WAARsCHUWING BIj VeRlIes VAN BANDeNsPANNING
"CONTROLEER WIELSENSOREN"
Het controlelampje
meerdere seconden en blijft dan bran-
den, de boodschap "CONTROLEER
WIELSENSOREN" verschijnt.
Deze boodschap wordt vergezeld door het
©
lampje
.
Die geven aan dat in minstens een van de
wielen geen drukzender zit (bijvoorbeeld het
reservewiel). Neem in alle overige gevallen
contact op met een merkdealer.
Corrigeren van de
bandenspanning
De bandenspanning moet koud worden
gecorrigeerd (raadpleeg de sticker op de
zijkant van het bestuurdersportier).
Indien u de bandenspanning niet bij koude
banden kunt controleren, moet u de opge-
geven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI)
verhogen.
Verlaag nooit de spanning van een
warme band.
Vervangen van wielen/banden
Voor dit systeem zijn specifieke uitrustingen
knippert
nodig (wielen, sierdoppen enz.). Raadpleeg
de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 5.
Raadpleeg een merkdealer voor het vervan-
gen van de banden en om de geschikte ac-
cessoires voor het systeem te kennen die
beschikbaar zijn: het gebruik van enig ander
accessoire kan de goede werking van het
systeem belemmeren of een wielsensor be-
schadigen.
Reservewiel
Het reservewiel, als uw auto daarmee is uit-
gerust, heeft geen drukzender. Als die op
de auto gemonteerd is, knippert het con-
trolelampje
blijft dan branden, terwijl het controlelampje
©
en de boodschap "CONTROLEER
WIELSENSOREN" op het instrumentenpa-
neel verschijnen.
(3/3)
spuitbussen voor
bandenreparatie en pompset
Vanwege de specifieke eigenschappen
van de ventielen, mag u alleen uitrustin-
gen gebruiken die door de merkdealer
goedgekeurd zijn. Raadpleeg de paragraaf
"Pompset voor de banden" in hoofdstuk 5.
meerdere seconden en
Verwisselen van een wiel
het kan enkele minuten duren
voordat het systeem de juiste
bandenspanningen heeft ve-
rwerkt. Controleer daarom de bandens-
panning na elke ingreep.
2.15