-Betriebsanleitung).
$
Uitsluitend aanbevolen hydraulische olie gebruiken (zie paragraaf „Aanbevolen hy-
draulische olie").
F 20
22
Kraftstoff_F6.jpg
23.1
Vorfilt.TIF
25.1
Hydraulik_F6.jpg
23.2
24.1