– het naleven van alle in de handleidingen Installatie, montage en demontage, inge- vermelde inspectie- en onderhoudsvoor- bruikneming, onderhoud, reparatie en bui- waarden. tenbedrijfstelling van Vaillant producten en toebehoren mogen alleen door erkende in- Het reglementaire gebruik omvat bovendien stallateurs uitgevoerd worden. de installatie conform de IP-klasse.
Veiligheid 1 ▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen Algemene veiligheidsinstructies in de installatie. 1.4.1 Vereiste kwalificatie van het ▶ Neem de betreffende nationale en inter- personeel nationale wetten, normen en richtlijnen in Ondeskundige werkzaamheden aan het pro- acht. duct kunnen materiële schade aan de volle- dige installatie en als gevolg daarvan zelfs 1.4.6 Verbrandingsgevaar door lichamelijk letsel veroorzaken.
1 Veiligheid 1.4.10 Kans op materiële schade door 1.4.13 Gevaar voor materiële schade door ongeschikt gereedschap condens in het huis ▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of In het CV-bedrijf zijn de leidingen tussen te lossen, dient u geschikt gereedschap te warmtepomp en warmtebron koud, zodat zich gebruiken.
Veiligheid 1 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ▶ Neem de nationale voorschriften, normen, richtlijnen en wetten in acht. 0020202611_00 Warmtepomp Installatie- en onderhoudshandleiding...
Gelieve deze handleiding alsook alle aanvullend gel- dende documenten aan de gebruiker van de installatie te geven. Geldigheid van de handleiding Deze handleiding geldt uitsluitend voor: Productartikelnummer Geldigheid: Nederland VWS 220/3 0010018420 VWS 300/3 0010018421 VWS 380/3 0010018422 VWS 460/3...
Productbeschrijving 3 Gegevens op het typeplaatje Typeaanduiding en serienummer Het typeplaatje is achter de frontmantel rechtsboven aan de De typebenaming en het serienummer bevinden zich op een voorzijde van het frame aangebracht. sticker op de frontmantel rechtsonder en op het typeplaatje. Het 7e tot 16e cijfer van het serienummer vormen het artikel- Gegevens op het typeplaatje Betekenis...
3 Productbeschrijving warmte-energie uit de omgeving kan opnemen. Het proces Het product bestaat uit de volgende gescheiden circuits, begint weer van voor af aan. die met warmtewisselaars aan elkaar gekoppeld zijn. Deze circuits zijn: Bij de installatie kan het zinvol zijn om sommige ruimtes (bijv.
Productbeschrijving 3 ligt, dan wordt de hulpverwarming zonder vertraging voor bodemtemperatuurvoeler RF1 van het buffervat de gewenste het nood-vorstbeveiligingsbedrijf vrijgegeven, op voorwaarde aanvoertemperatuur plus 2 K bereikt heeft. dat voor HK2 de modus Auto of Verw. ingesteld is. De ge- Een temperatuurverschil van bijv.
Wanneer deze storing zich driemaal na elkaar hoeveelheid lingsruimte voordoet, vindt een permanente uitschakeling plaats of gaat R 407 C het product in noodbedrijf, wanneer de optionele externe VWS 220/3 4,1 kg 13,2 m³ hulpverwarming daarvoor vrijgeschakeld werd. VWS 300/3 5,99 kg 19,3 m³...
Montage 4 Afmetingen Minimumafstanden 300 mm 100 mm 1200 300 mm 300 mm 600 mm ▶ Houd de hierboven genoemde minimale afstanden aan 1099 om het onderhoudswerk te vereenvoudigen. ▶ Plan de buisinstallatie zo dat de voor het ontkoppelen van trillingen meegeleverde flexibele aansluitslangen 1100 geïnstalleerd kunnen worden.
4 Montage Warmtepomp transporteren Transportbeveiligingen verwijderen Verwijder voorzichtig verpakking en beschermmateriaal. Verwijder de transportbeveiligingen waarmee het pro- Opgelet! duct is vastgezet op de pallet. Gevaar voor beschadiging door ondes- Voer de transportbeveiligingen vakkundig af. kundig transport! Product opstellen Onafhankelijk van het type transport mag de warmtepomp nooit meer dan 45°...
