10.6.2
Keren op wendakker
1. Tractorregeleenheid (geel) bedienen.
Oplichten van de actieve markeur.
Verder schakelen van de rijpadenteller
Optillen van de spoorschijven van het rijpadmarkeerapparaat.
2. Bedien de regeleenheid voor der trekstangen van de tractor.
Oplichten van de combinatie.
3. Keren met de combinatie.
Door oplichten van de combinatie vóór het keren op de wendakker wordt de toevoer van zaaigoed
onderbroken doordat de zaaias stilstaat.
Na het keren op wendakker
1. Begin te rijden.
2. Bedien de regeleenheid voor der trekstangen van de tractor.
Laten zakken van de combinatie.
3. Bedien tractorregeleenheid (geel) tenminste 5 seconden, zodat alle hydraulische functies volledig
worden uitgevoerd.
Laten zakken van de actieve markeur.
Neerlaten van het spoorschijven van het rijpadmarkeerapparaat, voor het maken van rijpaden.
Cataya Super BAH0105-1 02.20
GEVAAR
Na het keren wordt bij overeenkomstige instelling in de
bedieningsterminal en bij bediening van de tractorregeleenheid
de tegenoverliggende markeur in de werkstand gebracht.
De zaaischijven en eggen mogen bij het wenden niet in aanraking
met de grond komen.
Werken met de machine
169