LET OP:
De voedingskabel (B), de voedingseenheid, de verlengkabel en alle andere
elektrische kabels die niet bij het product horen, moeten buiten het maaigebied
blijven om ze uit de buurt van gevaarlijke bewegende delen te houden en om
schade aan de kabels te voorkomen waardoor ze in contact kunnen komen met
onder spanning staande onderdelen.
• Het laadstation (A) met satellietreferentiestation (B) moet in een gebied geplaatst worden waar
de hemel volledig zichtbaar is. Als er obstakels zijn zoals: dichte bomen, heggen, grensmuren,
metalen hekken, gebouwen en refl ecterende oppervlakken zoals glazen of metalen muren, moet
het laadstation met satellietreferentiestation uit de buurt van deze storende elementen worden
geïnstalleerd, op een locatie waar de de hemel volledig zichtbaar is.
OPMERKING: De hemel moet als volledig zichtbaar worden beschouwd wanneer deze vrij is
voor een hoek van ten minste 120 graden in alle richtingen.
30°
16
4. INSTALLATIE
B
A
A
120°
30°
B
120°
10°
120°
10°
NL