Hydraulische installatie uitvoeren 5 Hydraulische installatie uitvoeren 5.2.2 Directe centrale verwarming installeren Installeer de hydraulische componenten overeenkom- Voorafgaande werkzaamheden stig de plaatselijke vereisten volgens het volgende voor- ▶ Spoel de CV-installatie voor het aansluiten van de warm- beeld van een hydraulisch schema. tepomp zorgvuldig door om mogelijke resten te verwijde- Wanneer u het optionele accessoire warmtepompbrijn- ren die zich in de warmtepomp kunnen afzetten en die...
5 Hydraulische installatie uitvoeren Direct CV-bedrijf en warmwaterboiler Sluit een maximaalthermostaat aan om de vloerbe- schermingsfunctie van de warmtepomp te garanderen. 5.4.1 Functiebeschrijving directe centrale Sluit de aanvoertemperatuurvoeler VF2 aan om de verwarming en boiler energie-integraalfunctie te garanderen. De vloercircuits worden direct op de warmtepomp aangeslo- Stel bij de ingebruikneming in de thermostaat hydrau- ten.
Aansluiting: CV-aan- Aansluiting: van warm- Aanwijzing voerleiding tebron naar de warmte- Aansluiting: CV-retour- Vaillant beveelt de installatie van het warmte- pomp (brijn warm) leiding Aansluiting: van warm- pompbrijnvulstation van Vaillant aan. Daar- tepomp naar de warm- door is een voorbereidende gedeeltelijke tebron (brijn koud) ontluchting van het brijncircuit, bijv.
6 Installatie vullen en ontluchten ▶ Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van Opgelet! het verwarmingswater te controleren. Kans op materiële schade door verrij- Kwaliteit van het cv-water controleren king van het verwarmingswater met on- ▶...
Sluit een vulslang aan op de warmwatertoevoer. Vaillant staat het bedrijf van de warmtepomp enkel toe met Schroef de schroefdop aan de vul- en ledigingsklep van de genoemde brijnvloeistoffen. het verwarmingscircuit los en bevestig het vrije uiteinde Als alternatief kunnen bij Vaillant ook kant-en-klaar mengsels van de vulslang eraan.
6 Installatie vullen en ontluchten 6.2.2 Buitenste deel van het brijncircuit vullen en ontluchten Vuilfilter Brijn-membraanexpan- sievat Veiligheidsklep Afsluitklep Manometer Van warmtebron naar Warmtepompbrijnvulsta- de warmtepomp (brijn tion warm) Afsluitklep Van warmtepomp naar Afsluitklep de warmtebron (brijn koud) Afsluitklep Van warmtebron naar Afsluitklep de warmtepomp (brijn Brijnopvangbak...
Installatie vullen en ontluchten 6 6.2.3 Binnenste deel van het brijncircuit vullen en ontluchten Vuilfilter Brijnreservoir Automatische luchtafscheider Vulpomp Veiligheidsklep Afsluitklep Manometer Brijn-membraanexpansievat Warmtepompbrijnvulstation Afsluitklep Afsluitklep Van warmtebron naar de warmtepomp (brijn warm) Afsluitklep Van warmtepomp naar de warmtebron (brijn koud) Afsluitklep Van warmtebron naar de warmtepomp (brijn warm) Afsluitklep...
6 Installatie vullen en ontluchten 6.2.4 Compleet brijncircuit in één bewerking vullen en ontluchten Vuilfilter Brijnreservoir Automatische luchtafscheider Vulpomp Veiligheidsklep Afsluitklep Manometer Brijn-membraanexpansievat Warmtepompbrijnvulstation Afsluitklep Afsluitklep Van warmtebron naar de warmtepomp (brijn warm) Afsluitklep Van warmtepomp naar de warmtebron (brijn koud) Afsluitklep Van warmtebron naar de warmtepomp (brijn warm) Afsluitklep...
Elektrische installatie 7 ▶ 6.2.5 Druk in het brijncircuit opbouwen Wanneer voor het waarborgen van een genormeerde personen- en brandbe- Sluit de drukleiding van de vulpomp (67) op de afsluit- scherming aardlekschakelaars vereist klep (62) aan. zijn, gebruik dan pulsstroomgevoelige Open de afsluitklep (63) en eventueel (64).
Schakelkast Bepaal de vereiste dwarsdoorsnede van de geleiders aan de hand van de in de technische gegevens vermelde 7.1.1 Schakelkast VWS 220/3 - 300/3 waarden voor het maximale ontwerpvermogen. ▶ Houd in elk geval rekening met de installatievoorwaarden (bij de klant).
