4.5.2. INSTALLATIE VAN HET SATELLIETREFERENTIESTATION
ELEKTRISCH GEVAAR:
Gebruik alleen de acculader en
voeding die door de fabrikant
zijn geleverd. Oneigen gebruik
kan elektrische schokken en of
oververhitting veroorzaken.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Om de elektrische verbinding
uit te voeren, moet er nabij
de zone van installatie een
stekker voorzien zijn. Verzeker
u ervan dat de verbinding aan
het voedingsnet overeenstemt
met de geldende wetten van het
Land van gebruik.
Het satellietreferentiestation (A) wordt geleverd met het laadstation en wordt onder de beschermkap (B)
geïnstalleerd.
Hij wordt gevoed door het laadstation via een connector (C).
Als het laadstation (D) niet in een gebied wordt geplaatst waar de hemel volledig zichtbaar is, moet het
satellietreferentiestation (A) van het laadstation worden verwijderd en in een gebied worden geïnstalleerd
waar de hemel volledig zichtbaar is.
In dit geval moet de installatie van het satellietreferentiestation (A) worden uitgevoerd via de
bevestigingsbeugel (E). Voor de toevoer kunnen de volgende elementen gebruikt worden:
• een verlengkabel van 5 meter (L) (inbegrepen).
• een verlengkabel van 15 meter die apart kan worden aangeschaft (L).
• een voedingseenheid (F) die apart kan worden aangeschaft en aansluiting op een stopcontact.
Bij afzonderlijke installatie van het referentiestation wordt een minimale installatiehoogte van 2,5 meter
boven de grond aanbevolen.
Bereid het installatiegebied van de stroomvoorziening (F) voor zodat het beschermd is tegen zonnestralen
en zodat het onder geen enkele weersomstandigheden in water kan worden ondergedompeld.
LET OP:
De voedingskabel, de voedingseenheid, de verlengkabel en alle andere
elektrische kabels die niet bij het product horen, moeten buiten het maaigebied
blijven om ze uit de buurt van gevaarlijke bewegende delen te houden en om
schade aan de kabels te voorkomen waardoor ze in contact kunnen komen met
onder spanning staande onderdelen.
LET OP:
De voedingskabel en de voeding moeten zo worden geplaatst dat ze geen
gevaar opleveren voor kinderen, mensen of dieren.
WAARSCHUWING:
Om veiligheidsredenen mag het satellietreferentiestation nooit worden
verplaatst na het programmeren van de virtuele grenzen, transferroutes en te
vermijden gebieden. De robotmaaier zou het geprogrammeerde werkgebied
kunnen verlaten. Als het satellietreferentiestation verplaatst wordt, moet het
opnieuw geprogrammeerd worden.
NL
WAARSCHUWING:
Het geleverde circuit moet
worden beschermd door een
differentiaalschakelaar (RCD)
met een activeringsstroom van
maximaal 30 mA.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Sluit de voeding pas aan
aan het einde van alle
installatiewerkzaamheden.
Schakel indien nodig tijdens
de installatie de algemene
stroomtoevoer uit.
4. INSTALLATIE
27