Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Vereisten Aan De Installatieplaats; Minimale Grootte Van De Opstellingsruimte; Vereisten Aan De Bronwaterkwaliteit (Alleen Vww) - Vaillant geoTHERM VWS 220/2 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor geoTHERM VWS 220/2:
Inhoudsopgave

Advertenties

4

Montage

4
Montage
4.1

Vereisten aan de installatieplaats

> Kies een droge ruimte die doorlopend vorstveilig is, een
omgevingstemperatuur van 7 °C niet onderschrijdt en
een maximale temperatuur van 25 °C niet overschrijdt.
> Houd er rekening mee dat de opstellingsruimte een mini-
maal volume moet hebben. Volgens DIN EN 378 T1 wordt
voor warmtepompen de grootte van de minimale opstel-
lingsruimte (V
) als volgt berekend:
min
V
= G/c
min
G = koelmiddelvulhoeveelheid in kg
c = praktische grenswaarde in kg/m
(voor R 407C c = 0,31 kg/m
Hieruit resulteert de volgende minimale opstellings-
ruimte:
Koelmiddelvulhoe-
Warmtepomptype
veelheid [kg]
VWS 220/2
VWW 220/2
VWS 300/2
VWW 300/2
VWS 380/2
VWW 380/2
VWS 460/2
VWW 460/2

4.1 Minimale grootte van de opstellingsruimte

> Zorg ervoor dat de vereiste minimumafstanden in acht
genomen kunnen worden.
> Houd er bij de keuze van de opstellingsplaats rekening
mee dat de warmtepomp tijdens het gebruik trillingen op
de bodem of op de in de buurt liggende muren kan over-
brengen.
> Zorg ervoor dat de bodem effen is en over voldoende
draagvermogen beschikt om het gewicht van de warmte-
pomp incl. de boiler en evt. van een gevuld bedrijfsklaar
buffervat te kunnen dragen.
> Zorg ervoor dat de leidingen (zowel brijn- resp. bronwa-
ter- alsook verwarmingsleidingen) doelmatig geplaatst
kunnen worden.
14
3
3
)
Minimale opstel-
lingsruimte [m
4,1
13,2
4,3
13,9
5,99
19,3
6,7
21,6
8,6
27,7
Opgelet!
b
Beschadigingsgevaar door condensaat-
vorming bij ongeschikt verwarmingstype
in het koelbedrijf!
In het koelbedrijf vormt zich aan radiatoren
en de toevoerleidingen ervan condensaat,
die schimmelvorming en bouwschade ver-
oorzaakt.
> Installeer de warmtepomp geoTHERM
met externe passieve koeling niet met
verwarmingsinstallaties met radiatoren.
i
Bij het gebruik van vlakkeplaatcollectoren is de
koelfunctie gehinderd!
Bij het gebruik van een Vaillant warmtepomp
met externe passieve koeling is het gebruik van
een aardsonde absoluut vereist.
4.2
Vereisten aan de bronwaterkwaliteit (alleen
3
]
VWW)
Opgelet!
b
Gevaar voor beschadiging door onge-
schikt bronwater!
Ongeschikt bronwater kan de zuigbron, de
buisleidingen en de verdamper door vero-
kering beschadigen. Het gebruik van zout-
houdende waterlopen is niet toegestaan!
> Controleer voor de installatie het aange-
zogen bronwater absoluut op voldoende
kwaliteit.
Als de warmtepomp direct in het bronwatercircuit inge-
bouwd wordt, moet onafhankelijk van de wettelijke voor-
schriften een wateranalyse conform de volgende tabel ter
beoordeling van de bronwaterkwaliteit (¬ tab. 4.2) uitge-
voerd en beslist worden of het bronwater als warmtebron
gebruikt kan worden. De tabel dient als oriënteringshulp en
maakt geen aanspraak op volledigheid. Bij een niet bevredi-
gende bronwaterkwaliteit moet een brijnwaterwarmtepomp
(VWS) met een door de klant te plaatsen tussenwarmtewis-
selaar ingezet worden (¬ planningsinformatie geoTHERM).
Als grenswaarden zijn de waarden voor „koper" doorslagge-
vend, omdat in de warmtepomp een kopergesoldeerde edel-
stalen plaatwarmtewisselaar voorhanden is. Als in de kolom
„koper" de eigenschap „¯" (ongeschikt) of drie keer de
eigenschap „à" optreedt, is het directe bedrijf niet toege-
staan. In dit geval moet een tussencircuit (met brijnwater-
warmtepomp en tussenwarmtewisselaar) geïnstalleerd wor-
den.
Als een vastgeschroefde edelstalen warmtewisselaar (mate-
riaal 1.4401) als tussencircuitwarmtewisselaar gebruikt
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave