Inhoudsopgave
Advertenties
3.1
Controlepunten
Planeetdrijfwerk loopwerk (1)
Voor de oliepeilcontrole en het bijvullen
van olie moet de controle- en vulschroef
(1) op de 10-uur-positie staan. Voor het
aftappen van olie moet de aftapschroef
(2) op de 6-uur-positie staan.
- Voor oliepeilcontrole de controle-
schroef (1) uitdraaien.
Het oliepeil is correct wanneer de olie tot
aan de onderkant van de controleope-
ning staat of wanneer er een beetje olie
uit de opening druipt.
Vullen met olie:
- Vulschroef (1) uitdraaien.
- De voorgeschreven olie in de vulopening (1) gieten tot de olie tot aan de onderkant
van de vulopening staat.
- Vulschroef (1) weer vastdraaien.
Olieverversing
$
Olie alleen verversen in bedrijfswarme toestand, direct nadat het drijfwerk stilstaat.
Zo wordt het neerslaan van vaste deeltjes voorkomen.
Veiligheidskleding bij het werken van hete olie. Gevaar voor de gezondheid bij huid-
contact.
- Olieaftapschroef (2) uitdraaien, weglopende olie opvangen.
- Vulschroef (1) ter ontluchting uitdraaien.
- Nadat alle olie is afgetapt, de aftapschroef (2) weer goed dichtschroeven.
- De verse olie toevoegen via de geopende vulschroef tot er een beetje olie uit het
boorgat van de afsluitschroef loopt.
- Vulschroef (1) weer goed vastdraaien.
Oude olie opvangen in een geschikte houder en afvoeren.
$
Gemorste olie afvegen.
$
Eerste olieverversing na 150 bedrijfsuren!
$
Maandelijks de schroefverbindingen van het drijfwerk controleren en eventueel met
het in de documentatie van de fabrikant voorgeschreven draaimoment aandraaien.
Oliekwaliteit
Elk half jaar moet een oliekwaliteitscontrole worden uitgevoerd.
Oude of ondeugdelijk geworden smeerolie moet direct worden ververst.
1
Planet_F6C.cdr
2
F 11
Advertenties
Inhoudsopgave
