RUITeNWIsseR, RUITeNsPROeIeR ACHTeR
1
A
2
Y
Achterruitwisser
Draai, als het contact aan staat,
de ring A van de schakelaar 1 tot het sym-
bool tegenover het merkteken 2 staat en laat
hem los.
Om de werking te stoppen, laat u opnieuw
de ring A draaien.
De frequentie van het wissen varieert naar-
gelang de rijsnelheid van de auto.
1.88
p
Ruitenwisser en -sproeier
achter
Contact aan, duw tegen de schakelaar.
Gebruik de ruitenwisserarm niet om de
achterklep te openen of te sluiten.
De werking van een
ruitenwisserblad
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– houd de bladen schoon: reinig de
bladen en de ruit regelmatig met
water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge ruit;
– maak ze los van de ruit als ze lange
tijd niet zijn gebruikt.
Vervang ruitenwisserbladen zodra de
werking vermindert: ongeveer 1x per
jaar (zie "Ruitenwisserbladen" in hoofd-
stuk 5).
Voorzorgen bij het gebruik
van de wissers
– Maak, als het vriest of sneeuwt, de
achterruit schoon voordat u de ruiten-
wisser aanzet (de motor kan overver-
hitten).
– zorg dat niets de beweging van de
wisser hindert.