Snijhoeveelheid
Geef de snijdiepte op. Pas de snijhoeveelheid van het
mes aan wanneer u een patroon met een scherpe
hoek snijdt uit zacht, dik materiaal.
Half gesneden
Selecteer of u halfsneden wilt maken. Meer
bijzonderheden vindt u in "Instellingen voor Half
gesneden (insnede)" op pagina 31.
Snijdruk (Half gesneden)
Geef de snijdruk op voor halfsneden.
Snijmodus (roterend mes)
Selecteer de snijstand voor het gebruik van de houder
van het roterende automatisch mes. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de kit van het roterende
automatische mes voor meer informatie.
Gebied voor snijmes aanpassing
Selecteer of 1/4, 2/4, 3/4 of het gehele snijgebied
moet worden gebruikt voor aanpassing van het mes.
Voordat deze machine begint met snijden, wordt een
automatische snijmes aanpassing uitgevoerd. Dit
vindt plaats buiten het plakkende deel van de mat.
• Telkens wanneer u op de linker- of
rechterpijltoets drukt, verandert de grootte van
het gebied voor de aanpassing van de
meslengte met 1/4.
1
2
3
a 1/4
b 2/4
c 3/4
d Geheel gebied
Gebied voor snijmesaanpassing (roterend mes)
Stel het mesaanpassingsgebied in voor het gebruik
van de houder Roterend automatisch mes.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de kit Roterend
automatisch mes voor meer informatie.
Tekensnelheid
Pas de tekensnelheid aan.
Tekendruk
Pas de tekendruk aan. Aanpassingen in de tekendruk
zijn van invloed op het eindproduct. Gebruik hetzelfde
materiaal waarop u het patroon gaat tekenen om de
aanpassingen van te voren te maken. Als de druk te
hoog is, kan de penpunt beschadigd raken. Pas de
druk op de juiste wijze aan.
4
■ Deel 3
Marge
Geef de marge (naadtoeslag) in. Deze functie wordt
o.a.toegepast hij het snijden van quiltlapjes waarbij de
naad op de stof wordt ingetekend. Meer
bijzonderheden vindt u in "Snijden rond getekende
lijnen (marge/naadtoeslag)" op pagina 59.
Memo
• Wanneer u meerdere patronen tegelijkertijd
snijdt, wordt de instelling die u in dit scherm
opgeeft op alle patronen toegepast.
• Indien een snijpatroon importeert of gebruikt
met een andere opgeslagen marge
(naadtoeslag), heeft de instelling in dit scherm
prioriteit boven de opgeslagen instelling.
Vullen
Selecteer het ontwerp dat wordt gebruikt om
patronen te vullen. Meer bijzonderheden vindt u in
"Patronen vullen/omtrekken dikker maken met
tekenfuncties" op pagina 63.
Extra lijn
Geef met [Nummer van extra regel] het aantal lijnen op
dat moet worden toegevoegd. Geef met [Additional Line
Spacing] de afstand op tussen de toe te voegen lijnen.
Memo
• Meer bijzonderheden over de instelling Vullen/
Extra lijn vindt u in "Patronen vullen/omtrekken
dikker maken met tekenfuncties" op pagina 63.
■ Deel 4
Autom. Afsluiten
Bepaal de tijdsduur waarna de machine automatisch
uitgezet gaat worden (wanneer de machine gedurende de
ingegeven tijdsduur niet is gebruikt). U kunt de instelling
opgeven in stappen van 1 uur. Meer bijzonderheden vindt
u in "Autom. Afsluiten" op pagina 12.
Piepsignaal
Selecteer of er wel of geen geluid klinkt, bijvoorbeeld
bij het tikken op een toets.
Beginscherm
Bepaal of er een weergave van foto's verschijnt zodra
de machine wordt aangezet. Als er foto's worden
weergegeven dient het scherm te worden aangeraakt
om de startpagina te openen.
1
11