7 Elektrische installatie door de elektriciteitsleverancier tijdens piekuren onderbro- 7.2.4 Externe brijnpomp aansluiten ken worden. De duur en frequentie van de uitschakeling wor- den bepaald door, of moet worden overeengekomen met de elektriciteitsleverancier. ▶ Verwijder de in de fabriek geïnstalleerde overbruggings- leidingen (6).
Elektrische installatie 7 ▶ ▶ Beveilig de elektrische hulpverwarming via een door de Verwijder de overbruggingsleidingen (4) aan de klemmen klant te plaatsen, niet zelfstandig terugstellende, aan alle L/L3 en N/N. ▶ polen uitschakelende veiligheidstemperatuurbegrenzer. Bouw een maximaalthermostaat (3) zo in de niet-geblok- keerde stroomvoorziening met normaal tarief voor de bij- 7.2.6 Maximaalthermostaat aansluiten (niet-...
7 Elektrische installatie Wanneer er een storing is in de warmtepomp, dan is er aan de klem van de alarmuitgang een spanning van 230 V. Het alarm wordt geactiveerd: – na 5 minuten bij storingen met tijdelijke uitschakeling – onmiddellijk bij storingen met permanente uitschakeling Wanneer de spanningsvoeding van de elektronica van de warmtepomp onderbroken is, is er ook aan de klem van de alarmuitgang geen spanning.
Elektrische installatie 7 Printplaat thermostaat De maximale stroom van alle op de printplaat van de thermostaat aangesloten actuators/verbruikers mag niet groter zijn dan 4 A. Aansluitgrens per aangesloten actuator/verbruiker: I = 2 A, U = 230 V DCF OT AF ZuAufN ZuAufN 1xZP...
7 Elektrische installatie Meegeleverd accessoire op de elektronica Voer de aansluitleidingen van de aan te sluiten compo- nenten door de kabeldoorvoer links op de achterzijde aansluiten van het product. Sluit het meegeleverde accessoire aan op de printplaat Gebruik de kabelgoot op de bovenkant van het product. van de thermostaat volgens de bijgevoegde installatie- Gebruik de snoerontlastingen.
Elektrische installatie 7 VRC DCF installeren 7.8.2 Nodig accessoire voor hydraulisch schema 2 en 4 aansluiten De meegeleverde VRC DCF-ontvanger moet altijd geïnstal- leerd worden, ook wanneer reeds een andere DCF-ontvan- Monteer een maximaalthermostaat. ger aanwezig is. Die kan niet gebruikt worden voor de warm- Sluit de maximaalthermostaat voor niet-geblokkeerde tepomp.
7 Elektrische installatie Externe warmtebron aansluiten (optioneel) 7.9.2 Externe warmtebron zonder eBUS-interface aansluiten U kunt een beschikbare externe warmtebron gebruiken als extra verwarming. Aanwijzing Bij aansluiting van een externe warmtebron is geen legionellabeveiliging van de boiler mogelijk. 7.9.1 Externe warmtebron met eBUS-interface aansluiten Installeer een scheidingsrelais (1) (accessoire) voor de warmtebron.
Elektrische installatie 7 dat u de afdekstijl van de bedieningsconsole monteert. Hang het bovendeel van de frontmantel in het frame en (→ Pagina 33) druk het in de cliphouder. Bevestig het bovendeel van de frontmantel met twee 7.11 Elektrische installatie controleren schroeven.
8 Ingebruikname 11. Sluit de aansluitleiding aan op de bedieningsconsole. 13. Zet de voorste bovenste mantel op de warmtepomp en bevestig met twee schroeven. 14. Druk de achterste bovenste mantel van de buistoevoer in de cliphouder. 7.13 Installatie afsluiten 7.13.1 Druk en dichtheid van de installatie controleren Voer na het afsluiten van de installatie een controle van de installatie uit.
Aanpassing aan de CV-installatie 9 Installatieassistent doorlopen 8.3.4 Brijncircuit ontluchten Navigeer naar het menu Installatieassistent A7 → Ge- Bij de eerste inbedrijfname en na het terugzetten naar de fa- brieksinstellingen start de thermostaat steeds met de instal- reedschap. latieassistent - menu A1. Zet de invoer Ontluchting Bron op Aan.
