Download Print deze pagina

Advertenties

sTORINGeN

(1/4)
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. laat de auto echter wel zo spoedig mo-
gelijk door een merkdealer nakijken.
sTORINGeN
De tractiebatterij kan niet worden opgela-
den.
Het waarschuwingslampje van de oplaad-
klep knippert rood.
De tractiebatterij kan niet worden opgela-
den.
Het waarschuwingslampje van de oplaad-
klep knippert blauw.
De inschakeling van de airconditioning door
de card RENAULT werkt niet.
MOGelIjKe OORZAKeN
De buitentemperatuur is minder dan
-26 °C.
Er is geen stroom op de wandcontact-
doos of de kabel is niet goed op het
gewone stopcontact aangesloten.
Het snoer is beschadigd.
Het laadsnoer is niet correct op de auto
aangesloten.
De card RENAULT is buiten de herken-
ningszone.
Er is niet aan een van de gebruiksvoor-
waarden voldaan.
WAT Te DOeN
Laad uw auto weer op een gematigde plek op.
Raadpleeg indien nodig de paragraaf "Slepen:
pechhulp" in hoofdstuk 5.
Laat uw installatie controleren (hoofdschakelaar,
programmeerapparaat...).
Controleer de aansluitingen (oplaadaansluiting),
raadpleeg het hoofdstuk "Elektrische auto: opla-
den" in hoofdstuk 1.
Raadpleeg een merkdealer om het te vervangen.
Sluit het laadsnoer van de auto correct aan.
Raadpleeg de paragraaf "Elektrische auto: opla-
den" in hoofdstuk 1.
Ga dichter naar de auto.
Raadpleeg de paragraaf "Airconditioning: in-
schakelen op afstand" in hoofdstuk 3.
5.23

Advertenties

loading