Inhoudsopgave
Advertenties
8
Inbedrijfstelling
8.1.1
Hydraulisch schema selecteren
Opgelet!
b
Mogelijke functiestoringen door verkeerd
hydraulisch schema!
Een niet bij de CV-installatie passend
hydraulisch schema veroorzaakt functiesto-
ringen.
> Kies het juiste hydraulische schema.
> Draai aan de instelknop
lische schema-nr. wijst.
> Druk op de instelknop
kere achtergrond en wordt geactiveerd.
5.1
1
X
5.2
2
X
X
5.3
3
X
5.4
4
X
X
5.6
10
X
X
8.1 Nr. hydraulisch schema kiezen
> Draai aan de instelknop
sende hydraulische schema geselecteerd hebt
(¬ Tab. 8.1).
De voorbeelden van het hydraulische schema bij uw CV-
installatie vindt u in (¬ Hfdst. 5.1 - 5.5)
> Druk op de instelknop
8.1.2
Elektrisch schema selecteren
> Draai aan de instelknop
van het elektrische schema wijst.
> Druk op de instelknop
kere achtergrond en wordt geactiveerd.
> Draai de instelknop
ning passende elektrische schema „1" of „2" gekozen
hebt (¬ Hfdst. 7.3):
1
= Ongeblokkeerde netvoeding
2
= Gescheiden voeding warmtepomptarief
> Druk op de instelknop
66
tot de cursor > op het hydrau-
. De parameter krijgt een don-
verbo-
AF, VF2
den
moge-
AF, VF1, VF2, RF1
lijk
verbo-
X
AF, SP, VF2
den
moge-
X
AF, SP, VF1, VF2, RF1
lijk
X
vereist
AF, SP, VF1, VF2, RF1
tot u het bij uw installatie pas-
om de selectie te bevestigen.
tot de cursor > op het nummer
. De parameter krijgt een don-
, tot u het bij uw stroomvoorzie-
om de selectie te bevestigen.
8.1.3
Instellingen overnemen
> Draai aan de instelknop
menu-ingang „Accepteren" op NEE staat.
> Druk op de instelknop
kere achtergrond en wordt geactiveerd.
> Draai aan de instelknop
verschijnt.
> Druk op de instelknop
> Doorloop alle andere menu's van de installatieassistent
tot op het einde en voer alle nodige instellingen uit.
Installatieassistent Einde
Installatie gereed?
>Waarden instelbaar
8.4 Menu: Installatie beëindigen
> Zet „Installatie gereed?" pas op „JA" als u zeker bent
dat alles juist ingesteld is.
Als u „JA" bevestigd hebt, springt de regelaar naar de
basisweergave. De warmtepomp begint met zelfstandige
regeling.
8.1.4
Brijncircuit controleren en ontluchten
(alleen VWS)
De ontluchting van het brijncircuit moet over de vastge-
legde periode van 24 uur lopen.
> Verkort deze periode niet door de procedure af te bre-
ken, omdat hierdoor lucht in het brijncircuit blijft en u de
handeling moet herhalen.
Gereedschap
Ontluchting Bron
8.5 Menu A7: Ontluchting Bron starten
> Kies in het menu A7 (¬ Hfdst. 9.7.4) punt „Ontluchting
Bron en kies „AAN".
Terwijl de ontluchtingsfunctie actief is, wisselt de brijnpomp
tussen 50 min bedrijf en 10 min stilstand.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03
tot de cursor > rechts van de
. De parameter krijgt een don-
tot JA
om de selectie te bevestigen.
>NEE
A7
NEE
Advertenties
Inhoudsopgave