9 Aanpassing aan de CV-installatie Code niveau (bedieningsniveau Dag na de start van de Gewenste aanvoertemperatuur installateur) oproepen functie voor deze dag 45 °C Navigeer naar het menu 9 in het bedieningsniveau gebruiker (→ gebruiksaanwijzing). 35 °C Stel de waarde 1000 (code) in en bevestig door te druk- 25 °C ken op .
Verhelpen van storingen 10 Overzicht foutcodes (→ Pagina 58) Aanwijzing Daarnaast kunnen nog andere storingen zonder storingsmel- Sommige gebruikers geven de voorkeur aan de complete uitschakeling van een optionele ding aan het product of de CV-installatie optreden. elektrische hulpverwarming. Daarom is in de Storingen zonder foutmelding (→...
▶ Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde- ▶ Vul brijnvloeistof bij om de warmtepomp opnieuw in ge- len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele Vaillant bruik te nemen, Brijncircuit vullen (→ Pagina 22). reserveonderdelen. – Werkdruk brijnvloeistof: 0,1 … 0,2 MPa (1,0 …...
Het product is met het koelmiddel R 410 A gevuld. ▶ Laat het koelmiddel alleen door een gekwalificeerde in- stallateur afvoeren. 14 Serviceteam Geldigheid: België N.V. Vaillant S.A. Golden Hopestraat 15 B-1620 Drogenbos Belgien, Belgique, België Kundendienst: 2 334 93 52 Geldigheid: Nederland...
Pagina 48
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Installateurniveau → Menu C → Menu C4 HK2 informatie → (voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk) ℃ Aanvoertemp. ge- Actuele waarde Gewenste aanvoertemperatuur van het CV- wenst circuit ℃ Aanvoertemp. VF2 Actuele waarde Actuele aanvoertemperatuur VF2 Pomp status Actuele waarde...
Pagina 49
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Actuele waarde Begindag voor afwerklaagdroging Aanwijzing Functie deactiveren: dag 0 ℃ Temp. Actuele waarde Temperatuur voor de gewenste aanvoertem- peratuur Automatisch opgeroepen dagwaarden 25/30/35 °C Aanwijzing Werkelijke waarde wordt na ca. 20 sec. ge- toond! Installateurniveau →...
Pagina 50
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Installateurniveau → Menu C → Menu C8 Koelbedrijf (alleen bij geïnstalleerde externe, passieve koeling) → ℃ Aanvoertemperatuur Actuele waarde Veranderbare gewenste aanvoertemperatuur Aanwijzing Beschadigingsgevaar door dauwpuntonder- schrijding en condensaatvorming! Ook bij een aanvoertemperatuur van 20 °C is een voldoende grote koelwerking gegaran- deerd Stel de aanvoertemperatuur in het koelbedrijf...
Pagina 51
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Circulatiepomp Het instelbereik 0 - 100% is geen instelling van het pompvermogen, maar een verdeling van de tijdsruimte met betrekking tot een inter- val van 10 min., bijv. 80% = 8 min. Bedrijf, 2 min.
Pagina 52
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. K Onderkoeling Actuele waarde Onderkoeling van het koelmiddel berekend uit T4 en hogedruksensor. Wordt enkel getoond wanneer de compressor in bedrijf is. Aanwijzing -- °C = temperatuurvoeler T4 aan TEV-ingang defect.
Pagina 53
Installateurniveau → Menu A → Menu A2 Installatieassistent → Warmtepomp type Actuele waarde Type (in de fabriek ingesteld): Na het terugzetten naar fabrieksinstellingen moet u de waarde evt. opnieuw invoeren. – 11 (VWS 220/3) – 12 (VWS 300/3) – 13 (VWS 380/3) – 14 (VWS 460/3)
Pagina 54
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. – Hydraulisch schema Actuele waarde 1 = zonder buffervat, zonder warmwater- boiler – 2 = met buffervat, zonder warmwaterboiler – 3 = zonder buffervat, met warmwaterboiler – 4 = met buffervat, met warmwaterboiler of gecombineerde boiler met zonne- en/of drinkwaterstation –...
Pagina 55
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Aanwijzing Gevaar voor beschadiging door onvakkundige bediening! Door vaak te starten kan de elektronica van de hoogefficiënte pompen en de compressor beschadigd raken. Actuatortest van het product. Uitvoeringstijd max. 20 minuten. Actuele door de thermostaat gekozen waarden worden genegeerd.
