5.6
Flexibele aansluitslangen monteren
Opgelet!
b
Beschadigingsgevaar door ondichtheden!!
Als aan de aansluitingen van het brijncir-
cuit/bronwatercircuit (3) en (4) (¬ Afb. 5.8)
niet de afdichtingen met metalen steunring
gebruikt worden, kan het tot ondichtheden
komen!
> Zorg ervoor dat aan de aansluitingen de
juiste afdichtingen gebruikt worden!
– De buisinstallatie en het gebruik van de afdichtingen
moet conform (¬ Afb. 5.8) gebeuren.
– De installatie moet door een vakman uitgevoerd worden.
> Neem bij de installatie de geldende voorschriften in acht.
Opgelet!
b
Gevaar voor verminderde werking!
Lucht in de CV-installatie leidt tot een func-
tiebelemmering en vermindert het verwar-
mingsvermogen.
> Breng eventueel ontluchtingsventielen
aan.
1
5.7 Blinde dop verwijderen
> Verwijder de blinde doppen (1) van de toestelaansluitin-
gen. U hebt deze niet meer nodig en ze kunnen op een
vakkundig afgevoerd worden.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03
Hydraulische installatie
1
5.8 Aansluitbochten monteren
Legenda
1
Verwarmingsvoorloop
2 Verwarmingsretour
3 Van warmtebron naar warmtepomp
4 Van warmtepomp naar warmtebron
> Monteer twee van de bijgeleverde flexibele aansluitslan-
gen met de bijgeleverde geel/groene platte afdichtingen
aan de aansluitingen van het verwarmingscircuit (1 en 2).
> Monteer twee van de bijgeleverde flexibele aansluitslan-
gen met de bijgeleverde afdichtingen met metalen steun-
ring aan de aansluitingen van het brijn-/bronwatercircuit
(3 en 4).
2
3
4
5
33