eleKTRIsCHe AUTO:
Rijden
Net als bij een auto met automatische trans-
missie moet u eraan wennen dat u uw lin-
kervoet niet moet gebruiken en er niet mee
moet remmen.
Wanneer u tijdens het rijden uw voet optilt
van het gaspedaal of op het rempedaal
drukt, genereert de motor tijdens het af-
remmen elektriciteit die wordt gebruikt om
de auto af te remmen of om de tractiebat-
terij op te laden. Raadpleeg de paragraaf
"Verbruiksmeter" in hoofdstuk 2.
Bijzonder geval:
Na een maximale lading van de batterij en
gedurende de eerste gebruikskilometers
van de auto, is de motorrem tijdelijk beperkt.
Pas hierbij uw rijgedrag aan.
De motorrem mag onder geen
beding gebruik van het rempe-
daal vervangen.
1.6
presentatie (5/5)
Diepe plassen, overstromingen:
Rijd niet door als het water op
de weg hoger staat dan de on-
derrand van de velgen.
Hinder bij het rijden
Aan de bestuurderskant mogen
alleen voor de auto geschikte
matten worden gebruikt die
moeten worden vastgezet aan de vooraf
geïnstalleerde onderdelen. Controleer
regelmatig of ze goed vastzitten. Stapel
niet meerdere matten op elkaar.
Gevaar van hakende pedalen
Daar uw auto stil is, dient u bij
het verlaten ervan standaard
de snelheidsregelaar op P te
zetten, de handrem in te scha-
kelen en de motor uit te zetten.
RIsICO VAN eRNsTIG leTsel
Geluid
Elektrische voertuigen zijn bijzonder stil. U
bent er nog niet aan gewend maar andere
weggebruikers zijn dat evenmin. Voor hen is
het moeilijk om te horen of de auto in be-
weging is.
Wij raden u dus aan hier rekening mee te
houden en de voetgangersclaxon te gebrui-
ken, vooral wanneer u in de stad rijdt of tij-
dens manoeuvres.
R a a d p l e e g
d e
"Voetgangersclaxon" in hoofdstuk 1.
Omdat de motor vrijwel geen geluid maakt,
hoort u geluiden die u niet gewend bent
(geluid van de wind, banden enz.).
Tijdens het opladen kan de auto geluid
maken (ventilator, relais ...).
Bij het stoppen van de auto kan het ver-
warmingssysteem automatisch in werking
treden voor een zelfonderhoud.
p a r a g r a a f