c
Zet de scanner hendel omhoog (aan de
linkerkant van de machine) op "2".
d
Plaats de mat waarop het materiaal voor
tekenen (snijden) is aangebracht.
• Voer de mat lichtjes in de doorvoersleuf en druk
vervolgens op
• Meer bijzonderheden over het invoeren van de mat
vindt u in "Mat plaatsen" op pagina 29.
e
Selecteer "Tekenen" op het voorbeeld scherm.
De tekenlijn (blauw) wordt weergegeven.
f
Stel de tekensnelheid en tekendruk af.
Voordat u het patroon gaat tekenen, moet u de
tekensnelheid en tekendruk afstellen. U kunt deze
aanpassingen uitvoeren in het instellingenscherm. Tik
op
.
Tik op
of
wijzigen.
op het bedieningspaneel.
om de instellingen te
Opmerking
• Als de tekendruk te hoog is, kan de penpunt
beschadigd raken. Stel deze af op een juiste
instelling.
Memo
• Aanpassingen in de tekendruk zijn van invloed
op het eindproduct. Gebruik hetzelfde materiaal
waarop u het patroon gaat tekenen om de
aanpassingen te maken.
g
Tik op de toets "Start" om te beginnen met
tekenen.
Opmerking
• Verwijder de pen na gebruik uit de stifthouder
en plaats de dop vervolgens op de pen voordat
u deze opbergt.
Snijden rond getekende lijnen (marge/
naadtoeslag)
In dit voorbeeld gaan we een marge (naadtoeslag)
opgeven voor een ingebouwd patroon en het
patroon tekenen, Vervolgens gaan we een omtrek
rond de tekening snijden.
■ Marge (naadtoeslag) opgeven
a
Selecteer het patroon dat u wilt tekenen en tik
op de toets "Instellen".
Het mat weergavescherm wordt weergegeven.
b
Tik op de toets "Bewerken".
3
59