Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vullen Van Het Cv- En Het Brijncircuit; Vulvoorschriften; Additieven Voor Reinigingsmaatregelen (Aansluitend Uitspoelen Vereist); Richtwaarden Voor Het Verwarmingswater: Waterhardheid - Vaillant geoTHERM VWS 220/2 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor geoTHERM VWS 220/2:
Inhoudsopgave

Advertenties

6

Vullen van het CV- en het brijncircuit

Voor de warmtepomp in gebruik genomen kan worden,
moeten het CV-circuit en het brijncircuit (alleen VWS)
gevuld worden.
6.1

Vulvoorschriften

Het toevoegen van additieven aan het CV-water kan materi-
ele schade veroorzaken. Bij ondeskundige gebruik van de
volgende producten werden bij Vaillant toestellen tot nu toe
geen onverdraagzaamheden vastgesteld.
> Volg de aanwijzingen van de fabrikant bij gebruik van
additieven.
Voor de compatibiliteit van alle additieven in de overige CV-
installatie en voor de werkzaamheid ervan kan Vaillant niet
aansprakelijk gesteld worden.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
– Fernox F3
– Sentinel X 300
– Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
– Fernox F1
– Fernox F2
– Sentinel X 100
– Sentinel X 200
– Fernox Antifreeze Alphi 11
– Sentinel X 500
Anti-vriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
– Fernox Antifreeze Alphi 11
– Sentinel X 500
> Informeert u de gebruiker over de nodige maatregelen,
indien u deze additieven heeft toegepast.
> Informeert u deze over de noodzakelijke wijze van vorst-
beveiliging.
> Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020072959_03
Vullen van het CV- en het brijncircuit
Voor zoverre nationale voorschriften en technische regelin-
gen geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
> U moet het verwarmingswater conditioneren,
– als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens
de gebruiksduur van de installatie het drievoudige van
het nominale volume van de CV-installatie overschrijdt
of
– als de in de volgende tabellen genoemde grenswaar-
den niet in acht genomen worden.
Totaal ver-
Totale hardheid bij kleinste ketelverwarmings-
warmings-
oppervlakte
vermogen
20 l/kW
kW
mol/m
Geen vereiste
<50
of < 3
1) Bij installaties met circulatiewaterverwarmers en voor syste-
men met elektrische verwarmingselementen
2) van het specifieke installatievolume (liter nominale inhoud/
verwarmingsvermogen; bij meerketelinstallaties moet het
kleinste individuele vermogen ingezet worden). Deze gege-
vens gelden alleen tot het 3-voudige installatievolume voor
vul- en bijvulwater. Als het drievoudige installatievolume
wordt overschreden, moet het water volgens de voorschriften
van de VDI worden bewerkt (ontharden, ontzouten, hardheids-
stabilisatie of spuien), zoals dit tevens met de grenswaarden
in de tabel 6.1 wordt aangegeven.

6.1 Richtwaarden voor het verwarmingswater: Waterhardheid

Kenmerken van het
verwarmingswater
Elektrisch opgenomen
vermogen 25 °C
Voorkomen
pH-waarde bij 25 °C
Zuurstof
1) Bij aluminium en aluminiumlegeringen is het pH-waardebereik
van 6,5 tot 8,5 beperkt.

6.2 Richtwaarden voor het verwarmingswater: zoutgehalte

2)
> 20 l/kW
< 50 l/kW
3
3
mol/m
2
1)
Eenheid
zoutarm
zouthoudend
mS/cm
< 100
100 - 1500
vrij van gesedimenteerde
stoffen
1)
8,2 - 10,0
8,2 - 10,0
mg/L
< 0,1
< 0,02
6
> 50 l/kW
3
mol/m
0,02
1)
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave