c
Tik op
op het object bewerkingsscherm.
Alle geselecteerde patronen zijn gegroepeerd.
(De toets is van kleur veranderd.)
Memo
• De kleur van de toets geeft aan hoe de
geselecteerde patronen zijn gegroepeerd.
-
: Twee of meer patronen zijn
geselecteerd en kunnen worden
gegroepeerd. Wanneer u tikt op de toets,
ziet hij er als volgt uit:
-
: De patronen zijn gegroepeerd. (De
toets is van kleur veranderd.) Wanneer u tikt
op de toets, ziet hij er als volgt uit:
-
: Er zijn geen patronen (2 of meer)
geselecteerd. De opdracht om te groeperen
kan niet worden uitgevoerd.
• In onderstaande situaties kunt u patronen niet
groeperen.
- Er is onvoldoende machinegeheugen
beschikbaar.
- Er zijn patronen met en zonder marge
(naadtoeslag) geselecteerd.
■ Groepering van patronen opheffen
a
Selecteer gegroepeerde patronen op het
matbewerkingsscherm en tik op de toets
"Object bewerken".
b
Tik op
.
.
op het object bewerkingsscherm.
De groepering van patronen wordt opgeheven.
(De toets is van kleur veranderd.)
Memo
• Als
verschijnt wanneer u patronen
selecteert, kunt u de groep opheffen.
• Gegroepeerde patronen kunnen worden
opgeslagen als één patroon. Wanneer u het
opgeslagen patroon oproept, kunt u de groep
niet opheffen. Wanneer u een patroon opslaat
dat gegroepeerde patronen bevat, verschijnt
onderstaand bericht.
• De groepering van patronen kan niet worden
opgeheven in onderstaande situaties:
-
Na opheffing van de groep overschrijdt het
aantal patronen het maximaal mogelijke
aantal.
-
Het patroon is opgehaald uit het
hervattingsgeheugen na automatisch
afsluiten.
3
49