Functies voor letters en tekens
U kunt tekens selecteren, bewerken, uitsnijden en
tekenen als één enkel patroon. Selecteer het soort
teken in het patroon categoriekeuze scherm.
a Selecteer decoratieve tekens. U kunt de tekens
bewerken, uitsnijden en tekenen als patroon.
Zie "Patroonbewerkingsfuncties" op pagina 44
voor meer informatie over bewerken.
b Typ de gewenste combinatie van tekens.
Het woord "RAINBOW" typen
a
Selecteer de lettertypecategorie in het patroon
categoriekeuze scherm.
b
Tik op het gewenste lettertype.
56
c
Typ de tekens.
Het toetsenbord heeft de QWERTY-indeling. Nadat u
de tekens hebt ingevoerd, tikt u op de toets "OK".
a
b
a
c
b
a Tekeninvoerdisplay
b Tekentoetsen
c Selectietoets hoofdletters/kleine letters
d Spatietoets
e Selectietoets letters/speciale tekens/cijfers
f Backspace (wist één teken vanaf het einde)
g Pijltoetsen
Memo
• Als de ingevoerde tekens niet in het snij-/
tekengebied passen, wordt de tekengrootte
automatisch verkleind.
d
Pas de instellingen voor tekengrootte en
spatiëring aan.
Tik op
tussen tekens aan te passen. Nadat u klaar bent met
het aanpassen, tikt u op de toets "Instellen".
c
a Toetsen voor aanpassing tekengrootte
0
d
e
of
om de tekengrootte of de ruimte
6
12
0
6
f
g
a
b
12