Pagina 56
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Toelichting Fabrieksinstel- Instelling ling min. max. Een aangesloten circulatiepomp en de om- schakelklep verwarming/boilerlading en de omschakelklep koeling (enkel bij geïnstal- leerde externe passieve koeling) worden even- eens in bedrijf gezet of geschakeld. Installateurniveau → Menu A → Menu A8 Gereedschap kalibrering → K...
Bijlage Met vrDIALOG instelbare parameters Optimalisering via geautomatiseerde grafische visualisatie en configuratie Weergave Toelichting Instelling brieksin- stelling Kalibrering van temperatuursensoren Interne sensoren (T1, T3, T5, T6 en T8) kunnen enkel via vrDIALOG 810/2 gekalibreerd worden Naam wijzigen: verwarmingscircuit Individuele benaming van de verwarmingscircuits HK2: (telkens max.
Bijlage Weergave Toelichting Instelling brieksin- stelling Temperatuurfoutherkenning na Wordt de gewenste waarde van de aanvoertempera- tuur van een verwarmingscircuit na de ingestelde tijd niet bereikt, dan verschijnt een overeenkomstige sto- ringsmelding op het display en de storing wordt op- genomen in de storingslijst (weergave van de laatste tien storingen).
Pagina 59
Bijlage Relevantie en mogelijk- Code Betekenis Oorzaak Oplossing heid van het noodbedrijf – – F.20 Vorstbeveil. warmtebron Fouten met Brijnpomp defect, temperatuur- Doorstroming warmtebron con- Spreiding te groot tijdelijke uit- sensor T8 of T3 defect troleren – – schakeling Temperatuurspreiding van Te lage volumestroom in het Steekcontact op de printplaat en de warmtebron (T3 - T8) >...
Pagina 60
Bijlage Relevantie en mogelijk- Code Betekenis Oorzaak Oplossing heid van het noodbedrijf – F.27 Druk koudemiddel te hoog Fouten met Enkel VWS 380/3 en VWS 460/3: Controleren of de groene led tijdelijke uit- op de aanloopstroombegrenzer Warmteverbruikszijde neemt – Het storingsrelais op de aanloop- schakeling brandt.
Pagina 61
Bijlage Relevantie en mogelijk- Code Betekenis Oorzaak Oplossing heid van het noodbedrijf – – F.29 Koelmiddeldruk buiten het Fouten met Koelmiddeldruk te hoog of te Zie storingen 27 en 28 toegestane interval tijdelijke uit- laag, alle bij storingen 27 en 28 schakeling genoemde oorzaken zijn moge- Indien de storing zich twee...
Pagina 62
Bijlage Relevantie en mogelijk- Code Betekenis Oorzaak Oplossing heid van het noodbedrijf – – F.45 Fout Boilervoeler SP Storing met De boilertemperatuurvoeler is ProE-stekker op de printplaat permanente defect of de aansluiting is niet controleren Kortsluiting/onderbreking in – uitschakeling, correct sensor Sensor op juiste werking contro- noodbedrijf...
Pagina 63
Storing 29 driemaal na elkaar werd geopend wegens hoge mogelijk opgetreden wikkeltemperatuur – Enkel VWS 220/3 en VWS 300/3: Overbruggingsbeveiliging (ICL- compressor) en bedrading con- – Zekering van de temperatuur- troleren. Wanneer de groene led bewaking op aanloopstroombe- op de aanloopstroombegrenzer grenzer defect.
Pagina 64
Bijlage Relevantie en mogelijk- Code Betekenis Oorzaak Oplossing heid van het noodbedrijf – – F.91 Bron druk te laag Storing met Drukverlies in het brijncircuit Brijncircuit controleren op lek- permanente door lek of luchtkussen kage, brijn bijvullen, ontluchten Druk < 20 kPa (0,2 bar) warm- uitschakeling, tepomp schakelt uit en gaat –...
Bijlage Storingen zonder foutmelding Storing Oorzaken Oplossing – – De hulpverwarming werkt niet, hoewel ze De hulpverwarming is via het laagtarief Controleren of de hulpverwarming via door de thermostaat vrijgegeven is (bijv. in aangesloten en dat is net door de elek- laagtarief is aangesloten en er net een de wachttijd door elektriciteitsleverancier triciteitsleverancier geblokkeerd...