Onderhoudsschema: Als de verantwoordelijke instelling geen regelmatig onderhoud uitvoert, kan dit
WAARSCHUWING
storingen en mogelijke gezondheidsrisico's met zich meebrengen.
Als er zich problemen voordoen: Als u een probleem hebt met de apparatuur, neem dan contact op
met een servicetechnicus, met Philips, of met uw geautoriseerde leverancier.
Gevaar voor elektrische schokken: Open de behuizing van de monitor niet. Laat service aan
gekwalificeerd personeel over.
De apparatuur en accessoires inspecteren
Voorafgaand aan elk gebruik dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd volgens de in uw
ziekenhuis geldende richtlijnen. Ga met uitgeschakelde monitor als volgt te werk:
1
Controleer of de buitenkant van het apparaat schoon en in goede staat is. Controleer of de
behuizingen niet zijn gescheurd of gebarsten, of alles aanwezig is, of er niet is gemorst met
vloeistof en of er geen tekenen zijn van verkeerd gebruik.
Inspecteer alle accessoires (kabels, transducers, sensors enzovoort). Gebruik geen beschadigde
2
accessoires.
Schakel de monitor in en zorg dat de weergave helder genoeg is. Als de helderheid niet voldoende
3
is, raadpleeg dan een technicus.
De kabels en snoeren inspecteren
Controleer alle systeemkabels, de stekker en het netsnoer op beschadiging. Zorg dat de pennen
1
van de netstekker niet in de stekker kunnen bewegen. Indien beschadigd, vervang dit dan door een
passend netsnoer.
2
Inspecteer de patiëntkabels, aansluitdraden en hun trekontlasting op algehele staat. Controleer of
de isolatie geen breuken vertoont. Controleer of de connectoren aan elk uiteinde goed vastzitten
om verdraaiing en andere belasting te voorkomen.
3
Voer functionaliteitstesten uit, zoals beschreven in de Service Guide van de monitor.
Onderhoud
22
22
139