h
Controleer de patroonindeling en tik vervolgens
op de toets "OK".
Wanneer u stof gebruikt, worden de patronen
mogelijk niet goed gesneden als deze dicht bij de rand
van de stof zijn ingedeeld. Verplaats patronen in dat
geval zodat deze zich ten minste 10 mm van de rand
van de stof bevinden (de rand van het snij-/
tekengebied in het scherm).
• Tik op de toets "Bewerken" om de patroonindeling
na controle opnieuw te bewerken. Meer
bijzonderheden vindt u in "Mat weergavescherm"
op pagina 45.
• Selecteer de "Snijgebied"-instelling die geschikt is
voor de mat die wordt gebruikt. (Zie pagina 10.)
Het voorbeeld scherm wordt weergegeven.
■ Materiaal plaatsen
Plaats de mat waarop het materiaal voor snijden
(tekenen) is aangebracht.
Wanneer u de marge (naadtoeslag) tekent op de
verkeerde kant van de stof, brengt u de stof aan op de
mat met de verkeerde kant naar boven.
• Meer bijzonderheden over het aanbrengen van
materiaal op de mat vindt u in "Materiaal
aanbrengen op de mat" op pagina 19.
• Voer de mat lichtjes in de doorvoersleuf en druk
vervolgens op
• Meer bijzonderheden over het invoeren van de mat
vindt u in "Mat plaatsen" op pagina 29.
op het bedieningspaneel.
■ Tekenen
a
Selecteer "Tekenen" op het voorbeeld scherm.
Er wordt een voorbeeld weergegeven van de lijn
die u gaat tekenen.
b
Pas de tekendruk aan.
f
Zie stap
(pagina 59) in "Tekenen" voor meer
informatie over het afstellen van de tekendruk.
c
Tik op de toets "Start" om te beginnen met
tekenen.
Wanneer het tekenen is voltooid, wordt een
bericht weergegeven in het scherm. Nadat u op
de toets "OK" hebt getikt, wordt het voorbeeld
scherm weergegeven.
• Als u tekenproeven (tekentests) wilt uitvoeren
om de tekendruk aan te passen, tikt u op de
toets "Test". Meer bijzonderheden vindt u in
"Snijproef (snijtest)" op pagina 28.
• Als u rond de patronen wilt snijden, laat u de
mat in de sleuf zonder op
gaat u verder met de volgende snijprocedure.
3
te drukken en
61