5.11.1.3 bodemklep
De afstand tussen doseerwiel (Afb. 50/1) en
bodemklep (Afb. 50/2) is afhankelijk van de
grootte van het zaaigoed.
De bodemklepas (Afb. 50/3) dient voor het
instellen van de afstand.
De bodemkleppen zijn verend gelagerd voor het
voorzichtig doseren van het zaaigoed.
De bodemklephendel (Afb. 51/1) verstelt de
bodemklepas.
De bodemklephendel kan in een gatengroep
(Afb. 51/2) in 8 posities worden gezet. De
bodemklephendel komt los bij indrukken van de
knop.
De benodigde bodemklepstand afhankelijk van
het zaaigoed, uit tabel "Instelwaarde", pagina
64, aflezen.
Voor het legen van het zaaihuis de
bodemklephendel (Afb. 52/1) linksom over de
gatengroep (Afb. 52/2) heen wegdraaien, tot aan
de aanslag, zie ook hoofdstuk "Zaadbak en
zaaihuizen leegmaken", pagina 171.
Cataya Super BAH0105-1 02.20
Afb. 50
Afb. 51
Afb. 52
Opbouw en werking
67