> Monteer een maximaalthermostaat (19) (¬ Afb. 5.6).
> Sluit de maximaalthermostaat afhankelijk van de netvoe-
ding aan, zoals in (¬ Hfdst. 7.3.6 of 7.3.7) beschreven.
> Monteer een externe cv-pomp in de aanvoer.
> Sluit de externe cv-pomp aan, zoals in (¬ Hfdst. 7.3.3)
beschreven.
> Monteer een tweede externe cv-pomp in het verwar-
mingscircuit.
> Sluit de tweede externe cv-pomp aan klem HK2-P aan (5)
(¬ Afb. 7.18).
> Monteer een extern, motorgestuurd 3-wegmengventiel.
> Sluit het externe, motorgestuurde 3-wegmengventiel aan
klem HK2 aan (6) (¬ Afb. 7.18).
> Monteer een extern omschakelventiel verwarming/boiler-
lading.
> Sluit het externe omschakelventiel verwarming/boilerla-
ding aan klem LP/UV1 (2) (¬ Afb. 7.18) aan.
> Monteer twee externe omschakelventielen verwarming/
koeling en een externe tweede brijncircuitpomp koeling
in het brijncircuit.
> Sluit beide externe omschakelventielen verwarming/koe-
ling en de externe tweede brijncircuitpomp koeling aan
klem SK2-P (4) (¬ Afb. 7.18) aan.
> Monteer een extern 3-wegveiligheidsventiel koeling in
het brijncircuit.
> Sluit het externe 3-wegbrijnmengventiel koeling aan,
zoals in (¬ Hfdst. 7.3.9) beschreven.
Zie ook voorbeelden hydraulisch schema (¬ Afb. 5.2)
tot (¬ Afb. 5.6).
7.7
Optioneel toebehoren installeren
Gevaar!
e
Gevaar voor elektrische schok!
> Schakel de stroomvoorziening uit voor u
bijkomende toestellen via de eBUS aan
een regelaarprintplaat aansluit.
> Controleer de spanningvrijheid.
De volgende optionele toebehoren kunt u aansluiten:
– Tot zes mengermodules VR 60 voor de uitbreiding van
de CV-installatie om twaalf CV-circuits (af fabriek als
mengercircuits vooringesteld).
– Tot zes afstandsbedieningstoestellen VR 90 voor de
regeling van de eerste zes CV-circuits.
– vrnetDIALOG 840/2 resp. 860/2
– Aansluiting telkens aan eBUS-klem (11) (¬ Afb. 7.18),
parallel geschakeld.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03
Elektrische installatie
7.7.1
VR 90 installeren
Als u meerdere CV-circuits installeert, kunt u voor de eerste
zes telkens een eigen afstandsbedieningstoestel VR 90 aan-
sluiten. Het maakt de instelling van de modus en de
gewenste kamertemperatuur mogelijk en houdt eventueel
rekening met de kamertemperatuur met behulp van de
ingebouwde kamertemperatuurvoeler. Hiervoor moet in de
regelaar van de warmtepomp (menu C5) (¬ Tab. 9.6) of in
de VR 90 „Binnencompensatie" ingesteld worden.
U kunt telkens de parameters voor het bijbehorende CV-cir-
cuit (tijdprogramma, stooklijn etc.) instellen en bijzondere
functies (party etc.) selecteren.
Daarnaast kunnen gegevens over het CV-circuit worden
opgevraagd en kunnen onderhouds- of storingsmeldingen
worden weergegeven.
Voor de montage van het afstandsbedieningstoestel VR 90
zie de bijgeleverde ¬ montagehandleiding.
De afstandsbedieningen VR 90 communiceren via de eBus
met de CV-thermostaat. U kunt deze op een willekeurige
interface in het systeem aansluiten. U moet er alleen voor
zorgen dat de businterfaces verbonden zijn met de thermo-
staat van de warmtepomp.
7.21 Afstandsbedieningstoestellen installeren
Het Vaillant-systeem is zo opgebouwd, dat u de eBUS van
component naar component kunt leiden (¬ Afb. 7.21). Het
verwisselen van de kabels leidt hierbij niet tot hinder in de
communicatie.
Alle aansluitstekkers zijn zo ontworpen dat ze minstens 2 x
2
0,75 mm
per aansluitklem kunt bedraden.
Als eBUS-kabel wordt daarom het gebruik van kabels met
een doorsnede van 2 x 0,75 mm
eBUS
2
aanbevolen.
7
59