11
Storingsdiagnose en -verhelping
11.2
Storingen aan eBUS-componenten
Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
1
XXX adres YY niet bereikbaar
4
XXX adres YY uitval sensor ZZZ
5
XXXX gewenste waarde wordt
niet bereikt
11.1 Storingen aan eBUS-componenten
11.3
Storingen met tijdelijke
waarschuwingsmelding
De volgende waarschuwingsmeldingen worden door tijde-
lijke storingen in het bedrijf van de warmtepomp veroor-
zaakt. De warmtepomp inclusief compressor blijft in wer-
king. De volgende fouten worden in het menu
schuwingsmelding in het storingsgeheugen weergegeven
(¬ Gebruiksaanwijzing).
Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
26
Drukzijde compressor overver-
hitting
36
Brijndruk laag
11.2 Storingen met tijdelijke waarschuwingsmelding
98
Mogelijke oorzaak
Een via de eBus aangesloten compo-
nent XXX, b.v. VR 60 met het adres
YY wordt niet herkend.
Een sensor ZZZ van een via de eBus
aangesloten component XXX met
het adres YY is defect.
XXXX gewenste waarde wordt niet
bereikt.
1 als waar-
Mogelijke oorzaak
Overmatig hoog vermogen bij hoge
aanvoertemperatuur.
VRC DCF-ontvanger met geïnte-
greerde buitentemperatuurvoeler
niet aangesloten (weergave „-60 °C"
= te hoge, berekende aanvoertempe-
ratuur).
Drukval in het brijncircuit door lek of
luchtkussen.
Druk < 60 kPa (0,6 bar)
Maatregel voor verhelpen
> eBUS-kabel- en -stekker controleren.
> Controleren of adresschakelaar correct is
ingesteld.
> ProE-stekkers op de printplaten controleren.
> Voeler op goede werking controleren.
> Voeler vervangen.
> Gewenste temperatuurwaarde controleren.
> Contact van de temperatuurvoeler met te
meten medium controleren en evt. tot stand
brengen.
Maatregel voor verhelpen
> Stooklijn reduceren.
> Nodig verwarmingsvermogen controleren
(afwerklaagdroging, ruwbouw) en evt. reduce-
ren.
> Bijgeleverde VRC DCF-ontvanger aansluiten.
> Brijncircuit op ondichtheden controleren.
> Brijnvloeistof bijvullen.
> Brijncircuit spoelen en ontluchten.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03