1. Houd de borgklem op de sensoreenheid ingedrukt en draai de eenheid omhoog uit de halter.
2. Verwijder de lege batterijen.
3. Plaats nieuwe AAA-batterijen (LR03) in de sensoreenheid. Op het display verschijnen drie streepjes zodra de eenheid wordt gevoed.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door elkaar.
4. Plaats het buitendeel van de sensoreenheid en draai dit vervolgens in de halter totdat de sensoreenheid vastklikt.
5. De halter is klaar voor gebruik.
12
Montage-/Gebruikershandleiding