5.16.1
Stand van de exactegtanden
Stand van de exactegtanden
Afstand "A" = 230 tot 280 mm
Bij een correcte instelling moeten de tanden
van de exacteg
plat op de grond liggen en
5 - 8 cm speling naar beneden toe
hebben.
Afb. 82
Bij zaaimachines zonder exactegopheffing (zie
hoofdstuk 5.16.3, pagina 86), dienen twee
spansloten (Afb. 83/1) voor het instellen van de
afstand "A".
Cataya Super BAH0105-1 02.20
Afb. 83
Opbouw en werking
83