c
Tik op de toets "Object bewerken" op het mat
bewerkingsscherm.
d
Tik op
.
Het scherm voor marges (naadtoeslagen) wordt
weergegeven. Als
kunt u de marge (naadtoeslag) niet toepassen.
Memo
• Afhankelijk van het patroon kan de marge (naadtoeslag)
standaard worden toegepast. Controleer de instelling.
Het patroon in de voorbeeldweergave wordt weergegeven
met een tekenlijn (blauw) en een snijlijn (zwart).
e
Geef de instellingen voor de marge (naadtoeslag) op.
a Selecteer of u een marge (naadtoeslag) wilt toevoegen.
b Geef de breedte (afstand tussen de omtrek en
de snijlijn) van de marge (naadtoeslag) op. Tik
op
of
a
b
a Marge- (naadtoeslag) lijn
b Patroonomtrek (stiklijn)
c Marge (naadtoeslag)
Tik op de toets "OK" om het opgeven van de
instelling te voltooien en terug te keren naar het
object bewerkingsscherm.
60
grijs wordt weergegeven,
a
b
om de instelling te wijzigen.
c
f
Tik op de toets "OK" op het object bewerkingsscherm.
g
Tik op de toets "OK" om het bewerken van het
patroon te voltooien.
Memo
• Klap het patroon om om de marge
(naadtoeslag) aan de achterkant van de stof te
tekenen.
Afbeelding van te maken patroongedeelte
a
a Voorkant van de stof
b Achterkant van de stof
c Tekenlijn (stiklijn)
d Marge- (naadtoeslag) lijn
Nadat u de stof op de mat hebt aangebracht met
de achterkant naar boven, plaatst u de mat in de
machine en spiegelt u het patroon. Teken het
patroon vervolgens en snijd het uit.
a
a Achterkant van de stof
b
c
d