Opbouw en werking
5.20
Rijpadmarkeerapparaat
Het rijpadmarkeerapparaat beschikt over twee spoorschijven, die bij het aanleggen van rijpaden
automatisch neergelaten worden. De spoorschijven markeren het net aangelegde rijpad. Hierdoor zijn
de rijpaden al zichtbaar voordat het gewas is opgekomen.
Als er geen rijpad wordt aangelegd, zijn de spoorschijven opgelicht.
Instelbaar
is de afstand van de spoorschijven (Afb.
105/1) t.o.v. elkaar voor het markeren van
de tractor-wielbreedte
is de arbeidsintensiteit van de
spoorschijven.
Uit de tabel hierna de benodigde boring voor de
gewenste tractor-wielbreedte "A" aflezen.
Pen steekt in
Boring 1
Boring 2
Boring 3
Bij het transport van de machine zijn beide
armen opgetild, ingeklapt en met een pen (Afb.
107/1) geborgd.
96
Tractor-
wielbreedte „A"
1500 mm
1800 mm
2250 mm
Afb. 105
Afb. 106
Afb. 107
Cataya Super BAH0105-1 02.20