KOPlAMPeN:
vervangen van een lamp
1
A
U kunt de hierna beschreven lampen ver-
vangen. Wij raden u echter aan ze door
een merkdealer te laten vervangen als het
u moeilijk lijkt.
De lampen staan onder druk
en kunnen openbarsten bij het
vervangen.
Verwondingsgevaar
Zorg dat u altijd een doos met reserve-
lampen en -zekeringen in de auto hebt,
deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.
2
Richtingaanwijzers
Zet de lamphouder 1 met een kwartslag los
en vervang daarna de lamp.
lamptype: Py21W.
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien
kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
wingslampje
in de motorruimte
herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Grootlicht/dimlicht
Verwijder de kap A.
Draai de lamhouder 2 los en haal het geheel
uit zijn behuizing.
Vervang de lamp.
lamptype: H7.
Gebruik uitsluitend anti-U.V. 55W lampen
om de plastic ruit van de koplampen niet te
beschadigen.
Raak het lampglas niet aan.
Vergeet niet, na het vervangen van de lamp,
de kap terug te plaatsen.
Controleer tijdens het vervangen ervan dat
de kabels niet klem zitten tussen de lamp-
houder.
Verlichting overdag
Raadpleeg een merkdealer.
Niet onder de motorkap werken
als de auto wordt opgeladen of
wanneer het contact niet uit is.
5.9