Ontwerpbewerkingsfuncties
De ontwerpbewerkingsfuncties zijn beschikbaar
wanneer u op de toets "Bewerken" tikt op het
matweergavescherm.
Het mat bewerkingsscherm wordt weergegeven.
g
a Vergroten
Inzoomen op 200% op het patroon. Druk vervolgens
op
om de patronen 400% vergroot weer
te geven. Tik op de pijltoetsen om door het scherm te
bladeren.
b Een bewerking ongedaan maken
Maak de laatste bewerking ongedaan om de vorige
staat te herstellen. Meer bijzonderheden vindt u in
"Een bewerking ongedaan maken" op pagina 48.
c Patronen selecteren
Selecteer een afzonderlijk patroon of meerdere
patronen om te bewerken. Meer bijzonderheden vindt
u in "PATRONEN SELECTEREN" op pagina 42.
46
a
b
c
d
f
e
d Object bewerken
U kunt het geselecteerde patroon gedetailleerder
bewerken. Meer bijzonderheden vindt u in "Object
bewerkingsscherm" op pagina 47.
e Verplaatsen
Verplaats de geselecteerde patronen stapsgewijs. Tik
op de pijltoetsen om de positie van de patronen aan
te passen.
Memo
• U kunt het patroon ook verplaatsen door erop
te tikken terwijl het wordt weergegeven in het
ontwerpbewerkingsscherm en het te slepen in
het scherm.
• Als u in de zoommodus een patroon wilt
verplaatsen, sleept u het patroon of tikt u op de
pijltoets nadat u het patroon hebt geselecteerd.
• Tik eenmaal op de pijltoets om het
geselecteerde patroon 0,5 mm te verplaatsen
(5 mm wanneer u de toets ingedrukt houdt).
f Verwijderen
Verwijder de geselecteerde patronen.
g Voorbeeld weergeven
Geef een voorbeeld weer van het bewerkte patroon.